Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde.
Het dossier bevat een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] , gedateerd 22 mei 2014, waarin hij beschrijft dat hij samen met een collega en verdachte in het ziekenhuis was, omdat verdachte naar aanleiding van het verkeersongeval moest worden onderzocht. Volgens [verbalisant 5] heeft verdachte hem daar – voor zover in dit kader relevant – geheel ongevraagd verteld dat hij op de achterbank van zijn auto een doos met wiet had liggen.
3.Bewezenverklaring
of omstreeks22 mei 2014 te Apeldoorn in de gemeente Apeldoorn, als
/splitsingvan de Ugchelseweg en de Jachtlaan, op de weg, de
, althans aanmerkelijk,onvoorzichtig
en/of onoplettend,binnen de bebouwde kom en in strijd met het gestelde in artikel 20 van het
in elk geval met een grotere
/ofmet die hoge snelheid
, althans nagenoeg die snelheid,een in die weg gelegen, gezien zijn, verdachtes rijrichting, naar rechts lopende bocht met zodanige
- en of doorgereden, dat hij, verdachte uit deze bocht is
/ofmet dat door hem bestuurde motorrijtuig (personenauto, merk VW)
/ofdaarbij niet aan zijn, verdachtes
/ofis gebotst tegen
, althans in aanrijding is gekomen meteen over dat voor het
of zodanig lichamelijk letselwerd toegebracht
, dat
/ofwelk feit is veroorzaakt of mede is veroorzaakt doordat hij, verdachte een krachtens de Wegenverkeerswet 1994 vastgestelde maximum snelheid in ernstige
al dan nietals bestuurder van een motorrijtuig betrokken
/aande Ugchelseweg, op
of omstreeks22 mei 2014 omstreeks 17.30 uur de
(voornoemde
)plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij
wist ofredelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer] ) letsel en
/ofschade was toegebracht;
of omstreeks22 mei 2014 te Apeldoorn in de gemeente Apeldoorn als
, althans een aantalverkeersdrempels zijn gesitueerd, terwijl op dat moment een grote groep
/enfietser
/s (ouders met kinderen) hem,
/ofmet hoge snelheid, althans met een grotere snelheid dan de aldaar ingevolge bord A1 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, met daarop 30, aangegeven maximum snelheid van 30 kilometer per uur, heeft gereden, dat een aantal van die fietsers heeft moeten uitwijken om een aanrijding met dat door hem, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) te voorkomen en
/of (vervolgens
)de weg, de Laan van Westenenk is opgereden, de rijstrook bestemd voor het rechts afslaande verkeer is opgereden en in strijd met gestelde in artikel 68 lid 1 onder c van voormeld reglement en een voor de kruising
/splitsingvan deze
rijstrook/weg en de Ugchelseweg gesitueerd en in zijn, verdachtes rijrichting gekeerd verkeerslicht, dat rood licht
/splitsingis opgereden, door welke gedraging
(en
)van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt
, althans kon worden veroorzaakt,en
/ofhet verkeer op die weg werd gehinderd
, althans kon worden gehinderd;
of omstreeks22 mei 2014 te Apeldoorn in de gemeente Apeldoorn opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 9,70 kilogram en
/of2,60 kilogram
, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gramvan een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere substanties waren toegevoegd en
/ofongeveer 2,9 kilogram
, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hasjiesj en/ofhennep,
(telkens
)een middel
/enals bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II
,
of omstreeks22 mei 2014 te Apeldoorn in de gemeente Apeldoorn opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 34,90 gram
, in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
,
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
Verdachte heeft ter terechtzitting oprecht berouw getoond en is nog niet eerder veroordeeld ten aanzien van soortgelijke feiten. Daarnaast is ter terechtzitting en uit het reclasseringsrapport van 2 november 2015 – kort gezegd – naar voren gekomen dat verdachte zijn leven inmiddels op de rit heeft. Hij beschikt over eigen woonruimte en heeft werk. Er zijn geen aanwijzingen dat verdachte zich nog inlaat met personen uit het drugscircuit. Het opleggen van een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf zal ervoor kunnen zorgen dat verdachte zijn baan en woonruimte verliest. Daarnaast zal zijn ondersteunende sociale netwerk afnemen. De rechtbank is van oordeel dat deze factoren er juist (mede) voor zorgen dat verdachte niet afglijdt en de kans op recidive zo veel mogelijk beperkt blijft. Zij acht het opleggen van een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf in dit specifieke geval daarom onwenselijk.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de proeftijd die op twee jaren wordt bepaald;
- een
- beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de werkstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
- ontzegt verdachte ten aanzien van het
- bepaalt, dat de
- ontzegt verdachte ten aanzien van het
- bepaalt, dat deze bijkomende straf