ECLI:NL:RBGEL:2015:3967

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 juni 2015
Publicatiedatum
17 juni 2015
Zaaknummer
05/820402-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van twee mannen voor internetoplichting via Marktplaats

Op 17 juni 2015 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen twee mannen uit Arnhem, die samen verantwoordelijk waren voor internetoplichting. In de periode van januari 2011 tot en met februari 2012 hebben zij op Marktplaats tientallen nepadvertenties geplaatst, waarbij zij gebruik maakten van valse namen en e-mailadressen. De aangeboden goederen waren niet in hun bezit, en na betaling door de kopers was er geen contact meer mogelijk. De totale opbrengst van hun oplichtingspraktijken bedroeg bijna tienduizend euro. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd. De rechtbank heeft de verdachten veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en het feit dat de verdachten eerder voor soortgelijke feiten zijn veroordeeld. De rechtbank heeft ook de overschrijding van de redelijke termijn van vervolging in overweging genomen, wat heeft geleid tot een lagere straf dan geëist door de officier van justitie. Daarnaast zijn er benadeelde partijen die schadevergoeding hebben gevorderd, en de rechtbank heeft deze vorderingen gedeeltelijk toegewezen. De totale schadevergoeding die aan de benadeelde partijen is toegewezen, bedraagt € 4119,45. De rechtbank heeft de verdachten hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor deze schadevergoeding, aangezien zij de feiten gezamenlijk hebben gepleegd.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/820402-14
Datum uitspraak : 17 juni 2015
Verstek
verkort vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum], wonende te [adres]
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting
van 03 juni 2015.
In totaal hebben 32 aangevers zich als benadeelde partij gevoegd in deze zaak (zie Tabel II verwijderd i.v.m. privacy namen) [2 benadeelden] verschenen ter zitting
1. De inhoud van de tenlastelegging [1]
Verdachte wordt verweten dat hij in de periode van 19 januari 2011 tot en met 18 februari 2012 samen met een ander in Nederland een groot aantal mensen heeft opgelicht. Hij zou samen met zijn mededader op Marktplaats onder een valse naam en met valse e-mailadressen goederen te koop hebben aangeboden. Na betaling door de kopers werden die goederen niet geleverd.
Als het medeplegen niet bewezen kan worden dan wordt hem verweten dat hij aan de oplichting medeplichtig is geweest door aan zijn mededader zijn bankrekening en/of bankpas ter beschikking te stellen. Als dit ook niet bewezen kan worden dan wordt hem verweten dat hij in die periode samen met een ander één of meer geldbedragen heeft geheeld.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- De processen-verbaal van aangiftes van
naam aangever formuliernummer paginanummer
(Verwijderd 63 aangevers)
- Het proces-verbaal van verhoor, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte, pagina 491-499

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op tijdstip
(pen
)in de periode van 19 januari 2011 tot en met 18 februari 2012 te Arnhem en
/ofAmstelveen en
/ofErica en
/ofNaaldwijk en
/ofApeldoorn en
/ofVenray en
/ofZoetermeer en
/ofVinkeveen en
/ofVught en
/ofDodewaard en
/ofNootdorp en
/ofBakel en
/ofCulemborg en
/ofZaandam en
/ofMoergestel en
/ofBerkel Enschot en
/ofDinteloord en
/ofAmsterdam en
/ofWestervoort en
/ofVriezenveen en
/ofBreda en
/ofOosterzee en
/ofHardenberg en
/ofTegelen en
/ofHeerhugowaard en
/ofTerhole en
/ofEspel en
/ofVeenendaal en
/ofMiddelburg en
/ofRheezerveen en
/ofDokkum en
/ofLoosdrecht en
/of's-Gravenhage en
/ofHelden en
/ofHengelo (OV) en
/ofHaarlem en
/ofAndelst en
/ofRhoon en
/ofVeessen en
/ofWeerselo en
/ofHellevoetsluis en
/ofBunschoten-Spakenburg en
/ofTinte en
/ofOpmeer en
/ofMenaam en
/ofVeendam en
/ofAlphen aan den Rijn en
/ofDordrecht en/op Doetinchem en
/of
Hoogeveen en
/ofDrachten en
/ofCoevorden en
/ofOosterbeek en
/ofHurdegaryp tezamen en in vereniging met een ander
, (telkens
)met het oogmerk om zich en
/of (een
)ander
(en)wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en
/ofdoor een of meer listige kunstgrepen (verwijderd 63 benadeelden).
heeft bewogen tot de afgifte van enig geldbedrag
,hebbende verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en
/oflistiglijk en
/ofin strijd met de waarheid - zich op de internetsite www.marktpaats.nl, voorgedaan als verkoper
(s
)van militaria (een of meer Duitse, Amerikaanse, Samurai en
/ofEngelse helm(en) en
/of(vliegeniers) pet(ten), (Duitse) Jas, kriegsmarine verrekijker, pickelhaube) en
/ofantiek (antieke speeldoos, parfumfles, stoomboot en
/ofpop) en
/ofeen makita sloophamer en
/ofAnnette Himstedt pop en
/ofeen swarovski uil en
/ofmarathon tuig, en
/of- zich door middel van een valse hoedanigheid en
/ofvals emailadres voorgedaan als
en
/ofmet voornoemde benadeelde
(n
)en overeengekomen dat hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
), na ontvangst van het overeengekomen geldbedrag zou overgaan tot verzending van de bij hem en
/ofzijn mededader
(s)bestelde militaria (een of meer Duitse, Amerikaanse, Samurai en ngelse helm(en) en
/of(vliegeniers) pet(ten), (Duitse) Jas,
kriegsmarine verrekijker, pickelhaube) en antiek (antieke speeldoos, parfumfles, stoomboot en
/ofpop) en
/ofeen makita sloophamer en Anette Himstedt pop en
/ofeen swarovski uil en
/ofmarathon tuig, althans enig goed aan voornoemde benadeelde
(n
)
waardoor voornoemde benadeelde
(n
)werden bewogen tot bovenomschreven afgifte; (verwijderd e-mail adressen)
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 21 april 2015;
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen.
Verdachte en zijn medeverdachte hebben zich schuldig gemaakt aan internetoplichting. Zij hebben op Markplaats nepadvertenties gezet van goederen die zij niet daadwerkelijk hadden. De kopers werd gezegd dat pas geleverd zou worden na betaling op het bankrekeningnummer van verdachte. Nadat de kopers het geld hadden overgemaakt, was het niet meer mogelijk contact te krijgen met verdachten. Doordat verdachten telkens nieuwe e-mailadressen gebruikten, was het evenmin goed mogelijk om op internet na te gaan hoe de ervaringen van anderen met deze ‘verkopers’ waren. Marktplaats is inmiddels gemeengoed in de samenleving en kan alleen functioneren op basis van onderling vertrouwen. Verdachte heeft op valse wijze gebruik gemaakt van het op Marktplaats gangbare handelspatroon.
De rechtbank rekent het verdachte bovendien sterk aan dat de oplichting veelvuldig plaatsvond en meer dan een jaar is doorgegaan.
Verdachte is bovendien eerder veroordeeld voor dergelijke feiten. Deze veroordelingen hebben hem blijkbaar niet weerhouden om opnieuw mensen op te lichten. Hij heeft daarbij opnieuw misbruik gemaakt van het vertrouwen van mensen. De rechtbank vindt het een stevige stok achter de deur voor verdachte nodig, om niet opnieuw in strafbare feiten te vervallen.
De feiten dateren van januari 2011 tot en met februari 2012. Verdachte is in mei 2012 voor het eerst gehoord. Onduidelijk is waarom het zo lang heeft moeten duren voordat de zaak op zitting is aangebracht. Gelet hierop is de redelijke termijn met betrekking tot vervolging van verdachte overschreden. Dit leidt niet tot niet ontvankelijkheid van de officier van justitie, maar tot een lagere straf. De rechtbank vindt daarom dat, in plaats van een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk zoals geëist door de officier van justitie, een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar passend en geboden is.
De rechtbank houdt hierbij rekening met de in februari 2015 opgelegde werkstraf van 120 uur voor een soortgelijk feit gepleegd in dezelfde periode. De zaken hadden destijds gezamenlijk kunnen worden afgedaan.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De in
bijlage IIgenoemde benadeelde partijen hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde feit.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vorderingen van de benadeelde partijen tot betaling van de gevorderde bedragen toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door het aantal dagen hechtenis wat bij de desbetreffende bedragen kan worden opgelegd. Hij merkt daarbij op ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen:
  • [benadeelde 1] tot een bedrag van € 68,- ,
  • [benadeelde 2] tot een bedrag van € 56,- en
  • [benadeelde 3]
niet ontvankelijk moeten worden verklaard, aangezien deze schade niet in rechtstreeks verband staat tot het feit waarvan aangifte is gedaan.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partijen, genoemd in onderstaande
Tabel Ials gevolg van het bewezen verklaarde handelen tot het gevorderde bedrag van de in
Tabel Igenoemde schade hebben geleden (totaal
€ 4119,45), waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. Deze vorderingen zijn voor toewijzing vatbaar. Het betreft in alle gevallen het bedrag dat door de benadeelde partijen is overgemaakt voor de goederen die zij meenden te hebben gekocht.
De benadeelde partijen
[benadeelde 1], [benadeelde 4] en [benadeelde 2]hebben daarnaast nog andere kosten gevorderd. Van die kosten is niet gebleken dat dit schade is die het rechtstreekse gevolg is van het bewezenverklaarde handelen. Wat betreft dit deel van hun vordering zullen deze benadeelde partijen niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vordering. De behandeling van dat deel van de vordering levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding op.
De benadeelde partij
[benadeelde 3]zal niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering nu uit de stukken blijkt dat [benadeelde 3] het door hem overgemaakt bedrag weer teruggestort heeft gekregen. Het meerdere dat [benadeelde 3] vordert is geen schade die het rechtstreekse gevolg is van het bewezenverklaarde handelen. De nadere behandeling van de vordering levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
Het bedrag dat door de benadeelden wordt gevorderd, bedraagt in het totaal
€ 4119,45.Nu verdachten de feiten gezamenlijk hebben gepleegd en de rechtbank hen aanmerkt als medeplegers zijn verdachten hoofdelijk aansprakelijk voor de gezamenlijke betalingsverplichting van dit bedrag.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 24c, 36f, 47, 57, 63, 326 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
 bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde(n) voor het einde van de proeftijd die op twee jaren wordt bepaald;
 dat de veroordeelde zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde].
- Veroordeelt verdachte tot betaling van
schadevergoeding van in totaal € 4119,45 (vierduizendhonderdnegentien euro en vijfenveertig cent)aan de
navolgende benadeelde partijenen van de
nagenoemde bedragenin onderstaande
Tabel I;
- Legt aan veroordeelde tevens de verplichting op aan de Staat ten behoeve van de navolgende benadeelde partijen te betalen, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal hechtenis zal kunnen worden toegepast van na te melden duur zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
- Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
- Verstaat dat indien en voor zover door de mededader het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
- Legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de hieronder genoemde benadeelde partijen, de hieronder in
Tabel 1genoemde bedragen
te betalen (van in totaal € 4119,45(vierduizend honderdnegentien euro en vijfenveertig cent)
,met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom, het aantal van in totaal
71dagen hechtenis (aantal dagen gebaseerd op de afzonderlijke vorderingen) zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 verklaart de
benadeelde partijen [benadeelde 1], [benadeelde 4] en [benadeelde 2] voor het overige niet-ontvankelijkin hun vordering;
 verklaart de
benadeelde partij [benadeelde 3] niet-ontvankelijkin haar vordering
Tabel I
Nummer
Benadeelde partij
Nummer
aangifte in dossier
Pagina
in dossier
Toewijzing in €
Niet ontvankelijk in €
Aantal dagen vervangende hechtenis
1
4
108
80,-
1
2
6
119
186,95
3
3
7
124
126,75
2
4
8
129
406,75
8
5
9
142
107,-
2
6
[benadeelde 1]
11 en 12
164
508, 50
68,-
10
7
14
181
70,-
1
8
15
187
76,75
1
9
16
193
81,75
1
10
[benadeelde 4]
17
197
85,-
2,-
1
11
18
203
45,-
1
12
19
208
71,75
1
13
[2 benadeelden]
21
218
73,50
1
14
[benadeelde 2]
22
223
181,75
56,-
3
15
23
228
346,75
6
16
24
233
65,-
1
17
25
238
121,75
2
18
27
248
110,-
2
19
28
254
100,-
2
20
29
259
101,75
2
21
30
265
80,-
1
22
33
286
101,75
2
23
35
304
130,-
2
24
37
314
121,75
2
25
39
325
101,75
2
26
43
346
80,50
1
27
44
351
116,75
2
28
46
361
30,-
1
29
47
366
116,75
2
30
56
422
90,-
1
31
61
451
101,75
2
32
[2 benadeelden]
62
456
101,75
2
Dit verkort vonnis is gegeven door mr. M.G.J. Post (voorzitter), mr. J.J.H. van Laethem en mr. R. Teekens rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.G. Enderink, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 juni 2015.

Voetnoten

1.De tenlastelegging is in bijlage I aan dit vonnis gehecht