Uitspraak
Lindorff B.V.,
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
“afkoopsom voor vroegtijdig beëindigen van contract mobielnr [nummer] over de periode 28-12-2013 – 08-11-2014”.Deze bewoordingen zijn naar het oordeel van de kantonrechter als een ontbindingsverklaring aan te merken. Voor zover [gedaagde partij] hieruit niet heeft afgeleid dat de overeenkomst hiermee buitengerechtelijk werd ontbonden, had het op haar weg gelegen om te onderbouwen hoe zij deze bewoordingen heeft begrepen. Nu zij dit heeft nagelaten, dient van de ontbinding per 28 december 2013 te worden uitgegaan. (Vgl. Rechtbank Midden-Nederland 28 januari 2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:425).
“Als Hi de overeenkomst tijdens de toepasselijke minimumduur ontbindt op grond van lid 6, blijft de Contractant verplicht de in artikel 1:12 bedoelde periodieke vergoedingen voor de door hem afgenomen Diensten over de nog resterende periode van de minimumduur te voldoen.”Dit artikel moet worden gezien als een beding dat is opgesteld om in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen. De kantonrechter dient daarom ambtshalve te beoordelen of het beding onredelijk bezwarend is (HR 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691). Gelet op de door Lindorff verstrekte gegevens moet worden geoordeeld dat het in rekening brengen van de resterende maandtermijnen, terwijl [gedaagde partij] geen gebruik meer kan maken van de diensten van KPN, moet worden beschouwd als een boete die niet in redelijke verhouding staat tot het nadeel dat Lindorff lijdt. Dit leidt tot de conclusie dat het beding onredelijk bezwarend is en daarom op grond van artikel 6:233 aanhef en onder a BW ambtshalve wordt vernietigd.
€ 326,57 (excl. btw).De vordering ter zake het niet retourneren van het toestel ad
€ 102,91 (incl. btw)is eveneens toewijsbaar.
€ 229,10toegewezen.