Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
Achter deze Toyota reed de bestuurster, [slachtoffer] (hierna ook: [slachtoffer] ), van een Citroën op dezelfde rijstrook, die ook afremde en tot stilstand kwam dan wel nagenoeg tot stilstand. [8] Verdachte reed met een snelheid van 125 kilometer per uur met ingeschakelde cruise control [9] en kwam met de rechter voorzijde van zijn auto in botsing met de linker achterzijde van de voor hem (bijna) stilstaande Citroen.
Uit de vaststaande feiten volgt voorts dat er kans op filevorming op de A326 is, gelet op de plaatsing van het bord J33, zo’n 1500 meter voor de plaats van het ongeval.
Er moeten meerdere momenten zijn geweest dat verdachte de remlichten van zijn voorgangers had moeten zien en hij had deze dan ook moeten waarnemen, temeer nu verdachte gedurende een langere afstand over een recht stuk weg gereden moet hebben nadat hij de bocht uit is gekomen. Verdachte is echter met hoge snelheid, 125 kilometer per uur, door blijven rijden op cruise control. Gelet op de omstandigheden had hij die snelheid moeten aanpassen.
Maar ook al zou verdachte wel verblind zijn geweest door de zon, dan nog acht de rechtbank het onbegrijpelijk dat verdachte niet heeft geremd, of op zijn minst snelheid heeft verminderd, op het moment dat hij de zonneklep van zijn auto naar beneden deed.
3.Bewezenverklaring
of omstreeks4 september 2014 in de gemeente Wijchen, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (bedrijfsauto),
/ofonachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
/of
ofborden L5 van bijlage 1 van voormeld reglement, inhoudend: "Einde rijstrook", in zijn verdachtes rijrichting langs die weg
/of
/of wist, althansredelijkerwijze kon weten aldaar gevaar voor filevorming bestond,
/ofmet ingeschakelde cruise control is blijven rijden en
/of
/ofniet de voor hem uit over die rijstrook/die weg (A326) langzamer rijdende en/of stilstaande andere motorrijtuigen, waarvan een aantal de alarmverlichting van hun motorrijtuig in werking had gesteld, tijdig heeft opgemerkt en
/of
/of
althans in aanrijding is gekomen meteen voor hem, verdachte uit op die rijstrook/weg (A326)stilstaand, dan wel langzamer rijdend ander motorrijtuig (personenauto) en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) werd gedood.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
Het ongeval en het overlijden van [slachtoffer] hebben, dat behoeft geen nader betoog, een enorme impact gehad op haar nabestaanden.
Het verdriet dat zij om haar plotselinge overlijden hebben, is intens. Dit verdriet is helder en indringend verwoord in de slachtofferverklaring die [slachtoffer] , de moeder van het slachtoffer, ter terechtzitting heeft voorgelezen. Eens te meer is gebleken wat de gevolgen van een ongeval als dit zijn voor nabestaanden.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
werkstrafgedurende
240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de proeftijd die op twee jaren wordt bepaald;
bevoegdheid motorrijtuigente besturen voor de duur van
12 (twaalf) maanden;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.