ECLI:NL:RBGEL:2015:6893

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 september 2015
Publicatiedatum
9 november 2015
Zaaknummer
269084
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhoging van het voorschot voor deskundige in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 16 september 2015 een vonnis gewezen in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.M.M. Pater, en gedaagde, DLV PLANT B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Kruijswijk Jansen. De zaak betreft de verhoging van het voorschot voor een deskundige die is aangesteld in het kader van het onderzoek naar de door partijen voorgestelde vragen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de verhoging van het voorschot, dat door de deskundige was aangevraagd na een eerdere inschatting van de kosten. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de deskundige, na kennisname van de definitieve vragen, een aanpassing van zijn begroting heeft gemaakt. De rechtbank oordeelt dat de gevraagde verhoging van het voorschot, die neerkomt op een bijna verdubbeling van het eerder betaalde bedrag, niet onredelijk is gezien de omvang van de te beantwoorden vragen. De rechtbank heeft daarom besloten het voorschot te verhogen met het door de deskundige genoemde bedrag van € 750,00 exclusief BTW. Eiser wordt belast met de betaling van dit voorschot, conform artikel 195 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Daarnaast zijn er termijnen gesteld voor het indienen van het conceptrapport door de deskundige, met een verlenging tot 30 oktober 2015. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot het indienen van het rapport.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/269084 / HA ZA 14-456 / 167 / 787
Vonnis van 16 september 2015
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. J.M.M. Pater te Emmeloord,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DLV PLANT B.V.,
gevestigd te Wageningen,
gedaagde,
advocaat mr. J. Kruijswijk Jansen te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en DLV genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 13 mei 2015 en de daarin genoemde processtukken,
  • de brief van de deskundige van 16 juli 2015,
  • de brief van [eiser] van 4 augustus 2015.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het laatste tussenvonnis is het voorschot op het loon en de kosten van de in dat vonnis benoemde deskundige bepaald op € 850,00 exclusief BTW, € 1.028,50 inclusief BTW.
2.2.
Bij brief van 16 juli 2015 heeft de deskundige geschreven dat de kosten van het volledige onderzoek het hiervoor genoemde voorschot met een aanvullend bedrag van € 750,00 exclusief BTW zullen overschrijden.
2.3.
Het in de brief van de deskundige vervatte verzoek tot verhoging van het voorschot is op 21 juli 2015 door de rechtbank aan de partijen gezonden met het verzoek daarop binnen twee weken te reageren. Bij brief van 4 augustus 2015 heeft [eiser] bezwaar gemaakt. Gelet op de verzochte verhoging, welke neerkomt op vrijwel een verdubbeling van het reeds betaalde voorschot, bestaat behoefte aan een nadere onderbouwing van die verhoging, aldus – verkort weergegeven – [eiser] .
2.4.
De rechtbank gaat aan het bezwaar van [eiser] voorbij. Partijen hebben zelf deze deskundige voorgesteld en ieder afzonderlijk vragen voorgesteld. Met die gegevens is contact gezocht met deskundige en de deskundige heeft aan de hand daarvan een inschatting gemaakt van het voorschot op zijn loon en kosten. De deskundige heeft nadien door middel van het vonnis pas kennis genomen van de definitieve vragen, terwijl het ook niet uitzonderlijk is dat een deskundige in de loop van het onderzoek tot bijstelling van zijn begroting komt. Verder komt het totaal van de begrote kosten, € 1.600,00 exclusief BTW, gelet op de omvang van de te beantwoorden vragen de rechtbank niet onredelijk hoog voor. Het voorschot zal daarom worden verhoogd met het door de deskundige genoemde bedrag van € 750,00 exclusief BTW. Er bestaat geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van artikel 195 Rv dat de eisende partij, [eiser] , met de betaling van dit voorschot wordt belast.
2.5.
Bij brief van 21 juli 2015 heeft de rechtbank de datum waarop het conceptrapport dient te worden ingeleverd verlengd tot 15 september 2015. Voor zover het conceptrapport in verband met de verhoging van het voorschot nog niet ter griffie is ingeleverd, zal de termijn voor het indienen daarvan worden bepaald op 30 oktober 2015.
2.6.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank,
3.1.
bepaalt dat [eiser] binnen twee weken na datum van dit vonnis een aanvullend voorschot van € 907,50 (inclusief BTW) ter griffie van de rechtbank dient te deponeren door voldoening van de nota die het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal toesturen;
3.2.
bepaalt dat de griffier onmiddellijk na betaling van dit aanvullende voorschot de deskundige hiervan in kennis zal stellen;
3.3.
bepaalt dat de deskundige zijn schriftelijk en ondertekend conceptrapport zal inleveren ter griffie van deze rechtbank vóór
30 oktober 2015, waarna schriftelijk nadere instructies van de rechtbank zullen volgen over de indiening van het definitieve rapport en de declaratie van de deskundige;
3.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. K. van Vlimmeren-van Ommen en in het openbaar uitgesproken op 16 september 2015.
Cc: AB