ECLI:NL:RBGEL:2015:7803

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 oktober 2015
Publicatiedatum
15 december 2015
Zaaknummer
277821
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.W. Huijgen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van terugbetalingsverbintenis uit overeenkomst tussen internationale partijen

In deze zaak vordert de rechtspersoon naar Chinees recht, Apollo Precision (Fujian) Limited, van de Nederlandse besloten vennootschap Wilro Advanced Technologies B.V. een terugbetaling van € 735.000,00, die voortvloeit uit een beëindigingsovereenkomst (Cancellation Contract) tussen partijen. De vordering is gebaseerd op de stelling dat Wilro verplicht is om het bedrag terug te betalen, omdat de overeenkomst tussen hen expliciet een terugbetalingsverbintenis bevatte. Wilro betwist deze verplichting en stelt dat de terugbetaling afhankelijk was van een nieuwe aanbetaling door GS-Solar, een dochteronderneming van Apollo, die niet heeft plaatsgevonden.

De rechtbank Gelderland heeft vastgesteld dat de zaak internationale aspecten heeft, aangezien Apollo in China is gevestigd en Wilro in Nederland. De rechtbank is bevoegd om de zaak te behandelen op basis van de vestigingsplaats van de gedaagde partij. De rechtbank heeft de bewijslast bij Wilro gelegd om aan te tonen dat er een voorwaardelijke terugbetalingsverbintenis is overeengekomen, wat in strijd zou zijn met de duidelijke tekst van de beëindigingsovereenkomst.

De rechtbank heeft verder geoordeeld dat Wilro onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar verweer en dat de vordering van Apollo in beginsel toewijsbaar is, tenzij Wilro slaagt in haar bewijslevering. De rechtbank heeft Wilro de gelegenheid gegeven om bewijs te leveren en heeft verdere beslissingen aangehouden. De zaak zal opnieuw op de rol komen voor uitlating door Wilro over de bewijslevering.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/277821 / HA ZA 15-86
Vonnis van 28 oktober 2015
in de zaak van
de rechtspersoon naar Chinees recht
APOLLO PRECISION (FUJIAN) LIMITED,
gevestigd te (362011) Quanzhou City (Fujian), China,
eiseres,
advocaat mr. S.P.A. Wensink-Vergunst te Utrecht,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WILRO ADVANCED TECHNOLOGIES B.V.,
gevestigd te Nijkerk,
gedaagde,
advocaat mr. J. Verhoeven te Alphen aan den Rijn.
Partijen zullen hierna Apollo en Wilro genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Apollo en Wilro hebben op 29 januari 2011 een koopovereenkomst gesloten, genoemd het Contract of Supply. Apollo heeft bij deze overeenkomst van Wilro een aantal geavanceerde onderdelen voor de toepassing van thermische processen gekocht. Het ging om twee vacuüm diffusie ovens. De koopprijs bedroeg € 2.450.000,00 in totaal. In de overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing verklaard. Apollo heeft vervolgens overeenkomstig de desbetreffende betalingsconditie (van artikel 2.6) op 25 februari 2011 aan Wilro een aanbetaling gedaan van € 735.000,00, zijnde 30% van de totale koopprijs.
2.2.
Aan deze koopovereenkomst zijn onderhandelingen voorafgegaan tussen Wilro en een toenmalige dochtervennootschap van Apollo, genaamd GS-Solar (Fujian) Company Limited (GS-Solar), vertegenwoordigd door de heer Baosheng Paul Sang. Baosheng Paul Sang heeft daarbij Apollo aangewezen als de contractspartij bij de koop.
2.3.
Later, tijdens het ontwikkelings- en productieproces, heeft Baosheng Paul Sang aangegeven dat toch GS-solar als contractspartij heeft te fungeren, in welk kader de overeenkomst met Apollo beëindigd diende te worden en een nieuwe overeenkomst met GS-solar gesloten moest worden. Vervolgens heeft Wilro een gelijkluidend en eveneens op 29 januari 2011 gedateerd Contract of Supply met GS-solar gesloten, zulks voor dezelfde producten en dezelfde koopsom van € 2.450.000,00 en met dezelfde aanbetalingsconditie van 30% bij ondertekening van de overeenkomst.
2.4.
Tussen Wilro en Apollo is een overeenkomst opgesteld waarbij hun koopovereenkomst is beëindigd. De Engelse tekst van dit op 12 september 2011 door Wilro ondertekende Cancellation Contract luidt, voor zover van belang:
The Buyer and the Seller agreed to cancel the contract (…). Both sides have no responsibility for the contract cancellation. (…) Upon the contract cancellation signed, the Seller should refund EUR 735.000,00 (…) to the Buyer in two months, which has been received from the Buyer.
2.5.
Wilro heeft het bedrag van € 735.000,00 niet terugbetaald.
2.6.
GS-solar heeft haar aanbetaling van € 735.000,00 niet bij of kort na de ondertekening van haar (geantedateerde) koopovereenkomst in augustus/september 2011 voldaan. Uiteindelijk heeft GS-solar slechts één van de twee installaties afgenomen, waarvan 95 % is betaald omstreeks 11 april 2012.
2.7.
Apollo heeft conservatoir derdenbeslag laten leggen ten laste van Wilro. De beslagstukken zijn niet overgelegd.

3.Het geschil

3.1.
Apollo vordert samengevat - veroordeling van Wilro tot betaling van € 735.000,00, vermeerderd met rente en kosten.
De grondslag is nakoming van de terugbetalingsverbintenis uit het Cancellation Contract, subsidiair onrechtmatige daad, meer subsidiair ongerechtvaardigde verrijking.
3.2.
Wilro voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Apollo is gevestigd in China en Wilro is gevestigd in Nederland. Het betreft dus een internationale zaak. De rechtbank Gelderland is bevoegd om deze zaak te behandelen op grond van het land en de plaats van vestiging van de gedaagde partij, Wilro (artikelen 2 en 99 Rv). In het Contract of Supply hebben partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepasselijkheid van het Nederlands recht. Dat geldt dan ook voor het Cancellation Contract dat daarop voortbouwt.
4.2.
Wilro weigert de aanbetaling aan Apollo terug te betalen omdat volgens haar expliciet is overeengekomen dat GS-solar eerst een nieuwe aanbetaling van 30% (€ 735.000,00) aan Wilro zou doen, voordat Wilro het uit hoofde van de cancellation agreement verschuldigde bedrag van € 735.000,00 aan Apollo zou terugbetalen. Wilro stelt dat sprake was van een voorwaardelijke terugbetalingsverplichting, waarbij de verplichting tot terugbetaling van het bedrag van € 735.000,00 zou volgen op, en ook afhankelijk zou zijn van, de ontvangst van de nieuwe aanbetaling van GS-solar. Deze nieuwe aanbetaling van GS-solar stelt Wilro niet ontvangen te hebben.
4.3.
Apollo heeft gemotiveerd betwist dat zij met Wilro een voorwaardelijke terugbetalingsovereenkomst heeft willen sluiten en heeft gesloten. De rechtbank constateert dat dit ook niet gelezen kan worden in de op zichzelf duidelijke tekst van het Cancellation Contract, waarin slechts een tijdsbepaling voor de terugbetaling is gegeven, te weten binnen twee maanden na de ondertekening van dat contract. In de daaraan voorafgaande correspondentie, in het bijzonder de e-mails van de heer Jos Koelewijn van Wilro en de heer Baosheng Paul Sang van GS-solar, wordt wel een volgorde aangegeven, waarin GS-solar éérst een nieuwe aanbetaling van 30% zal doen alvorens Wilro de aanbetaling van Apollo zal terugbetalen, maar dit is daarna niet opgenomen in de tekst van het Cancellation Contract van 12 september 2011 tussen Wilro en Apollo. Verder is ook latere correspondentie overgelegd, waarin aan die volgorde wordt gerefereerd, maar dit is correspondentie tussen Wilro en GS-solar en niet tussen Wilro en Apollo.
4.4.
Op Wilro rust de bewijslast dat partijen in afwijking van de duidelijke tekst van de door hen ondertekende beëindigingsovereenkomst zijn overeengekomen dat de terugbetalingsverbintenis van Wilro voorwaardelijk zou zijn en pas zou gelden na, en ook afhankelijk zou zijn van, de nieuwe aanbetaling door GS-solar van hetzelfde bedrag van € 735.000,00, zijnde 30% van de koopsom.
4.5.
Indien Wilro faalt in deze bewijslevering, zal de hoofdvordering worden toegewezen. Wilro doet nog een beroep op schuldeisersverzuim aan de zijde van Apollo en op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid ex artikel 6:248 lid2 BW, maar deze verweren falen.
Hetgeen Wilro aanvoert is immers onvoldoende om aan te kunnen nemen dat in dit geval sprake was van een driepartijenovereenkomst. De koopovereenkomst met Apollo is uitdrukkelijk beëindigd en daarvoor in de plaats is een nieuwe overeenkomst met GS-solar gesloten. Wilro heeft onvoldoende gesteld om Apollo te kunnen vereenzelvigen met GS-solar en Apollo is in de nieuwe overeenkomst tussen Wilro en GS-solar niet genoemd als contractspartij, evenmin als GS-solar genoemd is als contractspartij in het Cancellation Contract. Aan Apollo kan dan ook niet worden tegengeworpen dat haar voormalige dochter GS-solar de met haar overeengekomen aanbetaling niet heeft gedaan en later heeft afgezien van de afname van een tweede diffusie oven.
Voorts heeft Wilro onvoldoende gesteld om waar te maken dat in dit geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Apollo haar aan haar duidelijke contractuele terugbetalingsverplichting houdt. Artikel 6:248 lid 2 BW dient met de nodige terughoudendheid te worden toegepast en er zal meer gesteld en aangetoond moeten worden om tot de bevinding te kunnen komen dat het ‘onaanvaardbaar’ is dat een schuldeiser in het handelsverkeer nakoming vordert van een eenduidig in een schriftelijke overeenkomst vastgelegde betalingsverbintenis.
4.6.
Verder faalt het verweer van Wilro tegen de gevorderde handelsrente. Het Supply Contract kwalificeert onmiskenbaar als een handelsovereenkomst in de zin van artikel 6:119a BW en dat geldt dan ook voor het Cancellation Contract dat daarop voortbouwt. Het gaat niet om een wettelijke ongedaanmakingsverbintenis na ontbinding of vernietiging van de overeenkomst, maar om een nadere overeenkomst om baat tot terugbetaling van de aanbetaling en ontslag van Wilro uit haar leveringsplicht.
4.7.
Wel slaagt het verweer van Wilro tegen de gevorderde buitengerechtelijke kosten. Wilro heeft hier uitdrukkelijk verweer tegen gevoerd in haar conclusie van antwoord en heeft daar erop gewezen dat Apollo heeft nagelaten te stellen dat zij dienaangaande kosten heeft gemaakt en eveneens heeft nagelaten om een afdoende omschrijving van de verrichtingen te geven, anders dan die ter voorbereiding van de processtukken en ter instructie van de zaak. Apollo is hier vervolgens niet meer op teruggekomen in haar conclusie van repliek.
4.8.
Verder zullen geen beslagkosten kunnen worden toegewezen, zoals gevorderd, omdat de beslagstukken niet zijn overgelegd.
4.9.
Indien Wilro slaagt in het verlangde bewijs inzake de opschortende en ontbindende voorwaarde, komt nog aan de orde of, zoals Apollo bij repliek stelt, aan die voorwaarde is voldaan, in welk geval Wilro toch tot terugbetaling van de aanbetaling zou moeten worden veroordeeld. Te dien aanzien heeft Wilro bij dupliek betoogd, zo begrijpt de rechtbank, dat de voldoening van 95% van de koopsom voor de diffusie oven, die GS-solar heeft afgenomen, niet gelijk gesteld kan worden aan de overeengekomen aanbetaling van 30% van de koopsom voor beide diffusie ovens, ook al is het bedrag van 95% van één oven hoger dan dat van 30% van twee ovens. Wilro voert daartoe aan dat de overeengekomen prijs en aanbetaling waren afgestemd op de ontwikkelings- en productiekosten voor twee ovens, welke kosten niet zijn terugverdiend nu GS-solar slechts één oven heeft afgenomen. Op deze tegenwerping heeft Apollo nog niet kunnen reageren en dit kan zij desgewenst alsnog doen bij conclusie na enquête.
4.10.
Voorts komen, indien Wilro slaagt in het bewijs, de subsidiaire en de meer subsidiaire grondslag nog aan de orde. Voor de subsidiaire grondslag, onrechtmatige daad, heeft Apollo onvoldoende gesteld. Zij heeft niet gesteld waaruit het onrechtmatig handelen van Wilro zou hebben bestaan, anders dan uit een toerekenbaar tekortschieten in de nakoming van haar contractuele betalingsverbintenis. Ook voor ongerechtvaardigde verrijking heeft Apollo onvoldoende gesteld. Tot haar aanbetaling was Apollo verplicht op grond van het Contract of Supply en die aanbetaling mocht Wilro behouden, indien partijen naderhand zijn overeengekomen dat de terugbetaling daarvan afhankelijk zou zijn van eenzelfde aanbetaling door GS-solar en GS-solar die aanbetaling niet heeft gedaan. Het kan zijn dat hierover later anders geoordeeld moet worden, indien Apollo in het nader debat kan hard maken dat Wilro met de koopsom voor één oven haar ontwikkelings- en productiekosten ruimschoots heeft terugverdiend, zodat zij met het behoud van de aanbetaling van Apollo daadwerkelijk is verrijkt.
4.11.
De rechtbank zal Wilro nu eerst tot bewijslevering toelaten en verder iedere beslissing aanhouden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
draagt Wilro op te bewijzen dat partijen in afwijking van de tekst van de door hen ondertekende beëindigingsovereenkomst zijn overeengekomen dat de terugbetalingsverbintenis van Wilro voorwaardelijk zou zijn en pas zou gelden na, en ook afhankelijk zou zijn van, de nieuwe aanbetaling door GS-solar van hetzelfde bedrag van € 735.000,00, zijnde 30% van de koopsom,
5.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
11 november 2015voor uitlating door Wilro of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
5.3.
bepaalt dat Wilro, indien zij geen bewijs door getuigen wil leveren maar wel
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
5.4.
bepaalt dat Wilro, indien zij
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op donderdagen in de maanden december 2015 tot en met februari 2016 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
5.5.
bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. N.W. Huijgen in het gerechtsgebouw te Arnhem aan Walburgstraat 2 - 4,
5.6.
bepaalt dat
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
5.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.W. Huijgen en in het openbaar uitgesproken op 28 oktober 2015.