ECLI:NL:RBGEL:2015:3659

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 mei 2015
Publicatiedatum
8 juni 2015
Zaaknummer
37266151
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woonruimte door gevaarlijke situaties veroorzaakt door huurder

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 6 mei 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen de woningcorporatie Stichting Vivare en de huurders [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2]. De vordering van Vivare betreft de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning, gelegen aan [straat en nummer] te [woonplaats]. De aanleiding voor deze vordering zijn meerdere incidenten waarbij [gedaagde sub 1], die kampt met een alcoholverslaving en psychische problemen, gevaarlijke situaties heeft veroorzaakt in de woning.

De feiten zijn als volgt: [gedaagde sub 1] heeft op 28 april 2014, onder invloed van alcohol, in de woning een brand veroorzaakt door in slaap te vallen met een brandende sigaret. Dit leidde tot aanzienlijke schade. Een tweede brand op 28 juni 2014 had een onduidelijke oorzaak, maar ook deze brand resulteerde in schade voor Vivare. Het meest ernstige incident vond plaats in de nacht van 28 op 29 november 2014, toen [gedaagde sub 1] het gas van het fornuis opendraaide met de intentie om een explosie te veroorzaken. Dit leidde tot ingrijpen van de buurvrouw en de hulpdiensten, maar gelukkig zonder explosie.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de tekortkomingen van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] in de nakoming van de huurovereenkomst, met name het veroorzaken van gevaarlijke situaties, voldoende grond vormen voor ontbinding van de huurovereenkomst. De rechter heeft de vordering van Vivare toegewezen en de huurders veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen 14 dagen na betekening van het vonnis. Tevens zijn de huurders in de proceskosten veroordeeld. De rechter heeft benadrukt dat de huidige behandeling van [gedaagde sub 1] niet voldoende is om het gevaar dat hij heeft veroorzaakt ongedaan te maken.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 3726151 \ CV EXPL 14-22896 \ 428
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
de rechtspersoonlijkheid bezittende stichting Stichting Vivare
gevestigd te Arnhem
gemachtigde mr. J.E. Brands
eisende partij
tegen
1.
[gedaagde sub 1]
wonende te [woonplaats]
gemachtigde mr. J.F. Schouwenaar
2.
[gedaagde sub 2]
wonende te [woonplaats]
gemachtigde mr. J.F. Schouwenaar
gedaagde partijen
Partijen worden hierna Vivare en [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 4 februari 2015 en de daarin genoemde processtukken
- de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen van 13 april 2015.

2.De feiten

2.1.
Vivare verhuurt sinds 1 november 2002 aan [gedaagde sub 1] de woning aan [straat en nummer] te [woonplaats] . [gedaagde sub 2] is de echtgenote van [gedaagde sub 1] en medehuurster. Op de huurovereenkomst zijn de algemene voorwaarden/het huurreglement van 2 januari 2001 van toepassing.
2.2.
[gedaagde sub 1] heeft een alcoholprobleem en psychische problemen. [gedaagde sub 1] drinkt dagelijks ongeveer 15 pilsjes. Eind april 2014 is hij (onder invloed van alcohol) in de woning in slaap gevallen, terwijl hij een sigaret rookte. Toen is brand ontstaan in de woning. De schade bedroeg € 13.779,96. Vivare was verzekerd voor die schade, maar heeft een eigen risico van € 5.000,00 voor haar rekening moeten nemen.
2.3.
Op 28 juni 2014 is opnieuw brand ontstaan, dit keer op de zolder van de woning. De oorzaak van de brand is niet duidelijk. De recent geplaatste nieuwe cv ketel is daarbij vrijwel geheel weggesmolten. De schade van deze brand bedroeg € 18.318,81. Ook ditmaal heeft Vivare een eigen risico van € 5.000,00 voor haar rekening genomen.
2.4.
Op 8 augustus 2014 heeft Vivare aan [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] een brief geschreven waarin staat dat zij van hen verwacht dat zij een volgende calamiteit voorkomen.
2.5.
In de nacht van 28 op 29 november 2014 heeft zich weer een incident voorgedaan, waarbij [gedaagde sub 1] onder invloed van alcohol was. Hij had toen meer gedronken dan anders. [gedaagde sub 1] heeft die nacht het gas van het fornuis opengedraaid. Hij heeft toen een buurvrouw gebeld dat hij dat gedaan had. De buurvrouw is vervolgens meteen gekomen en heeft het gas dichtgedraaid. [gedaagde sub 1] was aan het roken terwijl het gas open stond. Nadat de buurvrouw weer was vertrokken heeft [gedaagde sub 1] het gas opnieuw opengedraaid en [gedaagde sub 2] wakker gemaakt. Hij heeft haar gezegd dat ze naar buiten moest gaan omdat hij de boel wilde laten ontploffen. Hij heeft [gedaagde sub 2] gezegd dat hij van de lamp in de gang een ontstekingsmechanisme had gemaakt. [gedaagde sub 2] is naar buiten gegaan en heeft de hulpdiensten ingeschakeld. Politie en brandweer zijn gekomen. [gedaagde sub 1] heeft het gas dicht en weer open en weer dicht gedraaid. Hij is na een tijdje zelf naar buiten gekomen en had een mes bij zich. Dat heeft hij aan de buurvrouw gegeven. In zijn verklaring, die hij naderhand bij de politie heeft afgelegd, zegt [gedaagde sub 1] dat hij in de war was en veel had gedronken en ook medicijnen had genomen. [gedaagde sub 1] is aangehouden. De voorlopige hechtenis is op 2 december 2014 geschorst.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Vivare vordert de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde, met de veroordeling van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] in de proceskosten.
3.2.
Vivare legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] tekort zijn geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst. Het huurreglement bepaalt in art. 6.1 en art. 6.6 dat de huurder de woning als goed huurder moet gebruiken en dat de huurder geen overlast of hinder mag veroorzaken voor omwonenden. Ook hebben [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] zich volgens Vivare niet als goed huurder (art. 7:213 BW) gedragen. Doordat twee keer brand is ontstaan en door het incident op 28/29 november 2014 hebben [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] onrust veroorzaakt en de woning in gevaar gebracht.
3.3.
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] voeren verweer, waarop hierna wordt ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] voeren aan dat de brand op zolder niet door hun toedoen is ontstaan en dat die dus niet mee kan tellen bij de incidenten die Vivare hen aanrekent. Dat standpunt volgt de kantonrechter, nu inderdaad niet aannemelijk is geworden dat die brand door toedoen van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] is ontstaan.
4.2.
De brand in april 2014 en het incident van 28/29 november worden door [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] op zichzelf niet betwist. Wel voeren zij aan dat [gedaagde sub 1] nooit de intentie heeft gehad de woning te laten ontploffen, hij wilde gewoon aandacht. Zij wijzen erop dat de brandweer/politie de lamp in de gang hebben onderzocht en hebben geconstateerd dat daarmee geen vonk had kunnen ontstaan. Ook hebben de hulpdiensten volgens [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] geen gaslucht geroken en geen gasmengsel gemeten. Van gevaar was dus geen sprake, aldus [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] .
Verder wijzen zij erop dat [gedaagde sub 1] sinds hij weer thuis is, na het incident in november 2014, niet meer heeft gedronken. Hij wordt behandeld door een instelling voor verslavingszorg, waar hij eens per week therapie volgt. Ook wordt hij voor zijn psychische klachten behandeld door Pro Persona, waar hij eveneens eens per week therapie volgt. Ten slotte is het de bedoeling dat [gedaagde sub 1] via een stichting vrijwilligerswerk gaat verrichten, het contact daarover is al gelegd.
4.3.
Vivare brengt daar tegenin dat de tekortkomingen niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden en dat zij als verhuurster verantwoordelijk is voor het voorkomen van overlast en gevaar voor haar andere huurders en voor de woning. Dat [gedaagde sub 1] zich nu laat behandelen betekent nog niet dat daarmee ook het verleden is goed gemaakt.
4.4.
De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat [gedaagde sub 1] twee keer een gevaarlijke situatie heeft laten ontstaan, waarbij hij onder invloed van alcohol was. De ene keer is hij in slaap gevallen met een brandende sigaret, waarna brand is ontstaan. De tweede keer heeft [gedaagde sub 1] het gas opengedraaid met als doel de boel te laten ontploffen. Dat [gedaagde sub 1] dat niet echt wilde en dat hij in de war was, zoals hij later heeft verklaard, maakt niet uit. Het gas is opengedraaid en [gedaagde sub 1] is toen gaan roken, zoals ook voldoende is komen vast te staan. Voor hem pleit dat hij de buurvrouw en zijn vrouw heeft gewaarschuwd. Maar dat vindt de kantonrechter niet genoeg. Hij heeft wel gezorgd voor gevaar, zeker in combinatie met het gebruik van alcohol en alle risico’s die dat met zich brengt. Dat had hij niet moeten doen.
4.5.
Het is verstandig dat [gedaagde sub 1] zich nu laat behandelen. Maar dat maakt het gevaar niet ongedaan. Hij stond ook al onder behandeling toen het incident zich in november 2014 voordeed.
4.6.
De kantonrechter is van oordeel dat de tekortkoming (het gevaar) tot de ontbinding van de huurovereenkomst moet leiden en dus ook tot de ontruiming van het gehuurde. De vordering wordt toegewezen. Of de huidige behandeling van [gedaagde sub 1] aan Vivare genoeg vertrouwen kan geven voor de toekomst is nog onvoldoende duidelijk. Het is aan Vivare om te bezien of zij dat wil meewegen in de vraag of zij dit vonnis zal executeren.
4.7.
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] worden in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten dragen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de huurovereenkomst met betrekking tot de woning aan [straat en nummer] te [woonplaats] ;
5.2.
veroordeelt [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de woning met alles wat van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] is en ieder die bij [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoort, te verlaten en te ontruimen en de sleutels af te geven aan Vivare;
5.3.
machtigt Vivare om, als [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] niet tot ontruiming overgaan, die ontruiming zelf te laten uitvoeren;
5.4.
veroordeelt [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van Vivare begroot op € 97,74 aan dagvaardingskosten, € 116,00 aan griffierecht en € 200,00 aan salaris voor de gemachtigde;
5.5.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. S.H. Bokx-Boom en in het openbaar uitgesproken op