ECLI:NL:RBGEL:2015:4225
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Erfdienstbaarheid en non usus in civiel recht
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een geschil over de erfdienstbaarheid van uitweg. De eisers in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.C.J.M. Weijers, stelden dat de erfdienstbaarheid door non usus was teniet gegaan, omdat er meer dan dertig jaar geen gebruik van was gemaakt. De gedaagden in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. K.D.C. Schemkes, betwistten dit en stelden dat de erfdienstbaarheid nog steeds van kracht was. De rechtbank oordeelde dat de eisers onvoldoende bewijs hadden geleverd voor hun stelling dat de erfdienstbaarheid was vervallen. De rechtbank concludeerde dat de erfdienstbaarheid niet teniet was gegaan en dat de gedaagden het recht hadden om gebruik te maken van de erfdienstbaarheid.
De rechtbank behandelde ook de vraag of de uitoefening van de erfdienstbaarheid op een minst bezwarende wijze plaatsvond. De eisers stelden dat de verplaatsing van de deur van de garage een aanzienlijke belasting vormde, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet het geval was. De rechtbank wees de vorderingen van de eisers in conventie af en verklaarde dat de erfdienstbaarheid in stand bleef. In reconventie werden de vorderingen van de gedaagden toegewezen, waarbij de rechtbank oordeelde dat de eisers verplicht waren om de erfdienstbaarheid te eerbiedigen en de barricade voor de zijdeur van de garage te verwijderen.
De rechtbank legde ook dwangsommen op voor het geval de eisers in gebreke bleven aan de veroordelingen te voldoen. De kosten van de procedure werden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partij. Dit vonnis is uitgesproken op 8 april 2015.