ECLI:NL:RBGEL:2015:7094
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- L. van Gijn
- C. van Linschoten
- T.P.E.E. van Groeningen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in civiele procedure tegen de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
In deze zaak heeft verzoekster op 24 september 2015 een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechter die haar zaak behandelde in een civiele procedure tegen de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De wraking is aangevraagd naar aanleiding van een comparitie van partijen op 4 september 2015, waar verzoekster zich geconfronteerd voelde met een onbekend stuk dat niet tot de processtukken behoorde. Dit stuk, een voornemen-brief van 18 maart 2013, zou volgens verzoekster geen betrekking hebben op het besluit van 13 oktober 2012, waar de zaak om draaide. Verzoekster meende dat de rechter de toelichting van de Minister als waarheid had aangenomen, wat haar de indruk gaf dat de rechter vooringenomen was.
De wrakingskamer heeft de zaak op 2 november 2015 behandeld, waarbij zowel verzoekster als de rechter aanwezig waren. De wrakingskamer oordeelde dat uit het proces-verbaal van de comparitie niet bleek dat de rechter de informatie van de Minister voor waar had aangenomen. De rechter had het toetsingskader besproken en zijn voorlopige oordeel gegeven, wat niet automatisch duidt op vooringenomenheid. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter geacht wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De beslissing van de rechter om het verzoek om heropening van de zaak niet in te willigen, werd ook niet als onbegrijpelijk of partijdig beschouwd.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen, met de conclusie dat er geen grond was voor de vrees van verzoekster dat de rechter partijdig zou zijn geweest. De beschikking werd openbaar uitgesproken op 16 november 2015.