ECLI:NL:RBGEL:2015:5807

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 september 2015
Publicatiedatum
15 september 2015
Zaaknummer
05/880459-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot plofkraak en diefstal met explosieven in Nijkerk en Middelburg

Op 14 september 2015 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen drie mannen die betrokken waren bij een poging tot plofkraak in Nijkerk en een voltooide plofkraak in Middelburg. De rechtbank heeft de verdachten veroordeeld tot gevangenisstraffen van 32 maanden, 30 maanden en 14 maanden. De zaak kwam aan het licht na een ontploffing in een geldautomaat in Nijkerk op 6 maart 2015, waarbij de daders probeerden de kluis te openen met behulp van gasflessen en een ontstekingsmechanisme. De ontploffing leidde tot aanzienlijke schade aan de geldautomaat, maar er werd geen geld ontvreemd omdat de kluis niet openging. De rechtbank oordeelde dat de verdachten samenwerkten om de plofkraak uit te voeren, en dat er voldoende bewijs was voor hun betrokkenheid. De rechtbank sprak de verdachten vrij van enkele andere tenlastegelegde feiten, maar achtte de poging tot plofkraak en de diefstal met explosieven bewezen. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de impact op de samenleving bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/880459-15
Datum uitspraak : 14 september 2015
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] , zonder vaste woon-of verblijfplaats hier ten lande
thans gedetineerd te PI [adres 1]
raadsman: mr. D.C.E. Timmermans, advocaat te Rotterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen
van 17 juni 2015 en 31 augustus 2015.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een op 17 juni 2015 toegestane vordering nadere omschrijving tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 06 maart 2015 te Nijkerk, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, een gebouw, een getimmerte, een installatie
ter zee of een voor publiek toegankelijke plaats, te weten een pand gelegen
en/of gevestigd aan de [adres 2] , opzettelijk heeft vernield of beschadigd,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor dat pand en/of de in dat pand aanwezige
geldautomaat, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
en/of
hij op of omstreeks 06 maart 2015 te Nijkerk, tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft
gebracht, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader toen aldaar
opzettelijk middels een of meer slang(en)/pijp(en) vanuit een of meer
gas/zuurstof-fles(sen) via een geldautomaat (van de [naam bank 1] ) gas en/of
zuurstof in
een bij die geldautomaat behorende kluis gebracht/getransporteerd en/of
(vervolgens) dat gas/die zuurstof middels een ontstekingsmechanisme ontstoken ten gevolge waarvan die kluis en/of die geldautomaat (gedeeltelijk) is/zijn
ontploft, in elk geval een ontploffing in die geldautomaat teweeg heeft
gebracht, terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en/of het gebouw
waarin die geldautomaat zich bevond en/of de belendende en nabij die
geldautomaat gelegen pand(en) te duchten was;
en/of
hij op of omstreeks 06 maart 2015 te Nijkerk, ter uitvoering van het
door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit (een kluis van) een geldautomaat van de [naam bank 1] , weg te nemen een
geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan de [naam bank 1] , in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij
de toegang tot die plaats des misdrijfs te verschaffen en/of voormeld(e)
goed(eren) onder hun of verdachtes bereik te brengen door middel van braak
en/of verbreking, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s),
althans alleen, met gas en/of zuurstof, althans een of meer brandbare
stof(fen) een explosie/ontploffing heeft/hebben veroorzaakt, waardoor (de
kluis van) voornoemde geldautomaat geheel of gedeeltelijk is geopend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2.
hij op of omstreeks 03 november 2014 te Amsterdam tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen een motorvoertuig (Audi), in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan een (nog) onbekend persoon, in elk
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 03 november 2014 tot en met 06 maart 2015
te Amsterdam en/of te Nijkerk en/of te Amersfoort,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een motorvoertuig (Audi) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het\
voorhanden krijgen van dat voertuig wist(en) dat het (een) door misdrijf
verkregen goed(eren) betrof.
3.
hij op of omstreeks 19 december 2014 te Middelburg, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, een gebouw, een getimmerte, een
installatie ter zee of een voor publiek toegankelijke plaats, te weten een
(winkel)pand gelegen en/of gevestigd aan de [adres 3] , opzettelijk
heeft vernield of beschadigd,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor dat (winkel)pand en/of de in dat
(winkel)pand aanwezige geldautomaat ( [naam bank 2] ) en/of de in dat (winkel)pand
aanwezige (banket)bakkerij ( [naam bakkerij] ) en/of de bovenwoning(en) behorende en/of
belendende aan dat (winkel)pand, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te
duchten was en/of
terwijl daarvan levensgevaar voor (toevallige) voorbijgangers en/of één of
meer bewoner(s) van bovenliggende woning(en) te duchten was;
en/of
hij op of omstreeks 19 december 2014 te Middelburg , tezamen en in vereniging
met
een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft
gebracht, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader toen aldaar
opzettelijk middels een of meer slang(en)/pijp(en) vanuit een of meer
gas/zuurstof-fles(sen) via een geldautomaat (van de [naam bank 2] ) gas en/of
zuurstof in een bij die geldautomaat behorende kluis gebracht/getransporteerd
en/of (vervolgens) dat gas/die zuurstof middels een ontstekingsmechanisme
ontstoken ten gevolge waarvan die kluis en/of die geldautomaat (gedeeltelijk)
is/zijn ontploft, in elk geval een ontploffing in die geldautomaat teweeg heeft
gebracht,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en/of het gebouw
waarin die geldautomaat zich bevond en/of de belendende en nabij die
geldautomaat gelegen pand(en) te duchten was
en/of terwijl daarvan levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel
voor (toevallige) voorbijgangers en/of één of meer bewoner(s) bovenliggende
woning(en) te duchten was;
en/of
hij op of omstreeks 19 december 2014 te Middelburg, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een geldautomaat(gelegen en/of gevestigd
in een pand aan de [adres 3] ) heeft weggenomen ongeveer 80.400 Euro,
althans een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [naam bank 2] N.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn/haar mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s)zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 01 december 2014 tot en met 19 december 2014
te Utrecht en/of te Amsterdam en/of te Amersfoort en/of te Middelburg, althans
in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter voorbereiding van de misdrijven/het misdrijf:
het teweeg brengen van een ontploffing in vereniging (artikelen 157 jo. 47 van
het Wetboek van Strafrecht)
en/of het opzettelijk vernielen van een gebouw in vereniging (artikelen
170 jo. 47 van het Wetboek van Strafrecht)
opzettelijk één of meer voorwerpen, te weten:
- een (vlucht)auto (Opel Astra, [kenteken 1] , gehuurd bij Autoverhuur [bedrijf] ) en/of
- een bij de plofkraak gebruikte auto (Audi, voorzien van valse en/of gestolen
kentekenplaten, [kenteken 2] ) en/of
- één of meer telefoon(s) (gebruikt tijdens de voorbereiding en/of een
voorverkenning om onderling contact te onderhouden) en/of
- één of meer gasfles(sen) (gebruikt bij de ontploffing c.q. plofkraak van de
geldautomaat) en/of
- lijm (gebruikt bij de ontploffing c.q. plofkraak van de geldautomaat) en/of
- een stopwatch (gebruikt tijdens de voorverkenning) en/of
- een garagebox (bestemd voor het verbergen van een bij de plofkraak te
gebruikte auto) en/of
- ( zwarte) tape/plakband en/of één of meer (holle)stalen pijp(en)/buizen
(welke gebruikt zijn om de ontploffing c.q. plofkraak van de geldautomaat uit
te voeren, zie pag. 99) en/of
- een hoeveelheid benzine (waarschijnlijk te gebruiken om sporen uit te
wissen) en/of
- een accubooster (te gebruiken bij de plofkraak)en/of
een of meer andere voorwerpen, bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft
verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd
en/of voorhanden heeft gehad.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Met betrekking tot feit 1 [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 6 maart 2015 vond omstreeks 04.25 uur een ontploffing plaats in een geldautomaat van de [naam bank 1] te Nijkerk. De deur van de naast de geldautomaat bevindende kluisruimte is vernield door een balk, die door een auto tegen de deur is geramd. [2] Medeverdachte [medeverdachte 1] was de persoon die de balk vasthield. [3] Eén van de daders had vanuit gas/zuurstofflessen [4] een slang in de geldautomaat gebracht. Daaraan gekoppeld zat een ontstekingsmechanisme, zijnde een taser, [5] die -middels een druk op de knop- de ontploffing veroorzaakte. [6] De gehele geldautomaat was vernield en de toegangsdeur tot de kluisruimte was ontzet en gedeeltelijk naar binnen gedrukt. [7] De kluis was echter niet open gegaan en er is geen geld weggenomen. [8] Medeverdachte
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij samen met [medeverdachte 1] betrokken was bij bovengenoemde handelingen. [9]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 primair tenlastegelegde feit. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte en twee mededaders gepoogd hebben een plofkraak uit te voeren.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de herkenning van verdachte door [getuige 1] en [medeverdachte 1] niet sluitend zijn. Voorts heeft [medeverdachte 1] verklaard dat de derde persoon een trainingsbroek aan had. De verbalisanten die de derde persoon zagen vluchten uit de gecrashte auto zagen een persoon in een spijkerbroek.
Beoordeling door de rechtbank
Met betrekking tot de vraag of verdachte iets met deze plofkraak te maken had, acht de rechtbank het volgende van belang.
Omstreeks 04.30 uur kwam er een melding binnen bij de politie van de plofkraak in Nijkerk. [10] Getuigen hadden twee of drie personen gezien die in een lichtgekleurde, grote auto, op de vlucht waren geslagen. [11] Verbalisanten zagen een verdacht voertuig dat met hoge snelheid richting de Zielhorsterweg in Amersfoort reed. De achtervolging werd ingezet. [12] In de laatste bocht van de Zielhorsterweg werd de auto aangetroffen. Deze lag op zijn kop. In de auto lagen twee gewonde inzittenden. Een derde persoon sloeg te voet op de vlucht. [13] Naast de gecrashte auto lag onder meer een jerrycan en een gasfles voorzien van tape. Eén van de gewonde personen had een bivakmuts op zijn hoofd. De twee gewonde inzittenden bleken te zijn [medeverdachte 1] en
[medeverdachte 2] . [14]
Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij, [medeverdachte 1] en ‘ [bijnaam verdachte] ’ de plofkraak hebben gepleegd en nadat deze mislukt was, met de (vlucht)auto een ongeluk hebben gehad. ‘ [bijnaam verdachte] ’ had als bestuurder in de auto gereden. [15]
Ze waren die dag eerder met een Opel Corsa, die [medeverdachte 2] had gehuurd van autobedrijf [bedrijf] , naar Amersfoort gereden om de Audi op te halen. Onderweg hadden ze getankt. [16]
In de woning van [getuige 1] , de vriendin van medeverdachte [medeverdachte 1] , [17] is een bon aangetroffen van tankstation [naam tankstation] . Op deze bon is te zien dat er op 6 maart 2015 om 02.55 uur is getankt. Bij het betreffende tankstation zijn de beelden opgevraagd en bekeken. Uit de beelden blijkt dat er op genoemd tijdstip een auto bij het tankstation was waarbij drie mannen hoorden. [18] De auto had als kenteken [kenteken 3] , [19] en betrof een Opel Corsa die was verhuurd door [bedrijf] autoverhuur B.V. [20] aan [medeverdachte 2] . [21] Twee van de drie personen in de auto zijn later door verbalisanten herkend als [medeverdachte 2] en
[medeverdachte 1] . [22] [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben ook verklaard dat zij in het tankstation zijn geweest die nacht. [23]
Tijdens een regionale briefing van de politie zijn er foto’s van de beelden van het tankstation [naam tankstation] getoond. Tijdens de briefing herkenden vier verbalisanten -onafhankelijk van elkaar- de derde persoon op de foto’s ambtshalve als [verdachte] . [24] Aan geen van voornoemde verbalisanten was op voorhand iets van achtergrondinformatie over de persoon gegeven.
Getuige [getuige 1] heeft op 6 maart 2015 een melding gedaan dat zij zich zorgen maakte over haar vriend [medeverdachte 1] . Hij was die nacht niet thuis gekomen nadat hij middernacht was opgehaald door [medeverdachte 2] en een Marokkaan die ze één keer eerder had gezien bij [medeverdachte 2] . [25]
[medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en de derde persoon waren eerder die dag bij haar thuis geweest. De derde persoon ging naar haar slaapkamer en kwam terug met een muts op. Op de grond in de slaapkamer lagen uitgeknipte vormpjes van zwarte stof in de vorm van ogen. [26]
Ook heeft [getuige 1] verklaard dat ze [medeverdachte 2] al eerder met gas/zuurstofflessen had zien lopen. [27] Ze hadden in haar keuken geprobeerd flessen klaar te maken. Ze waren met zijn drieën. [28] [getuige 1] heeft later, geconfronteerd met een foto van verdachte [verdachte] , verklaard dat dat de derde persoon was die zij op de op 6 maart 2015 had gezien. [29]
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat ze de jongen die ze herkende van de foto, [30] te weten verdachte [verdachte] , in Nijkerk heeft gezien in de woning van [getuige 1] . Ze had hem ook in Middelburg gezien. [31] Dit was dezelfde persoon die later bij haar aan de deur is geweest. [32]
Dit wordt gesteund door de verklaring van getuige [getuige 3] . Zij heeft verdachte [verdachte] van een foto herkend als de ‘ [verdachte] ’ die bij [getuige 2] aan de deur stond. [33]
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat ze met zijn drieën, namelijk hij, [medeverdachte 1] en ‘ [bijnaam verdachte] ’ bij [getuige 1] waren. [34] Zij gingen met de Audi naar de pinautomaat in Nijkerk. [medeverdachte 2] haalde de spullen uit de auto, dus de gasflessen en het zwarte kastje (naar de rechtbank begrijpt het ontstekingsmechanisme). [medeverdachte 1] moest de balk vasthouden. ‘ [bijnaam verdachte] ’ had twee schroevendraaiers bij zich. De buis die aan de slangen vast zat, stopte hij in de pinautomaat. De auto zou achteruit rijdend de deur naar de kluisruimte rammen met gebruikmaking van een balk. Na drie of vier keer rammen werd op het knopje van het zwarte kastje gedrukt en ontstond er een knal. ‘ [bijnaam verdachte] ’ zei dat de spullen moesten worden opgeruimd, [medeverdachte 1] zei dat de kluis niet open was gegaan. ‘ [bijnaam verdachte] ’ bestuurde de auto en [medeverdachte 1] wees de weg toen ze naar de geldautomaat reden, omdat [medeverdachte 1] daar bekend is. [35]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat ze met zijn drieën de plofkraak zouden plegen. [36] Er zou een kabel uit een taser komen, om de gasflessen te laten ontploffen. Ze waren van tevoren bij [getuige 1] in Nijkerk geweest. [37] De derde persoon had geen bivakmuts, hij knipte een bivakmuts van een zwart shirt, in de slaapkamer van [getuige 1] . [38]
De rechtbank overweegt, gelet op vorenstaande, dat het verdachte was die samen met twee anderen de plofkraak heeft gepoogd te plegen in Nijkerk op 6 maart 2015.
Getuige [getuige 1] heeft verdachte herkend als de derde persoon die mee was op de dag van de plofkraak. Daarnaast hebben vier verbalisanten, zonder enige achtergrondinformatie, verdachte herkend van de camerabeelden bij het tankstation waar de drie personen voorafgaand aan de plofkraak hebben getankt.
Zowel [medeverdachte 1] als [medeverdachte 2] verklaren over ‘ [bijnaam verdachte] ’ die erbij was en hebben daarbij een foto van verdachte aangewezen. Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de derde persoon betrokken bij de plofkraak verdachte betreft.
Verdachte heeft samen met zijn medeverdachten nauw en bewust samengewerkt teneinde de plofkraak te laten slagen en het geld weg te nemen. Het is bij een poging gebleven omdat de kluisdeur niet open ging.
De stelling van verdachte dat hij volgens zijn juridische documentatie in februari 2015 heeft vastgezeten, kan aan het voorgaande niet afdoen.
Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank het onder 1 ten eerste ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachten hebben de geldautomaat en de deur vernield, althans beschadigd. Er is echter geen bewijs voorhanden dat ten gevolge van deze vernielingen verder (gemeen) gevaar voor het pand of andere goederen te duchten was.
Met betrekking tot feit 2
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 3 november 2014 werd een Audi S4 met chassisnummer [nr] met kenteken [kenteken 4] zonder toestemming weggenomen. [39] Op 6 maart 2015 is na een mislukte plofkraak een gecrashte Audi aangetroffen met kenteken [kenteken 2] . [40] Na onderzoek aan deze laatstgenoemde Audi werd onder de motorkap op het chassisnummer aangetroffen: [nr] . [41] Na onderzoek aan het navigatiesysteem van de Audi met chassisnummer [nr] bleek dat deze in elk geval was geweest in Amersfoort, Amsterdam en Nijkerk. [42]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het primair en subsidiair tenlastegelegde feit omdat niet is komen vast te staan dat het betreffende voertuig hetzelfde voertuig is als waarover aangifte van diefstal is gedaan.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gepleit voor vrijspraak van het primair en subsidiaire feit.
Beoordeling door de rechtbank
Anders dan de officier van justitie heeft betoogd is de rechtbank van oordeel dat - zoals uit de hiervoor genoemde vaststaande feiten volgt - wel voldoende bewijs voorhanden is om vast te stellen dat het voertuig, dat is gebruikt bij de plofkraak in Nijkerk, het voertuig is waarvan aangifte van diefstal is gedaan.
Met betrekking tot de vraag of verdachte enige betrokkenheid had bij dit feit, acht de rechtbank voorts het volgende van belang.
Bij feit 1 is reeds vast komen te staan dat verdachte en de persoon die door zijn medeverdachten [medeverdachte 2] wordt aangeduid als ‘ [bijnaam verdachte] ’ een en dezelfde persoon zijn.
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat ‘ [bijnaam verdachte] ’ had gezegd dat de auto waarin hij reed een gestolen auto was. [43] Dat had hij reeds in februari verteld [44] en daarom had [medeverdachte 2] ook een bivakmuts op toen hij door de politie werd aangetroffen in de gestolen auto.
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat de grijze Audi, waarin ‘ [bijnaam verdachte] ’ en [medeverdachte 1] naar Zeeland (feit 3) reden, een gestolen auto was. Dat had ze gehoord maar ze merkte het ook aan de manier waarop er gereden werd. [45] Zowel [medeverdachte 2] als [medeverdachte 1] hebben verklaard dat verdachte degene was die de auto bestuurde op 6 maart 2015. [46] [medeverdachte 2] verklaart dat de Audi van de plofkraak van [verdachte] , verdachte, is. [47]
Uit vorenstaande blijkt dat verdachte als heer en meester over de auto kon beschikken.
Vastgesteld is reeds dat de auto van diefstal afkomstig was.
De rechtbank overweegt dat niet uit het dossier is gebleken dat verdachte enige wegnemingshandeling heeft verricht met betrekking tot de Audi, zodat verdachte wordt vrijgesproken van het hem primair tenlastegelegde feit.
Met betrekking tot de vraag of verdachte ten tijde van het verkrijgen of voorhanden hebben wist dat de auto van enig misdrijf afkomstig was, overweegt de rechtbank als volgt.
Het is een feit van algemene bekendheid dat men bij aanschaf of anderszins verkrijgen van een motorvoertuig, deze op naam moet stellen. Dit is niet mogelijk zonder het overschrijvingsbewijs, ofwel het kentekenbewijs met de tenaamstellingscode. Een auto die van diefstal afkomstig is, wordt niet geleverd met bovenstaande benodigde papieren en kan derhalve niet op naam worden gezet. Het is dan ook in de onderhavige situatie, waarin alle daaromtrent bevraagde getuigen verklaren dat verdachte zich presenteerde als de eigenaar van de auto, niet mogelijk dat verdachte de auto te goeder trouw heeft verkregen. Verdachte moet ten tijde van die verkrijging redelijkerwijs op de hoogte zijn geweest dat het om een gestolen auto ging. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat verdachte zelf tegen andere personen heeft verteld dat de auto gestolen was. Verdachte wist dus dat het om een gestolen voertuig ging. Er is, mede gelet op het hiervoor overwogene, geen reden om te veronderstellen dat dat op het moment van verkrijgen van de auto anders was.
De rechtbank acht derhalve, anders dan de officier van justitie en de verdediging het subsidiair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 3 [48]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 19 december 2014 vond in Middelburg omstreeks 04.15 uur een ontploffing plaats in de geldautomaat aan de [adres 3] . [49] In dit pand was een banketbakkerij en een [naam bank 2] geldautomaat gevestigd. [50] Door de ontploffing is de glazen toegangsdeur van de bakkerij vernield. Ook is de zijwand van de winkel ontzet en zaten er barsten in het hout van een kast naast de toonbank. [51] De geldautomaat en de toegangsdeur tot de ruimte, waar de kluis van de geldautomaat zich bevond, waren vernield. Het beeldscherm en andere brokstukken van de geldautomaat lagen op straat. De hele bovenkant van de geldautomaat was vernield en de kluisdeur was uit de kluis geblazen. Er is een bedrag van € 80.400,00 weggenomen. [52] Er stonden op het moment van de ontploffing drie donker geklede mannen in de buurt en bij de pinautomaat, [53] die daarop in een zilvergrijze Audi station met hoge snelheid zijn weggereden. [54]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte en zijn mededaders zich schuldig hebben gemaakt aan het primair tenlastegelegde feit. Verdachte heeft samen met twee anderen een plofkraak gepleegd in Middelburg en daarbij een bedrag van € 80.400,-- buitgemaakt.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gepleit voor vrijspraak van het aan verdachte primair en subsidiair tenlastegelegde feit. Er bestaan enkel aanwijzingen van betrokkenheid, dit is echter onvoldoende om verdachte te veroordelen voor deelneming aan de plofkraak. De herkenning van getuige [getuige 2] kan niet kloppen gelet op het feit dat verdachte op het moment van de verkenning, in het weekend voorafgaand aan 28 februari 2015, gedetineerd zat. De verklaring van [medeverdachte 2] is onbetrouwbaar. Deze verklaring sluit niet aan bij de verklaring van [getuige 2] , klopt niet met de tijdspanne noch met de zendmastgegevens.
Beoordeling door de rechtbank
Met betrekking tot de vraag of verdachte enige betrokkenheid had bij dit feit, acht de rechtbank het volgende van belang.
Vast staat, zoals onder feit 1 en 2 overwogen, dat de Audi S4 waarin verdachte en zijn mededaders reden ten tijde van de plofkraak van 6 maart 2015, met valse kentekens reed. Gelet op de gelijkenis tussen bovenstaande plofkraak met de plofkraak in Nijkerk, is onderzoek gedaan naar de auto met nummerbord [kenteken 2] . [55] Uit opgevraagde ANPR gegevens bleek dat de auto met kenteken [kenteken 2] op vrijdag 19 december 2014 om 01.57 uur via de A58 Zeeland binnen kwam. Voornoemd kenteken verliet Zeeland op 23 december om 23.05.04. Hierop zijn kentekens onderzocht die kort voor- of na de auto met kenteken
[kenteken 2] Zeeland in en uitreden. Hieruit kwam naar voren dat een voertuig met kenteken
[kenteken 1] vrijdag 19 december 2014, 17 seconden achter de Audi, Zeeland in reed. Dit kenteken stond op naam van [bedrijf] Autoverhuur B.V. en was op 19 december 2014 verhuurd aan [medeverdachte 2] . [56]
Voorts bleek dat op 23 december 2014 om 22.55 uur een Volkswagen Polo met kenteken
[kenteken 5] Zeeland verliet. Deze Polo stond op naam van [getuige 4] . [getuige 4] verklaarde dat het haar auto was en dat [verdachte] hiervan ook gebruikt maakte. [57] Dit bleek ook uit de gegevens van de politie, namelijk bij een eerdere verkeerscontrole werd [verdachte] in deze auto aangetroffen. [58] Daarnaast heeft [medeverdachte 2] verklaard dat [verdachte] vaak in de Volkswagen Polo van zijn vriendin reed. [59]
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat er drie jongens bij de plofkraak in Middelburg betrokken waren, waaronder [verdachte] ‘ [bijnaam verdachte] ’. [60] [verdachte] kreeg van [betrokkene 1] instructies wie wat moest doen. [verdachte] heeft de gasflessen, nadat [betrokkene 1] alles voor hen in elkaar had gezet, in de Audi gezet. [medeverdachte 2] heeft hem in Middelburg weer ontmoet, [verdachte] heeft de Audi daar in een box gezet. [verdachte] is weggereden, kwam na een kwartier weer terug in de box en is toen geld gaan tellen. Het raam van de Audi lag er na de plofkraak uit. [61] De rechtbank acht deze verklaring over de betrokkenheid van verdachte betrouwbaar omdat de verklaring gesteund wordt door de verklaring van getuige [getuige 2] alsmede door het feit dat getuige [getuige 4] heeft verklaard dat verdachte [verdachte] gebruik maakte van de betreffende auto die vlak achter de Audi Zeeland in reed.
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat [medeverdachte 2] en een onbekende en de jongen van de foto, betrokken waren bij de plofkraak in Zeeland. [62] [getuige 2] herkende verdachte [verdachte] op de aan haar getoonde foto’s. [63]
De rechtbank overweegt dat zij de verklaring van getuige [getuige 2] betrouwbaar acht. Dit, gelet op het feit dat haar verklaring met betrekking tot feit 1 op redengevende punten ondersteund is door andere verklaringen.
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met zijn mededaders en op 19 december 2014 een plofkraak in Middelburg heeft gepleegd waarbij een bedrag van € 80.400,- is buitgemaakt.
Met betrekking tot de vraag of het handelen van verdachte en zijn medeverdachten gevaar voor personen of goederen oplevert, overweegt de rechtbank als volgt. Het pand waarin de geldautomaat zich bevond, heeft schade opgelopen. Zo is de gevel gedeeltelijk kapot, is de winkelpui is kapot, is er glasschade, schade aan de ruimte waar de geldautomaat in zat en zijn in de bovenwoning scheuren zichtbaar. [64] Getuige [getuige 5] , wonend boven de pinautomaat van de [naam bank 2] , heeft verklaard dat haar bed trilde door de harde knal. [65]
Uit de bewijsmiddelen volgt dan ook dat de geldautomaat én het pand (het gebouw), waar de geldautomaat zich in bevond, zijn vernield althans beschadigd door de ontploffing en dat er door deze ontploffing van het geldautomaat gevaar voor het pand waarin het geldautomaat zich bevond te duchten was, welk gevaar zich zelfs ook heeft verwezenlijkt.
Ten aanzien van het onder feit drie ten eerste tenlastegelegde overweegt de rechtbank dat er geen onderzoek is gedaan en ook overigens geen bewijs voorhanden dat er als gevolg van die vernieling of beschadiging van het gebouw nader gevaar voor dat pand, de in dat pand aanwezige bakkerij of voor belendende panden of andere goederen te duchten was.
Evenmin kan worden bewezen dat er bij de ontploffing gemeen gevaar voor personen (voorbijgangers of bewoners) te duchten was. De stelling van de verdediging dat de daders voor de ontploffing zich ervan hebben vergewist dat er geen voorbijgangers aanwezig waren is niet onaannemelijk. Overigens is niet onderzocht in hoeverre er reëel gevaar voor personen heeft bestaan,
Verdachte zal derhalve van het onder feit 3 ten eerste en van het onder feit 3 ten tweede, voor zover dat ziet op het gemeen gevaar van personen, worden vrijgesproken.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, onder 2 subsidiair en onder 3 primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op of omstreeks 06 maart 2015 te Nijkerk, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een gebouw, een getimmerte, een installatie ter zee of een voor publiek toegankelijke plaats, te weten een pand gelegen en/of gevestigd aan de [adres 2] , opzettelijk heeft vernield of beschadigd, terwijl daarvan gemeen gevaar voor dat pand en/of de in dat pand aanwezige geldautomaat, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was
en/of
hij op
of omstreeks06 maart 2015 te Nijkerk, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht, immers
heeft/hebben verdachte en
/ofzijn mededader toen aldaar opzettelijk middels een of meer slang
(en
)/pijp
(en
)vanuit
een of meergas/zuurstof-fles
(sen
)via een geldautomaat (van de [naam bank 1] ) gas en/of zuurstof in een bij die geldautomaat behorende kluis gebracht/getransporteerd en
/of (vervolgens
)dat gas/die zuurstof middels een ontstekingsmechanisme ontstoken ten gevolge waarvan
die kluis en/ofdie geldautomaat
(gedeeltelijk)is
/zijnontploft,
in elk geval een ontploffing in die geldautomaat teweeg heeft gebracht,terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat e
n/of het gebouw waarin die geldautomaat zich bevond en/of de belendende en nabij die geldautomaat gelegen pand(en)te duchten was;
en
/of
hij op
of omstreeks06 maart 2015 te Nijkerk, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit
(een kluis van
)een geldautomaat van de [naam bank 1] , weg te nemen een geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan de [naam bank 1] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)en
zich daarbij de toegang tot die plaats des misdrijfs te verschaffen en/ofvoormeld
(e)goed
(eren)onder hun
of verdachtesbereik te brengen door middel van braak
en/of verbreking,tezamen en in vereniging met verdachtes mededader
(s
),
althans alleen,met gas en/of zuurstof,
althans een of meer brandbare stof(fen)een
explosie/ontploffing
heeft/hebben veroorzaakt
, waardoor (de kluis van) voornoemde geldautomaat geheel of gedeeltelijk is geopend,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2.
hij op of omstreeks 03 november 2014 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een motorvoertuig (Audi), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een (nog) onbekend persoon, in elk
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij in
of omstreeksde periode van 03 november 2014 tot en met 06 maart 2015 te Amsterdam en
/ofte Nijkerk en
/ofte Amersfoort,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,een motorvoertuig (Audi)
heeft verworven,voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen,terwijl hij
en/of zijn mededader(s)ten tijde van het
verwerven of het/voorhanden krijgen van dat voertuig wist
(en)dat het
(een
)door misdrijf verkregen goed
(eren)betrof.
3.
hij op of omstreeks 19 december 2014 te Middelburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een gebouw, een getimmerte, een installatie ter zee of een voor publiek toegankelijke plaats, te weten een (winkel)pand gelegen en/of gevestigd aan de [adres 3] , opzettelijk heeft vernield of beschadigd, terwijl daarvan gemeen gevaar voor dat (winkel)pand en/of de in dat (winkel)pand aanwezige geldautomaat ( [naam bank 2] ) en/of de in dat (winkel)pand aanwezige (banket)bakkerij ( [naam bakkerij] ) en/of de bovenwoning(en) behorende en/of belendende aan dat (winkel)pand, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was en/of terwijl daarvan levensgevaar voor (toevallige) voorbijgangers en/of één of meer bewoner(s) van bovenliggende woning(en) te duchten was;
en/of
hij op
of omstreeks19 december 2014 te Middelburg, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht, immers
heeft/hebben verdachte en
/ofzijn mededader toen aldaar opzettelijk middels
een of meerslang
(en
)/pijp
(en
)vanuit een of meer gas/zuurstof-fles(sen) via een geldautomaat
(van de [naam bank 2]
)gas en/of zuurstof in een bij die geldautomaat behorende kluis gebracht
/getransporteerden/of
(vervolgens
)dat gas/die zuurstof middels een ontstekingsmechanisme ontstoken ten gevolge waarvan die kluis en
/ofdie geldautomaat (gedeeltelijk)
is/zijn ontploft,
in elk geval een ontploffing in die geldautomaat teweeg heeft gebracht,terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en
/ofhet gebouw waarin die geldautomaat zich bevond en
/of de belendende en nabij die geldautomaat gelegen pand(en)te duchten was
en/of terwijl daarvan levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (toevallige) voorbijgangers en/of één of meer bewoner(s) bovenliggende woning(en) te duchten was;
en
/of
hij op
of omstreeks19 december 2014 te Middelburg, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een geldautomaat
(gelegen en
/ofgevestigd in een pand aan de [adres 3]
)heeft weggenomen ongeveer 80.400 Euro,
althans een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [naam bank 2] N.V.,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s),waarbij verdachte en
/ofzijn mededader
(s
) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed
(eren)onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
, verbreking en/of inklimming.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 primair:
‘poging tot medeplegen van het opzettelijk een ontploffing teweegbrengen terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is’en
‘poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak’
Ten aanzien van feit 2:
‘opzetheling’
Ten aanzien van feit 3 primair:
‘medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is’
en
‘diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak’

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 en 3 primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren en zes maanden met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om ten aanzien van de plofkraak in Nijkerk, indien het tot een bewezenverklaring komt, rekening te houden met de rolverdeling. Verdachte heeft niet de hoofdrol vervuld. Voorts heeft de verdediging gepleit voor matiging van de gevangenisstraf gelet op het feit dat het bij een poging is gebleven. Er was geen gevaar voor omwonenden, er was enkel materiële schade, het gevaar voor omwonenden en belendende panden was nihil. Ten aanzien van de overige feiten is geen strafmaatverweer gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 21 juli 2015;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 28 mei 2015.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een vrijheidsstraf van na te melden duur leiden - dat verdachte en zijn mededaders een voltooide plofkraak en een poging tot plofkraak hebben gepleegd. Verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan de opzetheling van een auto.
Verdachte heeft, samen met zijn mededaders, een ontploffing in een geldautomaat in Middelburg teweeg gebracht met behulp van gas/zuurstofflessen. Verdachte en zijn mededaders slaagden erin de kluis te openen en maakten een bedrag van € 80.400,00 buit. Ook hebben verdachte en zijn mededaders getracht zich het in de kluis van een geldautomaat in Nijkerk bevindende geldbedrag toe te eigenen door met een ram-/stootbalk de kluisruimte te openen en met behulp van gas/zuurstofflessen en een ontsteker de geldautomaat te laten ontploffen. Er werd geen geld ontvreemd omdat de geldkluis niet open ging. Deze omstandigheid maakt het gedrag van verdachte en zijn mededaders echter niet minder laakbaar. De plofkraak is niet voltooid, echter de ontploffing wel. Door de ontploffing is aan de geldautomaat grote schade ontstaan. De dienstverlening door de bank aan klanten is hierdoor ernstig belemmerd.
Het handelen van verdachte en zijn mededaders komt op de rechtbank over als zeer professioneel en georganiseerd. Het gebruikte materiaal getuigt van een goede kennis van de wijze waarop dit soort plofkraken succesvol plegen te worden uitgevoerd. Kennelijk hebben verdachte en zijn mededaders volgens een plan gehandeld, zo blijkt onder meer uit de verkenning, het gebruikmaken van een snelle auto en de goederen die ze gebruikten. Verdachte en zijn mededaders hebben in Middelburg een fors bedrag buitgemaakt.
De brutale wijze waarop met grof geweld een geldautomaat werd gekraakt en werd leeg geroofd en werd gepoogd een tweede te kraken is schokkend en veroorzaakt sterke gevoelens van onmacht en onveiligheid in de maatschappij en met name bij de omwonenden die daarvan getuige zijn geweest. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan. Uit het kennelijke gemak waarmee verdachte en zijn mededaders tot deze daad zijn overgegaan, blijkt dat zij uitsluitend oog hebben gehad voor hun eigen financieel gewin en zich in het geheel niet hebben bekommerd om de eigendommen van een ander. De grote financiële schade wordt uiteindelijk door de samenleving in zijn geheel gedragen.
De rechtbank neemt voorts mee in haar overweging dat verdachte eerder voor diefstallen is veroordeeld. Daarbij was hij volgens zijn eigen stelling nog maar enkele dagen op vrije voeten op het moment van de plofkraak in Nijkerk. Ook een gevangenisstraf weerhoudt verdachte er kennelijk niet van dit soort ernstige strafbare feiten te plegen.
Omdat de rechtbank niet bewezen acht dat er bij de plofkraken gevaar voor personen te duchten is geweest en zij de heling wel bewezen acht komt de rechtbank tot een andere straf dan door de officier van justitie is geëist.
Alles afwegende acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [naam bank 1] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 24.605,14.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [naam bank 1] toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 158 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de hoogte van het bedrag niet betwist. De verdediging heeft aangevoerd dat de schade vergoed zal zijn door een derde partij, zoals een verzekeringsmaatschappij. Nader onderzoek hiernaar levert een onevenredige belasting op voor het strafproces. Derhalve moet de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt dat – zoals de benadeelde partij ter zitting heeft verklaard – de schade aan [naam bank 1] is vergoed door de [naam bank 1] Nederland. Onduidelijk is derhalve of [naam bank 1] thans (nog) nadeel heeft ondervonden ten gevolge van het bewezenverklaarde feit. Om daar van uit te kunnen gaan is nader onderzoek nodig, hetgeen een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering. De benadeelde partij kan haar vordering aanbrengen bij de burgerlijke rechter.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 45, 47, 57, 157, 310, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder 1 ten eerste, het onder 2 primair, en het onder 3 ten eerste tenlastegelegde feit.
 verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
32 (tweeëndertig) maanden;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam bank 1]
 verklaart de
benadeelde partij [naam bank 1] niet-ontvankelijkin haar vordering.
Dit vonnis is gegeven door mr. J.M.C. Schuurman-Kleijberg (voorzitter), mr. T.P.E.E. van Groeningen en mr. R.G.J. Welbergen rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.L. Miedema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 september 2015.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] van de politie Oost Nederland, Gelderland-Midden, Districtsrecherche, opgemaakte proces-verbaal, onderzoek Soul, dossiernummer BHV-nummer 2015111889, gesloten op 28 mei 2015 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , p. 891, 8e alinea.; een proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 1002.
3.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 1049.
4.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , p. 888; een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 1006; een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 809, halverwege.
5.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 1048-1049.
6.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , p. 891.
7.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , namens [naam bank 1] p. 87.
8.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , p. 898.
9.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , p. 897.
10.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 216.
11.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 6] , p. 92-93; een proces-verbaal van bevindingen, p. 95.
12.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 53 (pv voorgeleiding RC).
13.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 214 Een proces-verbaal van bevindingen, p. 210.
14.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 217-218.
15.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , p. 832.
16.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , p. 839, 7e alinea, p. 840, laatste alinea, p. 841.
17.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 766-767.
18.Een proces-verbaal van bevindingen uitkijken camerabeelden [naam tankstation] , p. 226-227.
19.Een proces-verbaal van bevindingen uitkijken camerabeelden [naam tankstation] , p. 235.
20.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 239.
21.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 241.
22.Een proces-verbaal van bevindingen uitkijken camerabeelden [naam tankstation] , p. 236.
23.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , p. 886 en een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] , p. 998.
24.Een proces-verbaal van herkenning persoon door opsporingsambtenaar, p. 304; een proces-verbaal van herkenning persoon door opsporingsambtenaar, p. 313; een proces-verbaal van herkenning persoon door opsporingsambtenaar, p. 322; een proces-verbaal van herkenning persoon door opsporingsambtenaar,
25.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 768-769.
26.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 791.
27.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 807-808.
28.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 809, 1e alinea.
29.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , door de rechter-commissaris, p.2.
30.Een foto van verdachte [verdachte] , bijlage 1, p. 154.
31.Een proces-verbaal verhoor getuige [getuige 2] , p. 149, laatste 3 alinea’s.
32.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 149, één na laatste alinea.
33.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , p. 183-184.
34.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , p. 887-890.
35.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , p. 897-898.
36.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 1052.
37.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 1048-1049.
38.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 1057
39.Een proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 2] , p. 89-91.
40.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 214.
41.Een proces-verbaal van identificatie, BHV PL06 2015111889, p. 5 van 6.
42.Een proces-verbaal onderzoek personenauto, p. 364-365 met bijlagen.
43.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , p. 879.
44.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , p. 881
45.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 152.
46.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , p. 832; een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 1013, 3e alinea.
47.Een afzonderlijk door verbalisant [verbalisant 2] van de Districtsrecherche Zeelend ambtsedig opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] van 14 juli 2015 in het onderzoek Wedel, proces-verbaalnummer 32, pagina 5.
48.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, Divisie Recherche, opgemaakte proces-verbaal, onderzoek Wedel, BHV nummer 2014303026, gesloten op 21 mei 2015 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
49.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 7] , p. 17.
50.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , p. 35; een schriftelijk bescheid, zijnde de aangifte van [aangever 3] namens [naam bank 2] N.V., p. 38-39.
51.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] , p. 32
52.Een schriftelijk bescheid, zijnde de aangifte van [aangever 3] namens [naam bank 2] N.V., p. 39-40.
53.Een proces-verbaal van verhoor [getuige 8] , p. 27; een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 9] , p. 29.
54.Een proces-verbaal van getuige [getuige 7] , p. 18.
55.Een proces-verbaal van verdenking, p. 130-131.
56.Een proces-verbaal van verdenking, p. 130-131.
57.Een proces-verbaal van verdenking, p. 135.
58.Een proces-verbaal van verdenking, p. 133-134.
59.Een proces-verbaal collect call [medeverdachte 2] , p. 191.
60.Een proces-verbaal collect call [medeverdachte 2] , p. 191.
61.Een afzonderlijk door verbalisant [verbalisant 2] van de Districtsrecherche Zeelend ambtsedig opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] van 14 juli 2015 in het onderzoek Wedel, proces-verbaalnummer 32, pagina 2, 3 en 4
62.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 147, 15e en 16e alinea.
63.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 144 in combinatie met bijlage 1, p. 154.
64.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , p. 35.
65.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 5] , p. 24.