ECLI:NL:RBGEL:2015:6072

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 september 2015
Publicatiedatum
29 september 2015
Zaaknummer
05/740036-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J. Tomassen
  • A. Prisse
  • M. van Apeldoorn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling en vrijspraak in vechtpartij Apeldoorn

Op 29 september 2015 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 25-jarige man uit Vaassen, die betrokken was bij een vechtpartij op de Nieuwstraat in Apeldoorn in de nacht van 15 op 16 februari 2014. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van een poging tot doodslag, omdat hij het slachtoffer met kracht tegen het hoofd had getrapt, waardoor het slachtoffer meer dan tien minuten buiten kennis was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte door zijn handelen welbewust een levensbedreigend gevaar voor het slachtoffer had gecreëerd. Ondanks het feit dat het slachtoffer geen fatale gevolgen had ondervonden, was dit niet aan de verdachte te danken. Daarnaast werd de verdachte ook veroordeeld voor een eerdere mishandeling op 20 februari 2012 in Vaassen. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.

De 19-jarige broer van de verdachte werd vrijgesproken van betrokkenheid bij de vechtpartij. De rechtbank baseerde haar beslissing op het feit dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De officier van justitie had vrijspraak bepleit, omdat de verdachte ontkende betrokken te zijn geweest bij het geweldsincident en de getuigenverklaringen en camerabeelden niet specifiek genoeg waren om de verdachte te identificeren. De rechtbank concludeerde dat er niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat de verdachte het slachtoffer had geslagen of geschopt, en sprak hem vrij van het tenlastegelegde. De voorlopige hechtenis werd opgeheven.

De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de rechters J. Tomassen (voorzitter), A. Prisse en M. van Apeldoorn, in aanwezigheid van griffier mr. Fransen. De zitting vond plaats op 29 september 2015.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/740036-14
Datum uitspraak : 29 september 2015
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum 1] 1996 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , 8172 [woonplaats] .
Raadsman: mr. M. Bakhuis, advocaat te Apeldoorn.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 18 juni 2014, 21 april 2015 en 15 september 2015.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Primair
hij in of omstreeks de nacht van 15 februari 2014 op 16 februari 2014 in de gemeente Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] ) van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer] meerdere malen, althans éénmaal, (met kracht) tegen/op het hoofd heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt (terwijl deze [slachtoffer] op de grond lag), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair
hij in of omstreeks de nacht van 15 februari 2014 op 16 februari 2014 in de gemeente Apeldoorn tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] ), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer] meerdere malen, althans éénmaal, (met kracht) tegen en/of op het hoofd heeft geslagen en/of
gestompt en/of geschopt en/of getrapt (terwijl deze [slachtoffer] op de grond lag), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Meer subsidiair
hij in of omstreeks de nacht van 15 februari 2014 op 16 februari 2014 te Apeldoorn met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Nieuwstraat, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer] , welk geweld bestond uit - het dreigend opdringen in de richting van die [slachtoffer] en/of (vervolgens) - het meermalen, althans eenmaal (met kracht) slaan en/of stompen tegen het hoofd en/of elders tegen het lichaam van die [slachtoffer] en/of (vervolgens) - (terwijl die [slachtoffer] weerloos op de grond lag) het meermalen, althans eenmaal, met geschoeide voet, schoppen en/of trappen tegen het hoofd en/of elders tegen het lichaam van die [slachtoffer] .

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Aanleiding onderzoek
De politie heeft in de nacht van 15 op 16 februari 2014 gezien dat er een vechtpartij ontstond in de Nieuwstraat in Apeldoorn (ter hoogte van eetgelegenheid Tevfik’s). Op camerabeelden is te zien dat een jongen, naar later bleek aangever [slachtoffer] , door meerdere personen is geschopt en/of geslagen.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van het tenlastegelegde. Verdachte ontkent betrokkenheid bij het geweldsincident.Voorts zijn de door de getuigen vermelde daderkenmerken onvoldoende specifiek en zijn de camerabeelden van onvoldoende kwaliteit om tot de conclusie te komen dat verdachte de persoon is die mede betrokken is geweest bij het geweld gepleegd tegen [slachtoffer] .
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit. De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat verdachte niet op de plaats delict was en voorts dat zijn betrokkenheid bij het tenlastegelegde op geen enkele wijze is af te leiden uit de voorhanden zijnde bewijsmiddelen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezenverklaard dat verdachte [slachtoffer] heeft geschopt of geslagen dan wel dat hij anderszins een actieve bijdrage heeft geleverd aan het tegen [slachtoffer] uitgeoefende geweld. Weliswaar hebben diverse getuigen verklaard dat verdachte, anders dan hij zelf zegt, wel in de buurt van de mishandeling was en hebben verbalisanten gerelateerd dat zij verdachte op grond van zijn haardracht, postuur, (het lichtgekleurde logo op) zijn jas dan wel op basis van zijn loopje op het beschikbare beeldmateriaal hebben herkend als één van de personen die geweld hebben gebruikt tegen [slachtoffer] , maar de rechtbank vindt dit onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen. Hierbij wordt overwogen dat de rechtbank de beelden heeft bekeken en dat hierop, mede gelet op de grote afstand tot de plaats delict, slechts zeer weinig specifieke daderkenmerken te zien zijn en dat de rechtbank verdachte, die ter zitting aanwezig was, in ieder geval niet op de beelden herkende.

3.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde;

heft ophet geschorste bevel tot
voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. Tomassen (voorzitter), mr. Prisse en mr. Van Apeldoorn, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Fransen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 september 2015.
mr. Tomassen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.