Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
3.De beslissing
heft ophet geschorste bevel tot
voorlopige hechtenis.
Rechtbank Gelderland
Op 29 september 2015 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 25-jarige man uit Vaassen, die betrokken was bij een vechtpartij op de Nieuwstraat in Apeldoorn in de nacht van 15 op 16 februari 2014. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van een poging tot doodslag, omdat hij het slachtoffer met kracht tegen het hoofd had getrapt, waardoor het slachtoffer meer dan tien minuten buiten kennis was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte door zijn handelen welbewust een levensbedreigend gevaar voor het slachtoffer had gecreëerd. Ondanks het feit dat het slachtoffer geen fatale gevolgen had ondervonden, was dit niet aan de verdachte te danken. Daarnaast werd de verdachte ook veroordeeld voor een eerdere mishandeling op 20 februari 2012 in Vaassen. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
De 19-jarige broer van de verdachte werd vrijgesproken van betrokkenheid bij de vechtpartij. De rechtbank baseerde haar beslissing op het feit dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De officier van justitie had vrijspraak bepleit, omdat de verdachte ontkende betrokken te zijn geweest bij het geweldsincident en de getuigenverklaringen en camerabeelden niet specifiek genoeg waren om de verdachte te identificeren. De rechtbank concludeerde dat er niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat de verdachte het slachtoffer had geslagen of geschopt, en sprak hem vrij van het tenlastegelegde. De voorlopige hechtenis werd opgeheven.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de rechters J. Tomassen (voorzitter), A. Prisse en M. van Apeldoorn, in aanwezigheid van griffier mr. Fransen. De zitting vond plaats op 29 september 2015.