Op 1 september 2015 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van mr. K.H.A. Heenk, rechter in een civiele procedure. Verzoeker, die betrokken was bij een zaak tegen [gedaagde], diende op 20 augustus 2015 een wrakingsverzoek in, omdat hij meende dat de rechter partijdigheid had getoond door het vonnis te lang op zich te laten wachten. Verzoeker stelde dat in een andere zaak, die later was ingediend, al wel vonnis was gewezen, wat zijn indruk van partijdigheid versterkte. De rechter heeft in haar verweerschrift aangegeven dat het vonnis gereed was om op 26 augustus 2015 te worden uitgesproken en betwistte de claims van verzoeker. Tijdens de zitting op 1 september 2015 was verzoeker niet aanwezig, noch de rechter, die had aangekondigd niet te verschijnen. De wrakingskamer heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat verzoeker zijn verzoek te laat had ingediend, aangezien hij niet direct had gewraakt tijdens eerdere zittingen. De wrakingskamer verklaarde verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking, waardoor een inhoudelijke beoordeling van het verzoek niet aan de orde kwam. De beslissing werd openbaar uitgesproken en verzonden op 4 september 2015.