Uitspraak
De raadsvrouw heeft voorts ten aanzien van feit 6 aangevoerd dat verdachte hiervan partieel dient te worden vrijgesproken omdat wettig bewijs ontbreekt dat de verdachte de aangeefster aan haar haren van de scooter heeft af getrokken, een pen in haar been heeft gestoken en haar keel heeft dichtgeknepen. Ten aanzien van het slaan en/of stompen van de aangeefster voert de raadsvrouw geen bewijsverweer.
De raadsvrouw heeft ten slotte ten aanzien van feit 7 aangevoerd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken omdat de aangifte van [slachtoffer 2] niet wordt ondersteund door enig ander bewijsmiddel en dat meer specifiek ten aanzien van de bedreiging inhoudende “ik vermoord je in de polder en niemand zal je vinden” [slachtoffer 2] hier zelf niet over heeft verklaard in haar aangifte.
Het verweer van de raadsvrouw dat de verdachte dient te worden vrijgesproken wegens het ontbreken van opzet wordt eveneens door de rechtbank verworpen. Naar oordeel van de rechtbank blijkt uit de genoemde bewijsmiddelen de aanwezigheid van het opzet op de verkrachtingen.
Gelet op de aangifte van [slachtoffer 2] en de getuigenverklaringen kan naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte zijn levensgezellin heeft mishandeld. Het verweer van de raadsvrouw dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het trekken aan de haren van [slachtoffer 2] , het haar van de scooter af trekken, het met de pen in het been steken en het dichtknijpen van haar keel wordt door de rechtbank verworpen. De aangifte van [slachtoffer 2] wordt – zoals uit voorgaande blijkt - op belangrijke onderdelen ondersteund door verklaringen van getuigen. Dit maakt dat de rechtbank [slachtoffer 2] volgt in haar aangifte en alle feitelijkheden als genoemd in de tenlastelegging onder feit 6 bewezen acht. Niet alle onderdelen van de tenlastelegging behoeven onderbouwing door meerdere bewijsmiddelen.
“I kill you, holy fucking, I kill you.”
“Jij bent mijn bitch en ik niet de jouwe en dat leer ik je, vieze kankerhoer die je er rondloopt. Ik ga jou afstraffen, zoals nog nooit iemand jou heeft aangedaan!”
“Hoe kijk jij tegen jouw papa aan? Als ik hem in zijn reet heb geneukt? Ben je nou trots? Is jou papa dan nog trots op jou? Suf hoor! Moet je even nadenken?”
“Je gaat eraan, jij gaat er aan! Niks? Daar kom jij nog wel achter. Vuile fucker!”
“Jij bent de mijne. I’m gonna fucking kill you, your fucking bitch! Kom jij nog wel achter!”
“Jou krijg ik vierkant, in het rond, achterlangs, helemaal onderuit en ik trek je helemaal uit elkaar. Echt, geloof mij maar. En ook al ben ik vals, dan heb ik altijd nog mensen, ik heb geld zat, die jou pakken. Je gaat eraan! Je gaat er gewoon aan. Echt geloof me maar. Jij gaat eraan. Echt. Daar geef ik mijn leven voor, dan maar dood. Begrijp je?”
“Jouw vriendjes gaan er als eerste aan. Die pak ik als eerst. Daar zijn we duidelijk in, zeg dat maar tegen ze. Bel ze maar op. Zeg maar: Als [verdachte] jullie tegen komt slaat hij jullie dood, die sla ik dood!”
“(…) Als ik opgepakt word, ga jij eraan!”
“En die schieten jou dood. Die schieten jou dood! Het is niet van, ik sla jou in elkaar, nee, ik heb een pistool, die zetten ze tegen je hoofd aan en die knallen ze er doorheen.”
“Zou ik contact met mij opnemen, doe je dat niet, dan zoek ik jouw papa op.” [29]
In de weken daarop liet ze zich door [verdachte] verkrachten. Dit deed haar veel pijn. [33]
3.Bewezenverklaring
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
De officier van justitie is tot deze eis gekomen omdat sprake is van recidive als het gaat om crimineel seksueel grensoverschrijdend gedrag en gewelddadig gedrag. De officier van justitie heeft zijn eis daarnaast ook gegrond op de inhoud en conclusies van de Pro Justitia rapportage opgemaakt door mw. [deskundige] op 13 maart 2006, de Pro Justitia rapportage opgemaakt door het Pieter Baan Centrum op 30 november 2009 en de verklaringen van de getuigen-deskundige ter terechtzitting van 22 juli 2015. Verdachte is niet behandeld voor de toen vastgestelde stoornis, zodat kan worden aangenomen dat deze stoornis ook nu nog aanwezig is. Tot slot heeft de officier van justitie bij zijn eis rekening gehouden met de ernst van de feiten en de gevolgen hiervan voor de slachtoffers.
Uit de rapportage van het Pieter Baan Centrum van 2009 blijkt dat – ondanks de weigerachtige houding van de verdachte – sterke aanwijzingen bestaan voor de aanwezigheid van een antisociale persoonlijkheidsstoornis waarbij sprake is van narcistische trekken. De rapporteur plaatst tevens vraagtekens bij het intelligentieniveau van de verdachte, waarbij de rapporteur vermeldt dat de intelligentie eerder beneden gemiddeld zal zijn en niet zozeer zwakzinnig.
Uit de Reclasseringsrapportage van juni 2015 blijkt dat de verdachte niet is behandeld voor zijn persoonlijkheidsproblematiek.
Ter terechtzitting heeft de deskundige [psychiater 1] naar voren gebracht dat zonder behandeling de kenmerken van een stoornis kunnen afzwakken, maar dat de aanwezigheid van de stoornis veelal zal blijven.
Uit het uittreksel algemene documentatie blijkt dat de verdachte in 2010 tot een forse gevangenisstraf is veroordeeld voor soortgelijke feiten. De rechtbank stelt vast dat de verdachte ernstig is gerecidiveerd.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
veroordeeltverdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
ter beschikkingwordt
gestelden beveelt dat de ter beschikking gestelde
van overheidswege zal worden verpleegd.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]