ECLI:NL:RBGEL:2015:3954
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.J.M. Besselink
- R.J. Jue
- D.J. Post
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen vergunningverlening voor muziekfestival "Down the Rabbit Hole"
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 16 juni 2015 uitspraak gedaan in een geschil over de vergunningverlening voor het muziekfestival "Down the Rabbit Hole", dat op 27, 28 en 29 juni 2014 plaatsvond te Ewijk. Eiser, die op 3,5 km afstand van het festivalterrein woont, heeft bezwaar aangetekend tegen de verleende vergunningen, die door de burgemeester van de gemeente Beuningen en het college van burgemeester en wethouders zijn afgegeven. Eiser stelt dat hij als belanghebbende moet worden aangemerkt en dat het evenement, dat reeds heeft plaatsgevonden, hem onaanvaardbare overlast heeft bezorgd. Hij beroept zich op artikel 6 en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en betwist de toepassing van de juiste beleidsregels door de verweerders.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunningen zijn verleend onder bepaalde voorschriften, waaronder geluidsnormen die de overlast voor omwonenden moeten beperken. Eiser heeft aangevoerd dat de vergunningverlening in strijd is met het fair play-beginsel en dat hij onvoldoende tijd had om rechtsmiddelen aan te wenden, aangezien de vergunning kort voor het festival werd verleend. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verweerders zich in redelijkheid op het standpunt hebben kunnen stellen dat de vergunde activiteiten voor eiser niet leiden tot onaanvaardbare overlast, mede gezien de afstand van zijn woning tot het festivalterrein en de geluidsnormen die zijn vastgesteld.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank concludeert dat de vergunningen rechtmatig zijn verleend en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van de beleidsregels rechtvaardigen. Eiser behoudt procesbelang, aangezien het festival ook in 2015 opnieuw is aangevraagd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.