ECLI:NL:RBGEL:2015:5193
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening sluiting horeca-inrichting wegens aantreffen harddrugs
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 6 augustus 2015 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, de eigenaar van een café in Arnhem, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester om zijn horecagelegenheid te sluiten voor de duur van 12 maanden. Dit besluit was genomen naar aanleiding van een politieoptreden op 12 juli 2015, waarbij in het café 25 wikkels cocaïne werden aangetroffen. De burgemeester achtte de situatie zo ernstig dat hij direct tot sluiting overging, zonder eerst een waarschuwing te geven.
De voorzieningenrechter overwoog dat de wet niet vereist dat de verkoop of verstrekking van drugs door de eigenaar of personeel van het café plaatsvindt; het is voldoende dat dit in het café gebeurt. Verzoeker werd verantwoordelijk gehouden voor alles wat er in zijn zaak gebeurde. Hij betwistte de verklaringen van de politie en stelde dat er sprake was van een vooropgezette actie tegen hem, maar onderbouwde deze stelling niet. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester in redelijkheid tot sluiting had kunnen besluiten, gezien de hoeveelheid aangetroffen cocaïne en de ernst van de situatie.
Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en de voorzieningenrechter benadrukte dat de financiële gevolgen voor verzoeker inherent zijn aan het toepassen van de sluitingsbevoegdheid. De uitspraak werd gedaan door mr. J.J. Penning, in aanwezigheid van griffier mr. N.J.H. Klomp, en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.