In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een bevoegdheidsincident in een civiele procedure tussen Stichting Waternet en twee gedaagden, [eiseres in het incident] Holland en [eiseres in het incident] Duitsland. Stichting Waternet, gevestigd in Amsterdam, heeft de gedaagden aangeklaagd wegens schade die is ontstaan door gebrekkige watermeteronderdelen die zij hebben geleverd. De rechtbank heeft op 22 juli 2015 geoordeeld dat zij bevoegd is om kennis te nemen van de vordering tegen beide gedaagden. De Nederlandse rechter is bevoegd ten aanzien van [eiseres in het incident] Holland omdat deze in Nederland is gevestigd. Wat betreft [eiseres in het incident] Duitsland, die in Duitsland is gevestigd, heeft de rechtbank geoordeeld dat er een nauwe band bestaat tussen de vorderingen tegen beide gedaagden, waardoor een goede rechtsbedeling vraagt om gelijktijdige behandeling van de zaken. Dit is in lijn met artikel 6 lid 1 van de EEX-Vo (oud), dat bepaalt dat in gevallen van nauwe samenhang tussen vorderingen, de rechter bevoegd kan zijn om beide vorderingen te behandelen om tegenstrijdige uitspraken te voorkomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vorderingen van Stichting Waternet tegen beide gedaagden voortkomen uit dezelfde feiten en omstandigheden, namelijk de ondeugdelijkheid van de geleverde watermeteronderdelen. De rechtbank heeft de vordering van [eiseres in het incident] Duitsland tot onbevoegdverklaring afgewezen en deze gedaagde in de proceskosten veroordeeld. De zaak zal op 19 augustus 2015 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord.