1.De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 13 februari 2015 te Westervoort, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening - in/uit een woning gelegen aan de [adres 1] - weg te nemen geld en/of goederen van zijn verdachtes gading, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen,
- in het bezit van één of meer wapen(s) in de richting van die woning is/zijn gegaan en/of (vervolgens) die woning is/zijn binnen gegaan en/of (vervolgens)
- ( nadat die [slachtoffer 1] de deur van zijn woning opende) (direct) die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt en/of vastgehouden en/of de woning in heeft/hebben geduwd en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 2] bij/aan haar haar heeft/hebben gepakt en/of getrokken en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal (met een stroomstootwapen, althans een hard voorwerp) heeft/hebben geslagen en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal (krachtig) tegen het lichaam heeft/hebben geschopt en/of getrapt en/of (vervolgens) meermalen, althans eenmaal een (in werking zijnde) taser en/of stroomstootwapen op/tegen het hoofd en/of elders op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gedrukt en/of gehouden en/of
- tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd: "ik ben het zat met jou, constant je afspraken afzeggen. We willen geld zien. Had je maar niet moeten bellen" en/of "Je weet waarvoor we komen, we moeten geld hebben" en/of "we weten je familie ook te vinden en die gaan we ook pakken. Je gaat betalen", althans (telkens) woorden van gelijke aard of strekking en/of (vervolgens)
- meermalen, althans eenmaal een (in werking zijnde) taser en/of stroomstootwapen in/tegen het gezicht/ de lip en/of elders op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 2] heeft/hebben gedrukt en/of gehouden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
hij op of omstreeks 13 februari 2015 te Westervoort, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, - in/uit een woning gelegen aan de [adres 1] - met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte geld en/of goederen van zijn verdachtes gading, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met voormeld oogmerk
- in het bezit van één of meer wapen(s) in de richting van die woning is/zijn gegaan en/of (vervolgens) die woning is/zijn binnen gegaan en/of (vervolgens)
- ( nadat die [slachtoffer 1] de deur van zijn woning opende) (direct) die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt en/of vastgehouden en/of de woning in heeft/hebben geduwd en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 2] bij/aan haar haar heeft/hebben gepakt en/of getrokken en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal (met een stroomstootwapen, althans een hard voorwerp) heeft/hebben geslagen en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal (krachtig) tegen het lichaam heeft/hebben geschopt en/of getrapt en/of (vervolgens) meermalen, althans eenmaal een (in werking zijnde) taser en/of stroomstootwapen op/tegen het hoofd en/of elders op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gedrukt en/of gehouden en/of
- tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd: "ik ben het zat met jou, constant je afspraken afzeggen. We willen geld zien. Had je maar niet moeten bellen" en/of "Je weet waarvoor we komen, we moeten geld hebben" en/of "we weten je familie ook te vinden en die gaan we ook pakken. Je gaat betalen", althans (telkens) woorden van gelijke aard of strekking en/of (vervolgens)
- meermalen, althans eenmaal een (in werking zijnde) taser en/of stroomstootwapen in/tegen het gezicht/ de lip en/of elders op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 2] heeft/hebben gedrukt en/of gehouden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 13 februari 2015 te Westervoort, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met voorbedachten rade, [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, door die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, (met een stroomstootwapen, althans een hard voorwerp) heeft geslagen en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, (krachtig) tegen het lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of (vervolgens) bij die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, een (in werking zijnde) taser en/of stroomstootwapen op/tegen het hoofd en/of lichaam heeft gedrukt/gehouden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 13 februari 2015 te Westervoort, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met voorbedachten rade [slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, (met een stroomstootwapen, althans een hard voorwerp) te slaan en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, (krachtig) tegen het lichaam te schoppen en/of trappen en/of (vervolgens) bij die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, een (in werking zijnde) taser en/of stroomstootwapen op/tegen het hoofd en/of lichaam te drukken/houden.
2.
hij op of omstreeks 13 februari 2015 te Westervoort, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met voorbedachten rade [slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] bij/aan haar haren vast te pakken en/of te trekken en/of meermalen, althans eenmaal, bij die [slachtoffer 2] een (in werking zijnde) taser en/of stroomstootwapen in/tegen haar gezicht en/of lip en/of lichaam te gedrukken/houden.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
De feiten (ten aanzien van feit 1 en 2)
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 13 februari 2015 is [verdachte] met [slachtoffer 2] en medeverdachte [medeverdachte 1] naar de woning van [slachtoffer 2] aan de [adres 1] in Westervoort gegaan, alwaar [slachtoffer 1] zich op dat moment bevond. In de woning is er een woordenwisseling met fysiek contact ontstaan tussen [verdachte] , [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] . Deze woordenwisseling heeft zich vervolgens voortgezet op straat voor de woning, waarbij [slachtoffer 1] op de grond viel en [verdachte] op zijn knieën erbij is gaan zitten, met zijn linkerknie op de grond en rechterknie tegen de zij van [slachtoffer 1] .
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van het onder 1 primair (de afpersingsvariant) en feit 2 ten laste gelegde.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit, althans vrijspraak voor de onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde feiten, omdat het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening ontbreekt (ten aanzien van de diefstal met geweld), dan wel dat niet kan worden bewezen dat er sprake was van dwang tot afgifte van geld (afpersing).
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van feit 1 primair
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder 1 primair ten laste gelegde feit, omdat zij niet bewezen acht dat er sprake was van een oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening van geld of goederen (diefstal met geweld) of dwang tot de afgifte van geld of goederen met het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling (afpersing).
Door de aangevers, verdachte en medeverdachten worden verschillende motieven genoemd voor het bezoek van [medeverdachte 1] en [verdachte] en [medeverdachte 2] aan [slachtoffer 1] . Op grond van het voorliggende dossier kan niet onomstotelijk worden vastgesteld wat het daadwerkelijke motief is geweest.
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] verklaren beiden in hun aangiftes weliswaar dat er door de verdachten zou zijn gezegd dat ze geld wilden hebben, maar dit wordt niet ondersteund door de overige bewijsmiddelen in het dossier. Geen van aangevers heeft verklaard dat er daadwerkelijk naar geld of goederen is gezocht in de woning. Daarbij komt dat beide aangevers hier pas in hun aangifte afgelegd op 14 februari 2015 over hebben verklaard en er in de initiële melding van de vechtpartij en de eerste verklaringen ter plaatste van zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] direct na het incident – welke verklaringen uitgebreid zijn gerelateerd in een proces-verbaal van bevindingen (p. 498) – enkel is gesproken over de mishandelingen die zouden hebben plaatsgevonden en er door hen met geen enkel woord is gesproken over een geldelijk motief. Bij die gelegenheid, meteen na het voorval, heeft aangever [slachtoffer 1] desgevraagd naar het mogelijk motief voor de mishandeling, verklaard dat de daders kennelijk het idee hadden dat hij een hennepkwekerij van de daders aan de politie zou hebben verraden.
Ten slotte heeft [slachtoffer 2] in haar verklaring afgelegd bij de rechter-commissaris haar aangifte aangepast in die zin dat ze heeft verklaard dat er niet met zoveel woorden tegen [slachtoffer 1] was gezegd dat hij op dat moment moest betalen en dat ze niet wist of ze voor geld kwamen.
Ten aanzien van feit 1 subsidiair en meer subsidiair en feit 2
De rechtbank betrekt bij haar oordeel de navolgende feiten en omstandigheden:
- Aangever [slachtoffer 1] heeft verklaard dat een Antilliaanse man, genaamd [verdachte] (rechtbank: [verdachte] ), [slachtoffer 2] (rechtbank: [slachtoffer 2] ) naar binnen trok en [slachtoffer 1] in de woning sloeg met een hard voorwerp. [medeverdachte 1] (rechtbank: [medeverdachte 1] ) en [verdachte] sloegen en trapten hem overal. [verdachte] pakte [slachtoffer 2] weer vast en zei dat ze haar bek moest houden, want anders zou hij haar taseren. Toen [slachtoffer 2] zei ‘doe maar’, zette hij de taser tegen haar gezicht. [slachtoffer 1] rende naar buiten en werd achtervolgd door [verdachte] . [verdachte] schopte hem. Op een gegeven moment lag hij in de berm aan de overkant van de straat. Hij kreeg weer schoppen en klappen van [verdachte] .
- Getuige [slachtoffer 2] heeft verklaard dat [slachtoffer 1] , nadat hij de voordeur had geopend, door [verdachte] (rechtbank: [verdachte] ) de woning binnen werd geduwd. Daarna pakte hij haar bij de haren en sleurde haar naar binnen. [verdachte] begon [slachtoffer 1] te slaan. Hij sloeg en schopte [slachtoffer 1] . [slachtoffer 2] zag dat [verdachte] een taser had die knetterde en die hij tegen [slachtoffer 1] aan drukte. [verdachte] pakte een massief Boeddhabeeld en sloeg [slachtoffer 1] daarmee achter op zijn hoofd. [medeverdachte 1] (rechtbank: [medeverdachte 1] ) bemoeide zich ermee en sloeg [slachtoffer 1] terwijl [verdachte] hem vasthield. Toen [slachtoffer 2] zei dat ze moesten ophouden liep [verdachte] naar haar, zette de taser aan en zette deze in haar gezicht. Het voelde alsof haar gezicht werd opengesneden. Hij gooide haar op de grond. [slachtoffer 2] zag even later dat [slachtoffer 1] buiten was. [verdachte] en [medeverdachte 1] begonnen hem weer te schoppen.
- Getuige [getuige 1] , wonende aan de [adres 2] , heeft verklaard dat hij geschreeuw hoorde. Hij zag buiten een man met ontbloot bovenlijf op het gras liggen. Een andere man zat bovenop hem en sloeg hem meermalen in het gezicht. De man die geslagen was zat onder het bloed.
- Getuige [getuige 2] , wonende aan de [adres 3] , heeft verklaard dat hij geschreeuw hoorde en naar buiten keek. Hij zag dat iemand aan de overzijde van de weg tegen de grond werd gewerkt door twee mannen. Even later kwam er nog een man bij en die schopte in de richting van degene die tegen de grond werd gehouden. De mannen liepen door elkaar. [getuige 2] zag slaande bewegingen.
- Verbalisant [verbalisant] heeft bij [slachtoffer 1] het volgende letsel waargenomen: een huidbeschadiging met hechtingen en korstvorming op de linkerslaap, een huidverkleuring onder het rechteroog, lijnvormige huidverkleuringen op het rechterdeel van de rug, enkele kleine huidbeschadigingen op de linkerarm ter hoogte van de elleboog en een huidverkleuring op de linkerknie.
- Verbalisant [verbalisant] heeft bij [slachtoffer 2] het volgende letsel waargenomen: een huidbeschadiging links boven de bovenlip, een huidverkleuring op de rechter bovenarm, twee huidverkleuringen op de linkerarm meerdere huidverkleuringen op beide bovenbenen en meerdere huidverkleuringen op beide onderbenen.
- Volgens de geneeskundige verklaring was er bij [slachtoffer 1] sprake van kneuzingen aan zijn hoofd en de romp en bloeduitstortingen.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde feit. De enkele omstandigheid dat [slachtoffer 1] op het hoofd zou zijn geslagen met een hard voorwerp, meermalen tegen het lichaam zou zijn geschopt en de in werking zijnde taser tegen zijn gezicht zou zijn gehouden is onvoldoende om te concluderen dat er sprake is van voorwaardelijk opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Dit geldt temeer nu uit de beschikbare bewijsmiddelen niet volgt met welke kracht een en ander is gebeurd.
Gelet op vorenstaande, in onderling verband en samenhang met elkaar alsmede met hetgeen onder ‘de feiten’ al is vastgesteld, acht de rechtbank wel wettig en overtuigend bewezen dat [medeverdachte 1] samen met [verdachte] [slachtoffer 1] heeft mishandeld door hem met een hard voorwerp te slaan en hem meermalen te schoppen/trappen.
De rechtbank acht eveneens bewezen dat verdachte [slachtoffer 2] heeft mishandeld door haar bij de haren vast te pakken en aan de haren naar binnen te trekken en door een in werking zijnde taser/stroomstootwapen tegen haar gezicht te houden.
De rechtbank acht bij beide feiten niet bewezen dat er sprake was van voorbedachte raad en zal verdachte daarvan vrijspreken.