In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, hebben de eiseressen, [eiseres sub 1] B.V. en [eiseres sub 2] 'S CARROSSERIEBEDRIJF B.V., een vordering ingesteld tegen de gedaagde, Nedac Sorbo B.V., met betrekking tot een afnameverplichting van bedrijfsauto's. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een raamovereenkomst was gesloten tussen [eiseres sub 1] en Nedac Sorbo, waarbij de afname van 121 bedrijfswagens voor de periode van 2010 tot 2014 was overeengekomen. De rechtbank heeft de verklaringen van verschillende getuigen beoordeeld, die bevestigden dat [eiseres sub 1] de contractspartij was van Nedac Sorbo. De rechtbank oordeelde dat de afnameverplichting in voldoende mate was komen vast te staan, ondanks dat er in latere correspondentie een ander aantal werd genoemd. De rechtbank concludeerde dat er geen tussentijdse opzegmogelijkheid was overeengekomen en dat de opzegging door Sorbo ongeoorloofd was. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de BOVAG voorwaarden niet van toepassing waren op de raamovereenkomst, waardoor de gevorderde schadevergoeding op basis van deze voorwaarden niet kon worden toegewezen. De rechtbank heeft de eiseressen in de gelegenheid gesteld om de schade te berekenen en te onderbouwen, en heeft de verdere beslissing aangehouden.