Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen met betrekking tot het bewijs
4.De beslissing
benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijkin haar vordering.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 28 augustus 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 45-jarige man uit Dinxperlo, die werd beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarig meisje. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten die zich zouden hebben voorgedaan in de periode van 1 juni 2014 tot en met 14 augustus 2014. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangifte van het slachtoffer, dat regelmatig bij de verdachte logeerde, niet wettig en overtuigend kon worden bewezen. De verklaringen van het slachtoffer waren niet consistent met de tijdlijn die in de tenlastelegging was opgenomen. De verdachte heeft ontkend de feiten te hebben gepleegd en zijn verklaringen waren niet in strijd met de verklaringen van het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. Daarnaast werd de benadeelde partij, het slachtoffer, niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte was vrijgesproken van de feiten. De rechtbank benadrukte dat de benadeelde partij haar vordering alleen bij de burgerlijke rechter kan indienen.