Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[gedaagde]
[gedaagde 1]
1.De procedure
2.De feiten
toevoeging rechtbank) zit thans nog een roldeur; deze wordt gezamenlijk dichtgemaakt. Dit gebeurt in onderling overleg en moet vóór 1 juli 2004 gerealiseerd zijn.
Rechtbank Gelderland
Op 8 april 2015 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een vonnis gewezen in een burenrechtelijke zaak tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, eiser, en twee gedaagden. De eiser, eigenaar van een perceel met een bedrijfspand, vorderde dat de gedaagden, die een roldeur in hun pand hadden, deze roldeur zouden dichtmaken en dichthouden, omdat deze in strijd zou zijn met de artikelen 5:50 en 5:51 van het Burgerlijk Wetboek. De eiser stelde dat de roldeur, die oorspronkelijk door hem was geplaatst, niet was verwijderd na de verkoop van het belendende perceel in 2004. De gedaagden voerden verweer en stelden dat zij recht hadden op het behoud van de roldeur door middel van verkrijgende verjaring en dat de eiser zijn rechten had verwerkt.
De rechtbank oordeelde dat de roldeur in strijd was met het burenrecht, omdat deze uitzichtgevende vensters had en niet vaststaand was. De rechtbank verwierp het beroep van de gedaagden op verkrijgende verjaring, omdat niet was aangetoond dat zij in goede trouw handelden. Ook het verweer van de gedaagden dat de eiser zijn rechten had verwerkt, werd verworpen, omdat er geen verbintenisrechtelijke relatie tussen partijen bestond die tot rechtsverwerking kon leiden. De rechtbank concludeerde dat de roldeur vaststaand en ondoorzichtig moest worden gemaakt, en dat partijen de mogelijkheden daartoe verder moesten verkennen. De zaak werd aangehouden voor verdere beslissingen.