ECLI:NL:RBGEL:2015:7596
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van ontvreemd geld en kosten na ontslag op staande voet
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 30 september 2015 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de vereniging IJsselsteinse Woningbouwvereniging, eiseres, en een gedaagde die niet verder bij naam is genoemd. De eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 182.065,82 van de gedaagde, die als werknemer van de vereniging had gefraudeerd door geld van de bankrekening van de vereniging voor persoonlijke doeleinden op te nemen. De gedaagde had een pinpas van de vereniging en had herhaaldelijk contant geld opgenomen, wat hij in de administratie verwerkte met valse gegevens. Na ontdekking van deze frauduleuze handelingen is de gedaagde op staande voet ontslagen, wat hij heeft geaccepteerd. De eiseres heeft een forensisch onderzoek laten uitvoeren, waaruit bleek dat de gedaagde in totaal € 103.520,70 had ontvreemd, en de kosten van het onderzoek bedroegen € 78.545,12. De gedaagde erkende de vordering buiten rechte, maar heeft niet betaald. De rechtbank oordeelde dat de vordering niet betwist was door de gedaagde en dat deze niet onrechtmatig of ongegrond was. De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en in de kosten van het geding, die zijn begroot op € 6.772,38. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.