ECLI:NL:RBGEL:2015:6925

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
9 september 2015
Publicatiedatum
10 november 2015
Zaaknummer
281022
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afgifte van bescheiden in het kader van een rechtsbetrekking tussen de Provincie Gelderland en Willemsen-de Koning

In deze zaak vordert de Provincie Gelderland dat Willemsen-de Koning en Willemsen-de Koning Taxiservices hoofdelijk worden veroordeeld om binnen zeven dagen na het vonnis een volledig leesbaar afschrift te verstrekken van bepaalde bescheiden, als bedoeld in artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De vordering is ingesteld in het kader van een geschil dat voortvloeit uit eerdere vorderingen van de Provincie Gelderland tegen Willemsen-de Koning, waarbij aanzienlijke bedragen aan schadevergoeding zijn gevorderd. De Provincie Gelderland stelt dat zij door de overdracht van aandelen door Willemsen-de Koning benadeeld kan zijn en dat inzicht in de bescheiden noodzakelijk is om haar rechtspositie te kunnen beoordelen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering ex artikel 843a Rv toewijsbaar is, omdat de bescheiden relevant zijn voor de beoordeling van het geschil. De rechtbank oordeelt dat de Provincie Gelderland een rechtmatig belang heeft bij de afgifte van de bescheiden, aangezien deze inzicht kunnen geven in de rechtsbetrekking waarin zij mogelijk partij is. De rechtbank wijst de vordering toe en legt Willemsen-de Koning een dwangsom op voor het geval niet aan het bevel tot afgifte wordt voldaan.

De rechtbank verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en veroordeelt Willemsen-de Koning in de proceskosten van het incident. De zaak zal in de hoofdzaak verder worden behandeld, waarbij Willemsen-de Koning en Willemsen-de Koning Taxiservices worden opgeroepen om te concluderen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/281022 / HA ZA 15-188
Vonnis in incident van 9 september 2015
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
PROVINCIE GELDERLAND,
zetelend te Arnhem,
eiseres in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. R.D. Harteman te Breda,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WILLEMSEN-DE KONING B.V.,
gevestigd te Arnhem,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WILLEMSEN-DE KONING TAXISERVICES B.V.,
gevestigd te Arnhem,
gedaagden in de hoofdzaak,
verweersters in het incident,
advocaat mr. R.F. Feenstra te Ede.
Partijen zullen hierna ook als de Provincie Gelderland, Willemsen-de Koning en Willemsen-de Koning Taxiservices aangeduid worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie ex art. 843a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)
- de incidentele conclusie van antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschil in het incident

2.1.
De Provincie Gelderland vordert dat gedaagden hoofdelijk worden veroordeeld om binnen zeven dagen na dit vonnis een volledig leesbaar afschrift te verstrekken aan haar van, subsidiair inzage te geven in, de hierna te noemen bescheiden, althans een door de rechtbank vast te stellen deel daarvan, op verbeurte van een dwangsom met veroordeling van gedaagden in de kosten van het incident.
2.2.
De bescheiden waarom het gaat, zijn
a. de notariële akte tot levering van de aandelen in Taxiservices Utrecht B.V. door Willemsen-de Koning d.d. 30 december 2014,
b. de overeenkomst tot koop en verkoop door Willemsen-de Koning van de aandelen in Taxiservices Utrecht B.V.,
c. de notariële akte tot levering van de aandelen in Willemsen-de Koning Personenvervoer B.V. door Willemsen-de Koning d.d. 15 januari 2015,
d. de overeenkomst tot koop en verkoop van de aandelen in Willemsen-de Koning Personenvervoer B.V. door Willemsen-de Koning d.d. 15 januari 2015,
e. de notariële akte tot levering van de aandelen in Willemsen-de Koning Taxiservices door Willemsen-de Koning d.d. 15 januari 2015,
f. de overeenkomst tot koop en verkoop van de aandelen in Willemsen-de Koning Taxiservices door Willemsen-de Koning,
g. de pagina uit de jaarrekening van Willemsen-de Koning over 2014 met de boekwaarden per 31 december 2014 van de belangen in Willemsen-de Koning Personenvervoer B.V. en Willemsen-de Koning Taxiservices,
h. de pagina uit de jaarrekening van Willemsen-de Koning Groep B.V. over 2014 met de boekwaarde per 31 december 2014 van het belang in Taxiservices Utrecht B.V.
De Provincie Gelderland stelt dat zij wil nagaan of zij door de hier bedoelde overdrachten is benadeeld, bijvoorbeeld door verkoop van aandelen tegen een te lage koopsom.
2.3.
De Provincie Gelderland voert het volgende aan. De achtergrond vormen de door de Provincie Gelderland in de hoofdzaak ingestelde vorderingen, te weten onder meer vorderingen tot betaling door Willemsen-de Koning van in totaal € 3.038.465,32 en schadevergoeding en door Willemsen-de Koning Taxiservices van in totaal € 2.430.092,99, een en ander vermeerderd met rente en kosten. De gevorderde bedragen zijn de bedragen die de Provincie Gelderland op verzoek van Willemsen-de Koning betaald heeft als voorschotten op een mogelijke schadevergoeding aan Willemsen-de Koning. De vordering tot schadevergoeding die hierop betrekking heeft is echter bij vonnis van 17 december 2014 door deze rechtbank afgewezen. Volgens de Provincie Gelderland bevat een overeenkomst van partijen d.d. 25 juli 2014 een ‘overbruggingsregeling’ die verplicht tot terugbetaling van deze voorschotten.
2.4.
Van het vonnis van 17 december 2014 heeft Willemsen-de Koning appel ingesteld. Na 17 december 2014 heeft Willemsen-de Koning al haar aandelen in Taxiservices Utrecht B.V., Willemsen-de Koning Personenvervoer B.V. en Willemsen-de Koning Taxiservices overgedragen en geleverd aan Willemsen-de Koning Groep B.V. Verkoper en verkrijger hebben dezelfde (indirect) aandeelhouder en bestuurder, de heer [betrokkene] . Deze heeft in een brief aan de Provincie Gelderland van 9 april 2015 gesteld dat de aandelenoverdrachten die hier zijn bedoeld, als reden hebben ‘herstructurering van de concernstructuur, met name in het kader van spreiding van risico’s’. Volgens hem was de Provincie Gelderland in december 2014 al op de hoogte van het voornemen de concernstructuur te wijzigen.
2.5.
Willemsen-de Koning voert verweer. Op de stellingen van partijen zal de rechtbank hierna, voor zover van belang, nader ingaan.

3.De beoordeling in het incident

3.1.
Wil een vordering ex art. 843a Rv toewijsbaar zijn, dan moet zij zich in ieder geval richten op ‘bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij (degene die de vordering instelt,
de rechtbank) of zijn rechtsvoorgangers partij zijn’.
3.2.
De vraag is allereerst of er sprake is van een rechtsbetrekking waarbij de Provincie Gelderland partij is. Aan deze eis is volgens de Provincie Gelderland reeds voldaan als de bescheiden relevant zijn voor de beoordeling van het geschil met het oog waarop verstrekking ervan wordt gevorderd. Deze opvatting acht de rechtbank met verweerders te ruim, maar hun stelling, die erop neer komt dat de rechtsbetrekking een overeenkomst zou moeten zijn waarbij de Provincie Gelderland partij is, is te eng.
3.3.
Ook de verbintenis uit onrechtmatige daad – en dat is uiteindelijk waar de Provincie Gelderland zich hier op beroept – kan echter een rechtsbetrekking zijn in de zin van art. 843a Rv, zo blijkt uit de parlementaire geschiedenis van het artikel (Parlementaire Geschiedenis Herziening van het Burgerlijk Procesrecht (…), Deventer, 2002, p. 554, aangehaald bij de verduidelijking van art. 843a Rv met de woorden ‘Onder “een rechtsbetrekking” worden alle burgerrechtelijke betrekkingen tussen private partijen verstaan. Daaronder vallen vanzelfsprekend overeenkomsten tussen partijen, maar ook verbintenissen uit ongerechtvaardigde verrijking en onverschuldigde betaling. De verbintenis uit onrechtmatige daad levert eveneens een rechtsbetrekking op’ (MvT wetsvoorstel 33079, p. 9)).
3.4.
Als Willemsen-de Koning en/of Willemsen-de Koning Taxiservices de Provincie Gelderland als schuldeiser hebben/heeft benadeeld door aandelen onder de prijs te verkopen onder de dreiging van de vorderingen van de Provincie Gelderland, dan hebben/heeft zij daarmee onrechtmatig jegens de Provincie Gelderland gehandeld, zo is de redenering van laatstgenoemde. De koopcontracten en overdrachtsaktes waarvan hier sprake is, zijn in dit verband onmiskenbaar bescheiden aangaande de rechtsbetrekking waarin de Provincie Gelderland partij is. Aan het vereiste van de rechtsbetrekking waarbij zij partij is, is dan ook volgens de rechtbank voldaan.
3.5.
Art. 843a Rv eist vervolgens dat degene die op grond van dit artikel afgifte van bescheiden vordert ‘daarbij rechtmatig belang’ heeft. Dit ligt volgens de Provincie Gelderland in de mogelijkheid maatregelen te treffen die haar benadeling door de aandelenoverdracht ongedaan maken, bijvoorbeeld een eiswijziging in de hoofdzaak. Dit is iets anders dan wat verweerders als ‘de enkele interesse in stukken’ aanduiden.
3.6.
De vrees van de Provincie Gelderland is niet uit de lucht gegrepen, gelet op het feit dat het de rechtbank ambtshalve bekend is – en dus ook advocaten bekend is – dat regelmatig vermogensverschuivingen, waaronder gerekend verkopen tegen een te lage prijs, plaatsvinden in het licht van dreigende betalingsverplichtingen tegenover schuldeisers. Een tegenvallende rechterlijke uitspraak is daarbij nogal eens de doorslaggevende reden om vermogensbestanddelen weg te sluizen. Door de onder 2.3 en 2.4 weergegeven feiten kan de vrees hiervoor bij de Provincie Gelderland gevoed zijn, waarmee uiteraard niet gezegd is dat er werkelijk sprake is van een onrechtmatig handelen jegens haar. De mededelingen van Bolderman zijn op zichzelf onvoldoende om deze vrees te kunnen wegnemen.
3.7.
Het is gelet op de bedragen waarom het hier gaat, voor de Provincie Gelderland, zoals haar stellingen terecht impliceren, van groot belang de mogelijkheden tot betaling of verhaal niet te laten verdwijnen. Daarom heeft zij een rechtmatig belang bij de kennisneming van de stukken die haar inzicht kunnen geven in de rechtsbetrekking uit onrechtmatige daad waarin zij mogelijk partij is.
3.8.
Afgifte van de bescheiden kan worden gevorderd van degene die ze tot zijn beschikking of onder zijn berusting heeft. Volgens de Provincie Gelderland heeft Willemsen-de Koning de bescheiden onder haar berusting omdat zij als verkoper van de aandelen verplicht is deze in haar administratie te houden. Tegenover haar kan de incidentele vordering dan ook worden toegewezen. Over de positie van Willemsen-de Koning Taxiservices laat de Provincie Gelderland zich in dit verband niet uit en hoewel zij in ieder geval de aktes waarbij zij partij is onder haar berusting zal hebben, ziet de rechtbank geen grond aanwezig ook haar te veroordelen tot afgifte hiervan.
3.9.
De incidentele vordering ligt op grond van het voorgaande in beginsel gereed voor toewijzing. Subsidiair verzoeken verweerders de rechtbank de Provincie Gelderland een geheimhoudingsplicht als bedoeld in art. 29 Rv op te leggen omdat de bescheiden vertrouwelijke bedrijfsinformatie bevatten. Dit verzoek acht de rechtbank onvoldoende onderbouwd. Mogelijk, waarschijnlijk zelfs, heeft vertrouwelijke informatie binnen de groep ondernemingen waarin de aandelenoverdrachten plaatsvonden, een rol gespeeld bij de voorbereiding van de verkoop en overdracht van aandelen, maar het is zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet waarschijnlijk dat deze in de koopaktes of de overdrachtsaktes is opgenomen.
3.10.
Verweerders verzetten zich tegen uitvoerbaarverklaring bij voorraad van dit vonnis omdat hierdoor de mogelijkheid van hoger beroep illusoir gemaakt zou worden. Strikt genomen zou dit betekenen dat een vordering ex art. 843a Rv nooit toegewezen kan worden bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis. De mogelijk bestaande onomkeerbaarheid van een uitspraak is echter op zichzelf geen grond om een uitspraak niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Bovendien kan in deze zaak de voortgang van de hoofdzaak, die de rechtbank dient te bewaken, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad gediend zijn. De rechtbank zal dit incidentele vonnis dan ook uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
3.11.
Willemsen-de Koning zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.

4.De beoordeling in de hoofdzaak

4.1.
In de hoofdzaak dienen Willemsen-de Koning en Willemsen-de Koning Taxiservices voor antwoord te concluderen. De zaak zal daartoe op de rol worden geplaatst.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
beveelt Willemsen-de Koning om binnen zeven dagen na de datum van dit vonnis de Provincie Gelderland door middel van het verschaffen van volledig leesbare kopieën van de in de incidentele vordering onder 19 en 20 en in dit vonnis onder 2.2 bedoelde bescheiden, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 per dag – een gedeelte van een dag als een hele dag gerekend – dat aan dit bevel niet geheel en volledig wordt voldaan, tot een maximum van € 4.000.000,00,
5.2.
veroordeelt Willemsen-de Koning in de kosten van het incident, aan de zijde van de Provincie Gelderland tot op heden begroot op € 452,00,
5.3.
wijst af het meer of anders gevorderde,
5.4.
verklaart deze uitspraak uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
5.5.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
21 oktober 2015voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken op 9 september 2015.