ECLI:NL:RBGEL:2015:6190

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 september 2015
Publicatiedatum
5 oktober 2015
Zaaknummer
05/720061-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot plofkraak en plofkraak met ontploffing in geldautomaat

Op 14 september 2015 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen drie mannen die betrokken waren bij een poging tot plofkraak in Nijkerk en een voltooide plofkraak in Middelburg. De rechtbank heeft de verdachten veroordeeld tot gevangenisstraffen van 32 maanden, 30 maanden en 14 maanden. De zaak kwam aan het licht na een ontploffing in een geldautomaat in Nijkerk op 6 maart 2015, waarbij de daders probeerden toegang te krijgen tot de kluis van de geldautomaat. De ontploffing leidde tot aanzienlijke schade, maar er werd geen geld buitgemaakt omdat de kluis niet openging. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was voor gemeen gevaar voor personen, maar dat de schade aan de geldautomaat en het pand aanzienlijk was. In een andere zaak, op 19 december 2014, vond een succesvolle plofkraak plaats in Middelburg, waarbij een bedrag van € 80.400 werd gestolen. De rechtbank oordeelde dat de verdachten nauw en bewust samenwerkten bij de uitvoering van de plofkraak en dat hun handelen gevaar voor goederen opleverde. De rechtbank legde de straffen op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de impact op de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/720061-15
Datum uitspraak : 14 september 2015
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] , wonende te [adres 1] , [woonplaats]
thans gedetineerd te [verblijfplaats]
raadsman: mr. M.J.A. Bakker, advocaat te Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen 17 juni 2015 en
van 31 augustus 2015.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een op 17 juni 2015 toegewezen vordering nadere omschrijving tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 06 maart 2015 te Nijkerk, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, een gebouw, een getimmerte, een installatie
ter zee of een voor publiek toegankelijke plaats, te weten een pand gelegen
en/of gevestigd aan de [adres 2] , opzettelijk heeft vernield of beschadigd,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor dat pand en/of de in dat pand aanwezige
geldautomaat, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
en/of
hij op of omstreeks 06 maart 2015 te Nijkerk, tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft
gebracht, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader toen aldaar
opzettelijk middels een of meer slang(en)/pijp(en) vanuit een of meer
gas/zuurstof-fles(sen) via een geldautomaat (van de [benadeelde 3] ) gas en/of
zuurstof in
een bij die geldautomaat behorende kluis gebracht/getransporteerd en/of
(vervolgens) dat gas/die zuurstof middels een ontstekingsmechanisme ontstoken
ten gevolge waarvan die kluis en/of die geldautomaat (gedeeltelijk) is/zijn
ontploft, in elk geval een ontploffing in die geldautomaat teweeg heeft
gebracht,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en/of het gebouw
waarin die geldautomaat zich bevond en/of de belendende en nabij die
geldautomaat gelegen pand(en) te duchten was;
en/of
hij op of omstreeks 06 maart 2015 te Nijkerk, ter uitvoering van het
door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening
in/uit (een kluis van) een geldautomaat van de [benadeelde 3] , weg te nemen een
geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan de [benadeelde 3] , in elk geval aan
een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de
toegang tot die plaats des misdrijfs te verschaffen en/of voormeld(e)
goed(eren) onder hun of verdachtes bereik te brengen door middel van braak
en/of verbreking, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s),
althans alleen, met gas en/of zuurstof, althans een of meer brandbare
stof(fen) een explosie/ontploffing heeft/hebben veroorzaakt, waardoor (de
kluis van) voornoemde geldautomaat geheel of gedeeltelijk is geopend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2.
hij op of omstreeks 03 november 2014 te Amsterdam tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen een motorvoertuig (Audi), in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan een (nog) onbekend persoon, in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 03 november 2014 tot en met 06 maart 2015
te Amsterdam en/of te Nijkerk en/of te Amersfoort,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een motorvoertuig (Audi) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het
voorhanden krijgen van dat voertuig wist(en) dat het (een) door misdrijf
verkregen goed(eren) betrof.
3.
hij op of omstreeks 19 december 2014 te Middelburg, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, een gebouw, een getimmerte, een
installatie ter zee of een voor publiek toegankelijke plaats, te weten een
(winkel)pand gelegen en/of gevestigd aan de [adres 3] , opzettelijk
heeft vernield of beschadigd,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor dat (winkel)pand en/of de in dat
(winkel)pand aanwezige geldautomaat ( [benadeelde 2] ) en/of de in dat (winkel)pand
aanwezige [benadeelde 1] en/of
de bovenwoning(en) behorende en/of belendende aan dat (winkel)pand,
in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was en/of
terwijl daarvan levensgevaar voor (toevallige) voorbijgangers en/of één of
meer bewoner(s) van bovenliggende woning(en) te duchten was;
en/of
hij op of omstreeks 19 december 2014 te Middelburg , tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg
heeft gebracht, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader toen aldaar
opzettelijk middels een of meer slang(en)/pijp(en) vanuit een of meer
gas/zuurstof-fles(sen) via een geldautomaat (van de [benadeelde 2] ) gas en/of
zuurstof in een bij die geldautomaat behorende kluis gebracht/getransporteerd
en/of (vervolgens) dat gas/die zuurstof middels een ontstekingsmechanisme
ontstoken ten gevolge waarvan die kluis en/of die geldautomaat (gedeeltelijk)
is/zijn ontploft, in elk geval een ontploffing in die geldautomaat teweeg heeft
gebracht,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en/of het gebouw
waarin die geldautomaat zich bevond en/of de belendende en nabij die
geldautomaat gelegen pand(en) te duchten was en/of terwijl daarvan
levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (toevallige)
voorbijgangers en/of één of meer bewoner(s) bovenliggende woning(en) te
duchten was;
en/of
hij op of omstreeks 19 december 2014 te Middelburg, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een geldautomaat
(gelegen en/of gevestigd in een pand aan de [adres 3] ) heeft
weggenomen ongeveer 80.400 Euro, althans een hoeveelheid geld, in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn/haar mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s)
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of
de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben
gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 01 december 2014 tot en met 19 december 2014
te Utrecht en/of te Amsterdam en/of te Amersfoort en/of te Middelburg ,
althans te Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter voorbereiding van de misdrijven/het misdrijf:
het teweeg brengen van een ontploffing in vereniging (artikelen 157 jo. 47 van
het Wetboek van Strafrecht)
en/of het opzettelijk vernielen van een gebouw in vereniging (artikelen
170 jo. 47 van het Wetboek van Strafrecht)
opzettelijk één of meer voorwerpen, te weten:
- een (vlucht)auto (Opel Astra, [kenteken 1] , gehuurd bij [bedrijf] ) en/of
- een bij de plofkraak gebruikte auto (Audi, voorzien van valse en/of gestolen
kentekenplaten, [kenteken 2] ) en/of
- één of meer telefoon(s) (gebruikt tijdens de voorbereiding en/of een
voorverkenning om onderling contact te onderhouden) en/of
- één of meer gasfles(sen) (gebruikt bij de ontploffing c.q. plofkraak van de
geldautomaat) en/of
- lijm (gebruikt bij de ontploffing c.q. plofkraak van de geldautomaat) en/of
- een stopwatch (gebruikt tijdens de voorverkenning) en/of
- een garagebox (bestemd voor het verbergen van een bij de plofkraak te
gebruikte auto) en/of
- ( zwarte) tape/plakband en/of één of meer (holle)stalen pijp(en)/buizen
(welke gebruikt zijn om de ontploffing c.q. plofkraak van de geldautomaat uit
te voeren, zie pag. 99) en/of
- een hoeveelheid benzine (waarschijnlijk te gebruiken om sporen uit te
wissen) en/of
- een accubooster (te gebruiken bij de plofkraak)en/of
een of meer andere voorwerpen, bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft
verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd
en/of voorhanden heeft gehad.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Vrijspraak van feit 2De rechtbank deelt de conclusie van de officier van justitie, hoewel (deels) op andere gronden, en de verdediging en komt tot vrijspraak van het onder 2 tenlastegelegde feit. Niet is gebleken dat verdachte enige wegnemingshandeling met betrekking tot de auto heeft verricht. Voorts is niet gebleken dat verdachte de feitelijke zeggenschap over de auto heeft gehad, of anderszins voorhanden heeft gehad als bedoeld in artikel 416 van het Wetboek van Strafrecht.
Met betrekking tot feit 1 [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 6 maart 2015 vond omstreeks 04.25 uur een ontploffing plaats in een geldautomaat van de [benadeelde 3] te Nijkerk. De deur van de naast de geldautomaat bevindende kluisruimte is vernield door een balk, die door een auto tegen de deur is geramd. [2] Eén van de daders had vanuit gas/zuurstofflessen [3] een slang in de geldautomaat gebracht. Daaraan gekoppeld zat een ontstekingsmechanisme, zijnde een taser, [4] die -middels een druk op de knop- de ontploffing veroorzaakte. [5] De gehele geldautomaat was vernield en de toegangsdeur tot de kluisruimte was ontzet en gedeeltelijk naar binnen gedrukt. [6] De kluis is echter niet open gegaan en er is geen geld weggenomen. [7] Bij de plofkraak waren drie daders betrokken. [8] Verdachte was één van de daders van deze poging tot plofkraak. [9]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 primair tenlastegelegde feit. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte en twee mededaders geprobeerd hebben een plofkraak uit te voeren.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gesteld dat er geen bewijs is dat sprake is geweest van gemeen gevaar voor personen.
Beoordeling door de rechtbank
Verdachte had geldproblemen. Hij ging samen met een ander verkennen wat de beste plek was om toe te slaan. In de nacht van 6 maart 2015 zouden ze de plofkraak plegen bij de geldautomaat in Nijkerk. Verdachte haalde op de plaats delict de spullen, de gasflessen en het zwarte kastje, uit de auto. Hij zette de spullen bij de geldautomaat en wachtte met het kastje in zijn handen. [10] Na de ontploffing bleek dat de kluis niet open was. Daarop sloegen ze op de vlucht. [11]
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met twee mededaders heeft geprobeerd om een plofkraak te plegen. De ontploffing bracht niet teweeg dat de toegangsdeur van de kluis kapot ging, waardoor het geld waarop men het oog had niet bereikbaar was, derhalve is geen sprake van een voltooid delict.
Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank het onder 1 ten eerste ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachten hebben de geldautomaat en de deur vernield, althans beschadigd. Er is echter geen bewijs voorhanden dat ten gevolge van deze vernielingen verder (gemeen) gevaar voor het pand of andere goederen te duchten was.
Ten aanzien van feit 3 [12]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 19 december 2014 vond in Middelburg omstreeks 04.15 uur een ontploffing plaats in de geldautomaat aan de [adres 3] . [13] In dit pand was een banketbakkerij en een [benadeelde 2] geldautomaat gevestigd. [14] Door de ontploffing is de glazen toegangsdeur van de bakkerij vernield. Ook is de zijwand van de winkel ontzet en zaten er barsten in het hout van een kast naast de toonbank. [15] De geldautomaat en de toegangsdeur tot de ruimte, waar de kluis van de geldautomaat zich bevond, waren vernield. Het beeldscherm en andere brokstukken van de geldautomaat lagen op straat. De hele bovenkant van de geldautomaat was vernield en de kluisdeur was uit de kluis geblazen. Er is een bedrag van € 80.400,00 weggenomen. [16] Er stonden op het moment van de ontploffing drie donker geklede mannen in de buurt en bij de pinautomaat, [17] die daarop in een zilvergrijze Audi station met hoge snelheid zijn weggereden. [18]
Verdachte was de betreffende dag ook in Middelburg. Hij had jerrycans en een stopwatch meegenomen. Verdachte ontving na afloop van de plofkraak een bedrag van € 5.000,--. [19]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte en zijn mededaders zich schuldig hebben gemaakt aan het primair tenlastegelegde feit. Verdachte heeft samen met twee anderen een plofkraak gepleegd in Middelburg en daarbij een bedrag van € 80.400,-- buitgemaakt.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gepleit voor vrijspraak van het primair tenlastegelegde feit. Niet kan worden bewezen dat er sprake was van nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de anderen. Verdachte heeft immers enkel in zijn auto bij de garagebox gewacht, wat maakt dat hij enkel strafbare voorbereidingshandelingen heeft gepleegd. Ten aanzien van het subsidiaire tenlastegelegde feit heeft de verdediging geen verweer gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
Met betrekking tot de vraag of verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met anderen bij de plofkraak, overweegt de rechtbank als volgt.
Bij de plofkraak in Middelburg zijn (zoals onder ‘de feiten’ weergegeven) drie personen gezien.
Verdachte heeft verklaard dat hij op de bewuste dag met twee andere mannen en met [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1] ) in Middelburg was. Ze hadden [betrokkene 1] afgezet in een [hotel] hotel. [20]
Verdachte ging mee naar Middelburg om namens een persoon genaamd [betrokkene 2] , die de plofkraak had georganiseerd, een “soort van toezicht” te houden. Verdachte heeft voorts verklaard dat hij eerder die dag behulpzaam is geweest de bij de plofkraak gebruikte Audi in Amersfoort met een booster aan de praat te krijgen, dat hij benzine in een jerrycan heeft getankt en in deze jerrycan in zijn (huur)auto heeft meegenomen naar Middelburg. De benzine was bedoeld om de Audi na afloop in de brand te steken. [21]
[betrokkene 1] heeft verklaard dat ze met elkaar in twee auto’s naar Zeeland zijn gereden. Zij zat met verdachte in de auto. Ze zijn eerst naar de stad gegaan om te kijken hoe alles in elkaar zat “en zo”. Verdachte pakte toen een stopwatch om de tijd bij te houden. Nadat ze hadden verkend, zetten ze de auto weg in een garagebox in een woonwijk. Toen gingen ze naar het [hotel] hotel waar zij werd afgezet. [22] Verdachte ging op pad en kwam terug met een bedrag van
€ 5.000,--. Hij had verteld dat hij alles had gedaan en de rest niets. Hij had krassen aan zijn gezicht, hij had er wat tegenaan gehad. [23]
De rechtbank acht, gelet op vorenstaande, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en zijn mededaders nauw en bewust hebben samengewerkt bij het bewerkstelligen van de plofkraak. De rechtbank neemt daarbij in ogenschouw dat de verklaring van [betrokkene 1] gedetailleerd is, voor een deel uit haar eigen waarneming bestaat en voor een deel is gebaseerd op de verklaring van verdachte zelf en grotendeels overeenkomt met de overige gegevens in het dossier met betrekking tot dit feit. Er is geen reden gebleken waarom zij hierover onwaarheden zou vertellen.
Uit haar verklaring en de overige bewijsmiddelen volgt dat verdachte op de hoogte was van de plannen en dat hij namens de organisator een soort toezicht zou houden. Hij is tevoren behulpzaam geweest door de gebruikte Audi in Amersfoort aan de praat te krijgen, benzine in een jerrycan te tanken, bedoeld om de Audi na afloop in de brand te steken, en deze naar Middelburg te brengen. Hij heeft de situatie verkend en daarbij met een stopwatch de tijd bijgehouden. Uit de verklaring van [betrokkene 1] volgt dat verdachte ook bij de uitvoering van de kraak betrokken was en naar eigen zeggen zelfs alles had gedaan en de rest niets.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij gedurende de plofkraak bij de auto in de garagebox is gebleven. De rechtbank vindt deze verklaring, gelet op bovenstaande, in het bijzonder de verklaring van [betrokkene 1] , niet aannemelijk en zij schuift deze verklaring terzijde. De enkele omstandigheid dat de huurauto, waarin verdachte zou hebben gereden, volgens de track and trace gegevens daarvan op 19 december 2014 tussen 03:04 en 05:39 bij de garageboxen heeft stilgestaan, acht de rechtbank een onvoldoende onderbouwing van de stelling van verdachte. Dit zegt immers niets over de verblijfplaats van verdachte gedurende deze tijd en past juist bij het tenlastegelegde dat hij in die periode samen met twee anderen met de Audi bij het geldautomaat was.
Met betrekking tot de vraag of het handelen van verdachte en zijn medeverdachten gevaar voor personen of goederen oplevert, overweegt de rechtbank als volgt. Het pand waarin de geldautomaat zich bevond, heeft schade opgelopen. Zo is de gevel gedeeltelijk kapot, is de winkelpui kapot, is er glasschade, schade aan de ruimte waar de geldautomaat in zat en zijn in de bovenwoning scheuren zichtbaar. [24] Getuige [getuige 1] , wonend boven de pinautomaat van de [benadeelde 2] , heeft verklaard dat haar bed trilde door de harde knal. [25]
Uit de bewijsmiddelen volgt dan ook dat de geldautomaat én het pand (het gebouw), waar de geldautomaat zich in bevond, zijn vernield althans beschadigd door de ontploffing en dat er door deze ontploffing van het geldautomaat gevaar voor het pand waarin het geldautomaat zich bevond te duchten was, welk gevaar zich zelfs ook heeft verwezenlijkt.
Ten aanzien van het onder feit drie ten eerste tenlastegelegde overweegt de rechtbank dat er geen onderzoek is gedaan en ook overigens geen bewijs voorhanden dat er als gevolg van die vernieling of beschadiging van het gebouw nader gevaar voor dat pand, de in dat pand aanwezige bakkerij of voor belendende panden of andere goederen te duchten was.
Evenmin kan worden bewezen dat er bij de ontploffing gemeen gevaar voor personen (voorbijgangers of bewoners) te duchten was. De stelling van de verdediging dat de daders voor de ontploffing zich ervan hebben vergewist dat er geen voorbijgangers aanwezig waren is niet onaannemelijk. Overigens is niet onderzocht in hoeverre er reëel gevaar voor personen heeft bestaan,
Verdachte zal derhalve van het onder feit 3 ten eerste en van het onder drie ten tweede zover dat ziet op het gemeen gevaar van personen worden vrijgesproken.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en onder 3 primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op of omstreeks 06 maart 2015 te Nijkerk, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een gebouw, een getimmerte, een installatie ter zee of een voor publiek toegankelijke plaats, te weten een pand gelegen en/of gevestigd aan de [adres 2] , opzettelijk heeft vernield of beschadigd, terwijl daarvan gemeen gevaar voor dat pand en/of de in dat pand aanwezige geldautomaat, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was
en/of
hij op
of omstreeks06 maart 2015 te Nijkerk, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht, immers
heeft/hebben verdachte en
/ofzijn mededader toen aldaar opzettelijk middels een of meer slang
(en
)/pijp
(en
)vanuit
een of meergas/zuurstof-fles
(sen
)via een geldautomaat (van de [benadeelde 3] ) gas en/of zuurstof in een bij die geldautomaat behorende kluis gebracht/getransporteerd en
/of (vervolgens
)dat gas/die zuurstof middels een ontstekingsmechanisme ontstoken ten gevolge waarvan
die kluis en/ofdie geldautomaat
(gedeeltelijk)is
/zijnontploft,
in elk geval een ontploffing in die geldautomaat teweeg heeft gebracht,terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat e
n/of het gebouw waarin die geldautomaat zich bevond en/of de belendende en nabij die geldautomaat gelegen pand(en)te duchten was;
en
/of
hij op
of omstreeks06 maart 2015 te Nijkerk, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit
(een kluis van
)een geldautomaat van de [benadeelde 3] , weg te nemen een geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan de [benadeelde 3] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)en
zich daarbij de toegang tot die plaats des misdrijfs te verschaffen en/ofvoormeld
(e)goed
(eren)onder hun
of verdachtesbereik te brengen door middel van braak
en/of verbreking,tezamen en in vereniging met verdachtes mededader
(s
),
althans alleen,met gas en/of zuurstof,
althans een of meer brandbare stof(fen)een
explosie/ontploffing
heeft/hebben veroorzaakt
, waardoor (de kluis van) voornoemde geldautomaat geheel of gedeeltelijk is geopend,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
3.
hij op of omstreeks 19 december 2014 te Middelburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een gebouw, een getimmerte, een installatie ter zee of een voor publiek toegankelijke plaats, te weten een (winkel)pand gelegen en/of gevestigd aan de [adres 3] , opzettelijk heeft vernield of beschadigd, terwijl daarvan gemeen gevaar voor dat (winkel)pand en/of de in dat (winkel)pand aanwezige geldautomaat ( [benadeelde 2] ) en/of de in dat (winkel)pand aanwezige [benadeelde 1] en/of de bovenwoning(en) behorende en/of belendende aan dat (winkel)pand, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was en/of terwijl daarvan levensgevaar voor (toevallige) voorbijgangers en/of één of meer bewoner(s) van bovenliggende woning(en) te duchten was;
en/of
hij op
of omstreeks19 december 2014 te Middelburg, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht, immers
heeft/hebben verdachte en
/ofzijn mededader toen aldaar opzettelijk middels
een of meerslang
(en
)/pijp
(en
)vanuit een of meer gas/zuurstof-fles(sen) via een geldautomaat
(van de [benadeelde 2]
)gas en/of zuurstof in een bij die geldautomaat behorende kluis gebracht
/getransporteerden/of
(vervolgens
)dat gas/die zuurstof middels een ontstekingsmechanisme ontstoken ten gevolge waarvan die kluis en
/ofdie geldautomaat (gedeeltelijk)
is/zijn ontploft,
in elk geval een ontploffing in die geldautomaat teweeg heeft gebracht,terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en
/ofhet gebouw waarin die geldautomaat zich bevond en
/of de belendende en nabij die geldautomaat gelegen pand(en)te duchten was
en/of terwijl daarvan levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (toevallige) voorbijgangers en/of één of meer bewoner(s) bovenliggende woning(en) te duchten was;
en
/of
hij op
of omstreeks19 december 2014 te Middelburg, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een geldautomaat
(gelegen en
/ofgevestigd in een pand aan de [adres 3]
)heeft weggenomen ongeveer 80.400 Euro,
althans een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde 2] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s),waarbij verdachte en
/ofzijn mededader
(s
) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed
(eren)onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
, verbreking en/of inklimming.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 primair:
‘poging tot medeplegen van het opzettelijk een ontploffing teweegbrengen terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is’en‘poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak’
Ten aanzien van feit 3 primair:
‘medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is’
en
‘diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak’

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 en 3 primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren en zes maanden met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om het onvoorwaardelijke deel de gevangenisstraf te beperken tot november, zodat verdachte bij de geboorte van zijn kind aanwezig kan zijn. Daarnaast kan een forse voorwaardelijke vrijheidsstraf worden opgelegd met reclasseringstoezicht met daarbij eventueel de maximale werkstraf.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 21 juli 2015;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 11 juni 2015.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een vrijheidsstraf van na te melden duur leiden - dat verdachte en zijn mededaders een voltooide plofkraak en een poging tot plofkraak hebben gepleegd.
Verdachte heeft, samen met zijn mededaders, een ontploffing in een geldautomaat in Middelburg teweeg gebracht met behulp van gas/zuurstofflessen. Verdachte en zijn mededaders slaagden erin de kluis te openen en maakten een bedrag van € 80.400,00 buit. Ook hebben verdachte en zijn mededaders getracht zich het in de kluis van een geldautomaat in Nijkerk bevindende geldbedrag toe te eigenen door met een ram-/stootbalk de kluisruimte te openen en met behulp van gas/zuurstofflessen en een ontsteker de geldautomaat te laten ontploffen. Er werd geen geld ontvreemd omdat de geldkluis niet open ging. Deze omstandigheid maakt het gedrag van verdachte en zijn mededaders echter niet minder laakbaar. De plofkraak is niet voltooid, echter de ontploffing wel. Door de ontploffing is aan de geldautomaat grote schade ontstaan. De dienstverlening door de bank aan klanten is hierdoor ernstig belemmerd.
Het handelen van verdachte en zijn mededaders komt op de rechtbank over als zeer professioneel en georganiseerd. Het gebruikte materiaal getuigt van een goede kennis van de wijze waarop dit soort plofkraken succesvol plegen te worden uitgevoerd. Kennelijk hebben verdachte en zijn mededaders volgens een plan gehandeld, zo blijkt onder meer uit de verkenning, het gebruikmaken van een snelle auto en de goederen die ze gebruikten. Verdachte en zijn mededaders hebben in Middelburg een fors bedrag buitgemaakt.
De brutale wijze waarop met grof geweld een geldautomaat werd gekraakt en werd leeg geroofd en werd gepoogd een tweede te kraken is schokkend en veroorzaakt sterke gevoelens van onmacht en onveiligheid in de maatschappij en met name bij de omwonenden die daarvan getuige zijn geweest. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan. Uit het kennelijke gemak waarmee verdachte en zijn mededaders tot deze daad zijn overgegaan, blijkt dat zij uitsluitend oog hebben gehad voor hun eigen financieel gewin en zich in het geheel niet hebben bekommerd om de eigendommen van een ander. De grote financiële schade wordt uiteindelijk door de samenleving in zijn geheel gedragen.
De rechtbank neemt voorts mee in haar overweging dat verdachte documentatie heeft.
Met name omdat de rechtbank niet bewezen acht dat er bij de plofkraken gevaar voor personen te duchten is geweest komt de rechtbank tot een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist.
Alles afwegende acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [benadeelde 3] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 24.605,14.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3] toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 158 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de hoogte van het bedrag niet betwist. De verdediging heeft aangevoerd dat de schade waarschijnlijk vergoed zal zijn door een derde partij, zoals een verzekeringsmaatschappij. Nader onderzoek hiernaar levert een onevenredige belasting op voor het strafproces. Derhalve moet de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt dat – zoals de benadeelde partij ter zitting heeft verklaard – de schade aan [benadeelde 3] is vergoed door de [benadeelde 3] Nederland. Onduidelijk is derhalve of [benadeelde 3] thans (nog) nadeel heeft ondervonden ten gevolge van het bewezenverklaarde feit. Om daar van uit te kunnen gaan is nader onderzoek nodig, hetgeen een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering. De benadeelde partij kan haar vordering aanbrengen bij de burgerlijke rechter.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 45, 47, 57, 157, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder 1 ten eerste, het onder 2, en het onder 3 ten eerste tenlastegelegde feit.
 verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
 verklaart de
benadeelde partij [benadeelde 3] niet-ontvankelijkin haar vordering.
Dit vonnis is gegeven door mr. J.M.C. Schuurman-Kleijberg (voorzitter), mr. T.P.E.E. van Groeningen en mr. R.G.J. Welbergen rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.L. Miedema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 september 2015.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] van de politie Oost Nederland, Gelderland-Midden, Districtsrecherche, opgemaakte proces-verbaal, onderzoek Soul, dossiernummer BHV-nummer 2015111889, gesloten op 28 mei 2015 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] p. 891, 8e alinea.; een proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte] , p. 1002.
3.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] p. 888; een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , p. 1006; een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 809, halverwege.
4.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , p. 1048-1049.
5.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] p. 891.
6.Een proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , namens [benadeelde 3] p. 87.
7.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] p. 898.
8.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , p. 1047.
9.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting, d.d. 31 augustus 2015.
10.Een proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte] , p. 1051.
11.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 31 augustus 2015.
12.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, Divisie Recherche, opgemaakte proces-verbaal, onderzoek Wedel, BHV nummer 2014303026, gesloten op 21 mei 2015 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
13.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , p. 17.
14.Een proces-verbaal van aangifte van [naam 2] , p. 35; een schriftelijk bescheid, zijnde de aangifte van [naam 3] namens [benadeelde 2] , p. 38-39.
15.Een proces-verbaal van aangifte van [naam 4] , p. 32
16.Een schriftelijk bescheid, zijnde de aangifte van [naam 3] namens [benadeelde 2] , p. 39-40.
17.Een proces-verbaal van verhoor [naam 5] , p. 27; een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] , p. 29.
18.Een proces-verbaal van getuige [getuige 3] , p. 18.
19.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 31 augustus 2015.
20.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 31 augustus 2015.
21.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 31 augustus 2015.
22.Een proces-verbaal van verhoor getuige [betrokkene 1] , p. 147-148.
23.Een proces-verbaal van verhoor getuige [betrokkene 1] , p. 132 onderaan, p. 133 (onderzoek Soul).
24.Een proces-verbaal van aangifte van [naam 2] , p. 35.
25.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 24.