In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, op 1 oktober 2015 een beschikking gegeven met betrekking tot de opheffing van een bewind. De rechthebbende had op 4 augustus 2015 een verzoek ingediend tot ontslag van de huidige bewindvoerder en benoeming van een nieuwe bewindvoerder. De rechthebbende gaf aan dat er een gebrek aan vertrouwen was in de huidige bewindvoerder, wat leidde tot een conflict over de verhuizing en onduidelijkheid over de financiën. De bewindvoerder stelde echter dat er altijd goed contact is geweest en dat de verantwoordelijkheid voor de verhuizing bij de rechthebbende lag.
Tijdens de zitting op 14 september 2015 heeft de kantonrechter de rechthebbende de gelegenheid gegeven om een nieuwe bewindvoerder te zoeken. Echter, de rechthebbende heeft op 29 september 2015 telefonisch laten weten dat zij geen nieuwe bewindvoerder wenste en haar administratie aan een gemeentelijke instantie zou overdragen. De kantonrechter concludeerde dat de voortzetting van het bewind niet meer zinvol was, aangezien het noodzakelijke vertrouwen tussen de rechthebbende en de bewindvoerder ontbrak. Daarom heeft de kantonrechter besloten het bewind op te heffen.
De beschikking is openbaar uitgesproken en tegen deze beslissing kan, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat, hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen drie maanden na de uitspraak. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontslag van de huidige bewindvoerder en benoeming van een andere bewindvoerder afgewezen, gezien de omstandigheden.