Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
Vervolgens heeft, ongeveer vijftien tot twintig minuten later, [2] op de hoek van de Weverstraat/de Marktstraat in Zevenaar een vechtpartij plaatsgevonden, waarbij geweld is uitgeoefend tegen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3] ) en [slachtoffer 2] . [3] (incident 2)
Bij het tweede incident wist verdachte niets van het telefoontje dat [medeverdachte] zou hebben gepleegd. Verdachte heeft niet deelgenomen aan de gestelde ‘aanvalsgolf’ van de groep, aldus de raadsvrouw, en de omstandigheid dat verdachte “in de groep” stond en niet op enige afstand, laat onverlet dat ook bij dit tweede incident niet kan worden bewezen dat verdachte enige bijdrage heeft geleverd. Hij dient dan ook te worden vrijgesproken van beide tenlastegelegde feiten.
Geweld is openlijk als het waarneembaar is voor publiek. Het wordt in vereniging gepleegd als de dader nauw en bewust samenwerkt met één of meer anderen en daarbij zelf een ‘significante of wezenlijke bijdrage’ aan de geweldpleging levert. Hij kan dit doen door zelf één of meer gewelddadige handelingen te verrichten, maar ook door het leveren van een vocale, intellectuele of andere bijdrage aan het (groeps)verband dat het geweld pleegt. Dit kan hij bijvoorbeeld doen door de andere daders aan te moedigen, door mee te doen aan de organisatie van de geweldpleging, door hulpmiddelen aan te reiken of door de daders af te schermen.
Met inachtneming hiervan overweegt de rechtbank als volgt.
)op het gezicht van een van de oudere mannen heeft geslagen. [medeverdachte] antwoordt daarop dat [medeverdachte] dat zo heeft gezien, maar dat hij zich dat niet zo herinnert. [27]
In die nacht heeft tweemaal een confrontatie plaatsgevonden waarbij, in ieder geval, [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] gewond zijn geraakt.
Zowel uit de hiervoor aangehaalde verklaring van verdachte zelf, als uit de verklaringen van [medeverdachte] en [medeverdachte] volgt dat verdachte al bij het eerste incident aanwezig was en toen al onderdeel uitmaakte van de groep van [medeverdachte] . Hij heeft zelf verklaard dat hij er tussenin stond.
Vervolgens is verdachte naar het Raadhuisplein gelopen. Op het Raadhuisplein stond een flinke groep waar hij naar eigen zeggen wederom onderdeel van uitmaakte.
Verdachte is met die groep naar de Weverstraat gelopen waar zij de andere groep tegen kwamen. Verdachte heeft [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] met zijn groep gezamenlijk benaderd.
3.Bewezenverklaring
of omstreeks29 juni 2013 te Zevenaar met
een ander ofanderen, op
of
in elk geval op of aan een openbare weg,
danwel éénmaal,openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] , welk geweld bestond uit
/ofdie [slachtoffer 2] en
/oftrekken aan die [slachtoffer 1] en/
ofdie [slachtoffer 2] en
/of
/ofdie [slachtoffer 2] en
/of
/ofop/tegen het hoofd van die
of
/ofstompen op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2] ;
of omstreeks29 juni 2013 te Zevenaar met
een ander ofanderen, op
of
in elk geval op of aan een openbare weg,meermalen,
danwel éénmaal,openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 2] , welk geweld bestond uit
en/of insluiten en/of indringenvan die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 3]
en/of die [slachtoffer 2] en
/of
(onder andere 'is hij het' en/of 'heb jij mijn
of
/ofdie [slachtoffer 3] en
/ofdie [slachtoffer 2] en
/oftrekken
/ofdie [slachtoffer 3] en
/ofdie [slachtoffer 2] en
/of
/ofvastgrijpen van die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 3] en
/ofdie
/of
/ofstompen in/tegen het gezicht en
/ofop/tegen het hoofd van die
/ofdie [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 2] en/
of
/ofstompen op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] en
/ofdie
en/of
slaan en/of stompen op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 2] (terwijl hij op de
grond lag).
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
Daarnaast neemt de rechtbank mee dat uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister blijkt dat verdachte niet eerder in aanraking met politie en justitie is gekomen.
Ten slotte heeft de rechtbank rekening gehouden met de omstandigheid dat de bewezenverklaarde feiten vrij lang geleden zijn gepleegd.
Voor het overige heeft de officier van justitie verzocht dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de vordering.
De raadsvrouw stelt daartoe in het bijzonder dat de vordering onvoldoende onderbouwd is.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
werkstrafgedurende
30 (dertig uren), met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 15 (vijftien) dagen;