ECLI:NL:RBGEL:2015:3965

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 juni 2015
Publicatiedatum
17 juni 2015
Zaaknummer
05/840507-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf na mishandeling met een mes van drie personen

Op 17 juni 2015 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 8 juni 2014 in Tiel betrokken was bij een steekpartij. De verdachte, geboren in 1980 in Polen en thans gedetineerd, werd beschuldigd van het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan drie slachtoffers door met een mes te steken en te snijden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte onder invloed van alcohol en drugs was en met messen zwaaide, wat leidde tot verwondingen bij de slachtoffers. Tijdens de zittingen op 16 september 2014, 11 november 2014 en 9 juni 2015 zijn de verklaringen van de slachtoffers en de verdachte gehoord. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de slachtoffers consistent waren en dat er voldoende bewijs was voor mishandeling, maar niet voor poging tot doodslag. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mishandeling, meermalen gepleegd, en legde een gevangenisstraf van 156 dagen op, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder het feit was gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij geen eerdere relevante veroordelingen had.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/840507-14
Datum uitspraak : 17 juni 2015
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [1980] te [geboorteplaats] (Polen), wonende te [adres 1], [woonplaats]
thans gedetineerd te [verblijfplaats]
raadsman : A.W. Syrier, advocaat te Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 16 september 2014, 11 november 2014 en 09 juni 2015.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 08 juni 2014 te Tiel ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] van het leven te beroven, met dat opzet (wild) zwaaiende en/of
stekende bewegingen met één of meer mes(sen), in de richting van de/het
licha(a)m(en) van die personen heeft gemaakt en/of (daarbij) één of meer van
voormelde personen in zijn/hun licha(a)m(en) heeft gestoken en/of gesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
hij op of omstreeks 08 juni 2014 te Tiel ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om aan een of meer perso(o)n(en), te weten [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel
toe te brengen, met dat opzet (wild) zwaaiende en/of stekende bewegingen met
één of meer mes(sen), in de richting van de/het licha(a)m(en) van die personen
heeft gemaakt
en/of
(daarbij) één of meer van voormelde personen in zijn/hun
licha(a)m(en) heeft gestoken en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet is voltooid
en/of hij op of omstreeks 08 juni 2014 te Tiel opzettelijk mishandelend een persoon
(te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3]), met een mes
in zijn/hun licha(a)m(en) het gestoken en/of gesneden, waardoor deze letsel
heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De vaststaande feiten
Op basis van onderstaande bewijsmiddelen, kunnen de volgende feiten, die ook niet zijn betwist, worden vastgesteld:
Op 8 juni 2014 zijn verbalisanten, na een melding, gegaan naar de [adres 2] te Tiel, waar een steekpartij zou zijn geweest. Ter plaatse zag de verbalisant een aantal personen met verwondingen. [2] Er zijn vier personen ([slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [verdachte]) als verdachte aangehouden. Alle aangehouden personen waren gewond. [3]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag op [slachtoffer 1] en het mishandelen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3].
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Hij voert daartoe aan dat er teveel onduidelijkheid is over wat er precies is gebeurd. Er is geen onderzoek gedaan naar een wapen, geen sporenonderzoek en verder is de aard en ernst van het letsel van de aangevers onduidelijk.
Subsidiair kan hooguit eenvoudige mishandeling worden bewezen.
Beoordeling door de rechtbank
[slachtoffer 1] heeft in zijn aangifte verklaard dat hij zag dat verdachte een fles whisky in zijn handen had, dronken was en ruzie probeerde te maken. Daarna ging hij naar zijn kamer en nadat hij geschreeuw en een harde knal hoorde liep hij naar beneden. Hij zag verdachte achter [slachtoffer 2] (rechtbank: [slachtoffer 2]) en twee anderen aanrennen met een mes met een lemmet van circa 10 centimeter in de hand. Verdachte zag hem toen en draaide zich naar hem om en kwam op hem af. Verdachte stak vervolgens op hem in en raakte hem in zijn been, in de linker lies. Hij had daarvan pijn. Hij ging naar zijn kamer en blokkeerde de deur. Ambulancepersoneel plakte later een pleister op de wond. [4]
[slachtoffer 2] is (als verdachte) gehoord. Hij heeft verklaard dat hij zag dat verdachte onder invloed van alcohol was en de kamer uitging. Verdachte kwam later terug en had messen in de hand met een lemmet van 12 centimeter. Hij schreeuwde dat hij de anderen kapot ging maken. Verdachte stond met die messen te zwaaien en raakte ook andere mensen. Er ontstond een vechtpartij. Nadat verdachte hem in de arm had gestoken, heeft hij verdachte een paar klappen in zijn gezicht gegeven. Daarna kreeg hij klappen van verdachte en werd hij gestoken in zijn been. Hij had daarvan pijn. [5]
[slachtoffer 3] is ook (als verdachte) gehoord. Hij heeft verklaard dat verdachte agressief aan het praten was en door de aanwezigen werd weggestuurd. Verdachte kwam later terug en had toen messen in de hand. Het lemmet was ongeveer 10 centimeter.
Verdachte sloeg [slachtoffer 2] (rechtbank: [slachtoffer 2]) met zijn hand in het gezicht. Hij zwaaide met de messen naar iedereen in de kamer. Er is geprobeerd om verdachte vast te houden en tegen de kast duwen. [slachtoffer 3] voelde op dat moment pijn in zijn linker arm en is weggegaan. Hij heeft alleen bij verdachte messen gezien en is gewond geraakt aan de linker arm. [6] De wond is met drie hechtingen gehecht. [7]
Deze drie verklaringen zijn vrijwel direct afgelegd nadat [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] als verdachte waren aangehouden en ze zijn gescheiden van elkaar gehoord. Het is daarom niet aannemelijk dat deze verklaringen op elkaar zijn afgestemd. De inhoud van de verklaringen komt op belangrijke details overeen, met name op de volgende punten:
  • Verdachte was onder invloed van alcohol en drugs .
  • Verdachte ging de kamer uit en kwam terug met een mes of messen en gedroeg zich agressief.
  • Verdachte heeft met messen gezwaaid en gestoken en daarbij anderen geraakt.
De verklaring van verdachte dat hij niets heeft gedaan en dat juist hij degene is die is aangevallen wordt niet door een getuige of een ander bewijsmiddel ondersteund. Bij verdachte is weliswaar letsel geconstateerd, maar dat kan worden verklaard doordat anderen hem hebben geslagen toen ze door verdachte werden aangevallen.
Op grond van bovenstaande komt de rechtbank dan ook tot de conclusie dat verdachte [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] met een mes heeft verwond.
Vervolgens is het de vraag of er in dit geval sprake van een poging tot doodslag, een poging tot zware mishandeling of van een eenvoudige mishandeling.
Voor de beantwoording van die vraag moet worden beoordeeld of verdachte door zijn handelen minst genomen de aanmerkelijke kans op de koop toe heeft genomen dat [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] hierdoor het leven zouden verliezen dan wel dat zij hierdoor zwaar lichamelijk letsel zouden oplopen. Daarin ligt besloten dat het daarbij ging om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten. Het gaat er dus als eerste om vast te stellen of die aanmerkelijke kans er is geweest. Daarbij moet worden gekeken naar het letsel in samenhang met het wapen dat is gebruikt en de overige omstandigheden van het geval.
Over het letsel van [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] is niet veel bekend. Er zijn foto’s waarop het letsel bij [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] is te zien. [8]
Bij [slachtoffer 1], die een wond bij de lies had, werd door ambulancepersoneel een pleister geplakt. Verdere medische informatie over de aard en ernst van het letsel is niet in het dossier opgenomen.
Met betrekking tot het letsel van [slachtoffer 2] is geen medische informatie in het dossier opgenomen, waardoor er geen uitsluitsel is over de ernst en aard van het letsel.
Over het letsel van [slachtoffer 3] is in de medische verklaring opgenomen dat een snijwond in de arm met drie hechtingen is behandeld. [9] Details over de ernst van het letsel, bijvoorbeeld de diepte van de wond of over de hersteltermijn zijn niet weergegeven.
Bij verdachte is geen mes aangetroffen en evenmin is er een mes in beslag genomen. Er is klaarblijkelijk geen nader onderzoek gedaan naar het mes of de messen die verdachte heeft gebruikt. Evenmin is er een forensisch onderzoek naar de bloedsporen verricht.
De rechtbank kan op grond van het bovenstaande niet vaststellen wat precies de aard en de ernst is van het letsel bij [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]. Het is dus ook niet mogelijk om vast te stellen of er door het handelen van verdachte een aanmerkelijke kans is geweest op de dood of zwaar lichamelijk letsel. De enkele omstandigheid dat er letsel is, is hiervoor onvoldoende. Hierdoor is het voor de rechtbank ook niet mogelijk om de vraag te beantwoorden of er bij verdachte sprake was van voorwaardelijke opzet op de dood dan wel zware mishandeling.
De rechtbank vindt daarom bewezen dat verdachte [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft mishandeld.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 08 juni 2014 te Tiel opzettelijk mishandelend [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], met een mes in hun lichaamen heeft gestoken en gesneden, waardoor deze letsel hebben bekomen en pijn hebben ondervonden;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Mishandeling, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van een poging doodslag ten aanzien van [slachtoffer 1] en voor het mishandelen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit omdat er teveel onduidelijkheid is over wat er nu precies is gebeurd. Bij een eventuele veroordeling ter zake eenvoudige mishandeling moet rekening worden gehouden met het feit dat verdachte al 156 dagen in voorarrest heeft gezeten.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 10 oktober 2014;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 20 augustus 2014;
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft onder invloed van alcohol en drugs met een mes bij drie personen verwondingen toegebracht. Het letsel dat de slachtoffers hierdoor hebben opgelopen is relatief beperkt gebleven, maar het had heel goed ernstiger kunnen aflopen. Verdachte heeft zichzelf, zo blijkt uit het dossier, na fors alcohol- en drugsgebruik niet onder controle kunnen houden. Hij heeft door zijn handelen angst teweeggebracht en letsel veroorzaakt bij de anderen, die zich vervolgens tegen hem hebben moeten verdedigen.
Verdachte heeft ontkend geweld te hebben gebruikt, maar zegt alleen zelf te zijn mishandeld en neemt daarmee niet de verantwoordelijkheid voor zijn gevaarlijke handelen en het letsel dat hij heeft veroorzaakt. De rechtbank rekent dat verdachte zwaar aan.
In het voordeel van verdachte houdt de rechtbank er rekening mee dat hij, voor zover bekend, geen eerdere relevante veroordelingen heeft ter zake strafbare feiten.
Alles afwegende vindt de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 156 dagen, met aftrek passend. Deze straf is lager dan door de officier van justitie is geëist, omdat de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 57, 300 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
156 (honderdzesenvijftig) dagen.
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gegeven door mr. F.J.H. Hovens (voorzitter), mr. C. van Linschoten en mr. D.R. Sonneveldt rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.G. Enderink, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 juni 2015.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, district de Waarden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0800-2014055248, gesloten op 10 juni 2014 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces verbaal van bevindingen, pagina 4.
3.Proces verbaal voorgeleiding/einddossier, pagina 2.
4.Proces verbaal van aangifte van [slachtoffer 1], pagina 6 en 7 en bijbehorende foto, p. 8
5.Proces verbaal van verhoor van verdachte [slachtoffer 2], pagina 18, 19 en bijbehorende foto op p. 21
6.Proces verbaal van verhoor van verdachte [slachtoffer 3], pagina 22, 23.
7.Foto’s van [slachtoffer 3], pagina 26, 27.
8.Foto van [slachtoffer 1], pagina 8, foto’s van [slachtoffer 2], pagina 21 en foto’s van [slachtoffer 3], pagina 26, 27.
9.Medische informatie in het kader van een letsel, opgemaakt door drs. [arts], forensisch arts fmg, als bijlage in het dossier gevoegd