In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 17 december 2015 uitspraak gedaan in een verzetprocedure van [X] GmbH tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar belastingberoep. De rechtbank had eerder op 23 juli 2015 de beroepen van opposante niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet voldeed aan de wettelijke eisen, met name het ontbreken van de gronden van het beroep. Opposante heeft op 10 augustus 2015 verzet aangetekend tegen deze uitspraak. Tijdens de zitting op 3 november 2015 heeft de gemachtigde van opposante het verzet toegelicht, waarbij zij stelde dat de WOZ-waarden niet meer in geschil waren en dat de beroepen zich richtten tegen het griffierecht dat vijfmaal in rekening was gebracht in plaats van éénmaal, omdat er volgens haar sprake was van samenhangende besluiten.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de eerdere uitspraak terecht was, omdat opposante geen nadere gronden had ingediend en het geschil inmiddels was beëindigd. De rechtbank heeft ook de vraag behandeld of het juiste griffierecht was geheven. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van 20 samenhangende zaken, en dat de aanslag betrekking had op verschillende onroerende zaken. Daarom was het terecht dat er vijfmaal griffierecht in rekening was gebracht. De rechtbank heeft het verzet ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.