In deze zaak heeft eiseres, een B.V. gevestigd in Wageningen, beroep ingesteld tegen een legesnota die door de heffingsambtenaar van de gemeente Wageningen was opgelegd. De legesnota, gedateerd op 5 december 2013, betrof een bedrag van € 2.120 voor fotokopieën van documenten die eiseres had opgevraagd op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De heffingsambtenaar handhaafde dit bedrag in een uitspraak op bezwaar van 8 september 2014. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvullende beroepsgronden heeft ingediend. De rechtbank Gelderland heeft op 14 juli 2015 uitspraak gedaan in deze zaak.
De rechtbank oordeelde dat de leges ten onrechte waren vastgesteld op basis van het aantal kopieën dat op grond van de Wob-aanvraag was verstrekt. De rechtbank stelde vast dat de aanvraag om documenten op basis van de Wob niet gelijkgesteld kan worden aan een aanvraag tot het verstrekken van fotokopieën, zoals bedoeld in de Tarieventabel van de Legesverordening van de gemeente Wageningen. Dit omdat de openbaarmaking van informatie op basis van de Wob het algemeen belang dient en niet het individuele belang van de aanvrager. De rechtbank concludeerde dat de hoogte van de leges niet in overeenstemming was met de Tarieventabel en verklaarde het beroep gegrond. De leges werden verminderd tot € 364,64, het bedrag dat eiseres had bepleit, en de rechtbank gelastte dat het door eiseres betaalde griffierecht van € 328 werd vergoed.
De uitspraak is gedaan door rechter mr. J.J. Catsburg, in tegenwoordigheid van griffier mr. S. Kranenbarg, en is openbaar uitgesproken op 14 juli 2015. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.