In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 9 juli 2015 uitspraak gedaan in een geschil over de teruggaaf van omzetbelasting met betrekking tot zonnepanelen. De eiser, eigenaar van een woning met zonnepanelen, had op 19 november 2013 een aangifte omzetbelasting ingediend voor het derde kwartaal van 2013, waarin hij verzocht om een teruggave van € 1.265. De facturen voor de zonnepanelen waren echter ontvangen in het tweede kwartaal van 2013. De rechtbank oordeelde dat de factuurdatum bepalend is voor het tijdvak waarin de ondernemer de op de factuur vermelde omzetbelasting in aftrek kan brengen. Aangezien het teruggaafverzoek in het verkeerde tijdvak was gedaan, werd het verzoek afgewezen. De rechtbank bevestigde dat de afwijzing van de inspecteur van de Belastingdienst terecht was, omdat de aangifte tijdig was ingediend, maar het verzoek om teruggaaf niet binnen de wettelijke termijn was gedaan. De rechtbank kon de ambtshalve beoordeling van de inspecteur, gebaseerd op artikel 65 van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen, niet toetsen. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.