Bij brief van 23 april 2014 heeft KAD aanvullende vragen van [eisers] beantwoord, onder meer als volgt:
“
1. Graven de mieren door de voegen heen?
Mieren zijn niet in staat om door goed gemetselde voegen te graven, wel als er kleine openingen aanwezig zijn (slecht gevoegd) of bij verouderde voegen, waarbij het metselwerk zachter is geworden of er delen uitgevallen zijn. Tijdens het onderzoek zijn op meerdere locaties openingen in het voegwerk waargenomen waar de mieren doorheen kropen.
2. Kan de mierenplaag volledig bestreden en/of geweerd worden?
Er zijn vele factoren die het resultaat van een bestrijding kunnen beïnvloeden, zoals in hoeverre de verspreiding in kaart is gebracht, medewerking van de betrokkenen (is vaak afhankelijk van de kosten die ermee gemoeid zijn), coördinatie van de bestrijding, opname van het vergiftigde lokaas door de mieren, en in hoeverre het mogelijk is om voedingsbronnen, zoals honingdauw, onbereikbaar te maken voor de mieren, wat gezien de inrichting van de tuinen niet eenvoudig zal zijn. Hierdoor kan geen garantie gegeven worden op het volledig bestrijden van deze soort.
Voor het weren van deze soort kunnen bouwkundige maatregelen getroffen worden. Deze beperken zich voornamelijk tot het dichten van naden en kieren. Echter, gezien het formaat van de mieren, is het aannemelijk dat ze na verloop van tijd de woning alsnog koloniseren, indien de mieren in de omgeving aanwezig blijven.
Zo ja,
2a. Welke maatregelen dienen dan getroffen te worden?
Inventarisatie van de verspreiding van de mierensoort.
Werings- en bestrijdingsmaatregelen in het volledige verspreidingsgebied. Wering bestaat voornamelijk uit het weren van mieren van voedselbronnen. De bestrijding van tropische mieren wordt uitgevoerd met lokazen, die zij oraal binnen dienen te krijgen en meebrengen naar het nest, waar de koninginnen vergiftigd dienen te worden. Indien nesten volledig bereikbaar zijn, bijvoorbeeld in plantenpotten, kunnen deze in het geheel bestreden worden bijvoorbeeld door ze in te pakken en vriezen of te overgieten met kokend water.
2b. Hebben deze maatregelen ook bouwkundige implicaties?
Bouwkundige maatregelen beperken zich tot het dichten van naden en kieren. Afhankelijk van het verloop van de bestrijding dient dit tijdens of na de bestrijding te worden uitgevoerd. De werksters moeten het lokaas naar het nest brengen. Indien naden en kieren te vroeg gedicht worden kunnen looppaden tussen het nest en het lokaas geblokkeerd worden, hetgeen de bestrijding niet ten goede komt. (…)
3. Zo nee,
3a. Welke maatregelen kunnen getroffen worden om de overlast te verminderen?
De maatregelen die getroffen dienen te worden om de overlast te verminderen betreffen dezelfde maatregelen als beschreven in 2, hetzij op kleinere schaal. De verspreiding in de woning dient in kaart gebracht te worden, waarna bestrijdingsmaatregelen
getroffen dienen te worden. Geadviseerd wordt om hiervoor een professioneel bestrijdingsbedrijf in te schakelen.
De overlast kan verder beperkt worden door voedselbronnen voor de mieren onbereikbaar te houden, door voedsel op te slaan in goed afsluitbare potten of containers en voedsel in de koelkast te bewaren. Gemorst voedsel dient zo snel mogelijk verwijderd te worden en bij voorkeur buiten in de afvalcontainer gedeponeerd te worden.
3b. Hebben deze maatregelen ook bouwkundige implicaties?
Bouwkundige maatregelen beperken zich tot het dichten van naden en kieren. Afhankelijk van het verloop van de bestrijding dient dit tijdens of na de bestrijding te worden uitgevoerd. De werksters moeten het lokaas naar het nest brengen. Indien naden en kieren te vroeg gedicht worden, kunnen looppaden tussen het nest en het lokaas geblokkeerd worden, hetgeen de bestrijding niet ten goede komt.
3c. Wat is het effect van die maatregelen?
Er is weinig ervaring met deze specifieke exoot. Indien wordt gekeken naar andere (sub)tropische mierensoorten houden deze maatregelen in dat de populatie in grootte afneemt indien zij het vergiftigde lokaas eten, en er minder werksters actief zijn in de leefruimten indien er geen voedsel voor ze aanwezig is. Door het dichtmaken van de naden en kieren wordt de kans dat de werksters vanuit de nesten in de leefomgeving terecht komen, verkleind. Doordat niet de gehele populatie wordt uitgeroeid, is het aannemelijk dat de mieren in de woning aanwezig blijven, of de woning opnieuw betrekken. (…)
3e. Om de overlast te beperken hoe vaak dient er dan te worden bestreden?
Ervaring met andere (sub)tropische soorten leert dat een goed opgezette bestrijdingsactie, de overlast voor meerdere jaren aanzienlijk kan verminderen. Hiervoor zijn meerdere bezoeken in een korte tijd nodig.
De overlast wordt echter niet alleen beperkt door bestrijdingsacties. Ook hygiënische
en bouwkundige maatregelen spelen hierbij een rol. Bovendien is overlast een subjectief begrip en is afhankelijk van de persoonlijke tolerantieniveaus van de bewoners. Hierdoor, en doordat weinig bekend is over deze specifieke soort, is het niet te voorspellen hoe vaak een bestrijdingsactie uitgevoerd dient te worden.
3f. Welke bestrijdingsmiddelen zijn mogelijk?
Geadviseerd wordt om de bestrijding te laten uitvoeren door een professioneel bestrijdingsbedrijf. Zij beschikken over middelen die niet voor particulier gebruik beschikbaar zijn, maar zeer effectief geplaatst kunnen worden. Deze middelen betreffen een lokaas op gel-basis die in de vorm van druppels op geschikte locaties en buiten bereik van kinderen en huisdieren geplaatst kunnen worden.
Voor particulier gebruik zijn mierenlokdoosjes, granulaat, dat kan worden toegepast om de mieren buiten te bestrijden, en mierenpoeders, die dienen te worden aangebracht in nestopeningen en op looppaden, beschikbaar.
Het gebruik van vloeibare insecticiden wordt ten strengste afgeraden, omdat deze het nest kunnen verstoren, hetgeen tot verspreiding van de kolonie kan leiden.”