In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 23 juli 2015 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door verzoekster, vertegenwoordigd door de heer S.A.J.T. Hoogendoorn, tegen mr. E.M. Vermeulen, die als rechter optrad in een bestuursrechtelijke procedure. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechter een verzoek om uitstel van de behandeling niet had gehonoreerd en dat hij een coulante opstelling had aangenomen jegens de verweerder, de korpschef van politie te Den Haag. Verzoekster stelde dat de rechter vooringenomen was en dat er een objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid bestond.
De rechtbank overwoog dat wraking van een rechter alleen mogelijk is op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden weerleggen. De rechtbank concludeerde dat de klachten van verzoekster voornamelijk gericht waren tegen de beslissing van de rechter om het verzoek om uitstel af te wijzen, en dat deze beslissing niet door middel van een wrakingsverzoek aan de orde kon worden gesteld. Verzoekster had geen concrete feiten of omstandigheden aangevoerd die de vrees voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd maakten.
Uiteindelijk werd het verzoek tot wraking afgewezen, en de rechtbank verklaarde dat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel openstond. De beschikking werd openbaar uitgesproken door de rechters in aanwezigheid van de griffier.