ECLI:NL:RBGEL:2015:3612

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 juni 2015
Publicatiedatum
4 juni 2015
Zaaknummer
05/720024-15 en 05/740163-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor gewapende overval en woninginbraken

Op 3 juni 2015 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een gewapende overval op de textielwinkel 'De Zeeman' in Didam op 5 februari 2015. De rechtbank heeft de verdachte, die op dat moment gedetineerd was, veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar. De zaak kwam aan het licht na een onderzoek dat begon met de aangifte van de slachtoffers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. Tijdens de zitting op 20 mei 2015 werd de verdachte geconfronteerd met de beschuldigingen, waaronder afpersing en meerdere woninginbraken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gewapend met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp de winkel is binnengegaan en de slachtoffers heeft bedreigd om geld af te dwingen. Daarnaast was de verdachte betrokken bij verschillende woninginbraken in de regio, waarbij hij samen met medeverdachten handelde. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van slachtoffers en de verdachte, zorgvuldig gewogen. De officier van justitie had een hogere straf geëist, maar de rechtbank besloot tot een lichtere straf, rekening houdend met de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn beperkte strafblad en het feit dat hij schuldbewust was. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, waaronder [slachtoffer 2] en [benadeelde 4]. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Zutphen
Team strafrecht
Parketnummers : 05/720024-15 en 05/740163-14
Datum uitspraak : 3 juni 2015
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte],
geboren op [1989] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres 1],
thans gedetineerd te [verblijfplaats],
raadsvrouw: mr. M.M. Helmers, advocaat te Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 20 mei 2015. Ter terechtzitting heeft de rechtbank de voeging bevolen van de onder de parketnummers 05/720024-15 en 05/740163-14 aangebrachte zaken.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
inzake parketnummer 05/720024-15
hij op of omstreeks 05 februari 2015 te Didam, gemeente Montferland - in/uit
een winkel/pand (textielwinkel [benadeelde 1]) gelegen en/of gevestigd aan de
[adres 2] -, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval
van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
en/of filiaal en/of textielwinkel "[benadeelde 1]", in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld
hierin bestond(en) dat hij, verdachte,
- gewapend met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp
en/of met hoofd/- en/of gezichtsbedekkende kleding die winkel en/of dat pand
is binnen gegaan en/of (vervolgens)
- dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp op [slachtoffer 2]
heeft gericht en/of (vervolgens)
- dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkende voorwerp duidelijk
zichtbaar aan die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] heeft getoond en/of (daarbij en/of
vervolgens)
- ( op dreigende en/of dwingende toon) aan/tegen die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] heeft
gevraagd om geld en/of heeft geroepen: "geld geld", althans woorden van
gelijke aard of strekking;
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
inzake parketnummer 05/740163-14
1.
hij op of omstreeks 05 augustus 2014 te Gendringen, gemeente Oude
IJsselstreek, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning met
bijbehorende werkplaats/deel gelegen aan de [adres 3] heeft weggenomen
diverse gereedschappen (onder meer meerdere machine(s)) en/of een televisie
(merk: Philips) en/of een (antieke) klok en/of een sieradendoos met inhoud
(onder meer een ketting), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte
en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of
inklimming;
(2014106859)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 05 augustus 2014 te Varsselder, gemeente Oude IJsselstreek,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schuur behorende bij een woning
gelegen aan de [adres 4] weg te nemen geld en/of goederen van zijn gading,
geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 4], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot die schuur en/of
die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder
zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of
inklimming, waarbij, hij, verdachte:
- zich naar die schuur en/of die woning heeft begeven en/of
- ( vervolgens) met een breekvoorwerp de deur, althans het slot, van die schuur
en/of die woning heeft vernield en/of geforceerd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(2014106799)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 9 mei 2014 te Vreden (Bondsrepubliek Duitsland), tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schuur behorende
bij een woning gelegen aan de [adres 5] heeft weggenomen een motorfiets
(KTM crossmotor) en/of diverse gereedschappen (onder meer een accuboor (merk:
Makita) en/of slagboormachine (merk: Bosch)) en/of een radio (merk: Makita),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 5], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking
en/of inklimming;
(2014106859)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
[medeverdachte 1] en/of één of meer onbekend gebleven mededader(s) op of omstreeks
09 mei 2014 te Vreden (Bondsrepubliek Duitsland) tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schuur behorende
bij een woning gelegen aan de [adres 5] heeft weggenomen een motorfiets
(KTM crossmotor) en/of diverse gereedschappen (onder meer een accuboor (merk:
Makita) en/of slagboormachine (merk: Bosch)) en/of een radio (merk: Makita),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 5], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s)
en/of aan verdachte, waarbij die [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te
nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak en/of verbreking en/of inklimming, bij het plegen van welk misdrijf
verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- met die [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) in een auto naar de plaats
delict te rijden en/of
- ( vervolgens) in die auto te wachten en/of (daarbij) op de uitkijk te staan
en/of
- die [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) bij (eventuele) onraad te
waarschuwen;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op één of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 22 juli 2014 te Beek,
gemeente Montferland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit twee (in
aanbouw zijnde) woning(en) gelegen aan de [adres 6] heeft weggenomen een
bouwradio (merk: Bosch) en/of een boormachine (merk: Makita) en/of een tweetal
cirkelzagen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[benadeelde 6] en/of [benadeelde 7] en/of [benadeelde 8] en/of [benadeelde 9]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te
nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak en/of verbreking en/of inklimming;
(2014099638)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling leidt:
[medeverdachte 1] en/of één of meer onbekend gebleven mededader(s) op één of meer
tijdstip(pen) op of omstreeks 22 juli 2014 te Beek, gemeente Montferland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit twee (in
aanbouw zijnde) woning(en) gelegen aan de [adres 6] heeft weggenomen een
bouwradio (merk: Bosch) en/of een boormachine (merk: Makita) en/of een tweetal
cirkelzagen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 6]
en/of [benadeelde 7] en/of [benadeelde 8] en/of [benadeelde 9],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of zijn
mededader(s) en/of aan verdachte, waarbij die [medeverdachte 1] en/of zijn
mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of
inklimming, bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk
behulpzaam is geweest door:
- met die [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) in een auto naar de plaats
delict te rijden en/of
- ( vervolgens) in die auto te wachten en/of (daarbij) op de uitkijk te staan
en/of
- die [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) bij (eventuele) onraad te
waarschuwen;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op of omstreeks 07 juli 2014 te Halle, gemeente Bronckhorst, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kantoor behorende
bij een woning gelegen aan de [adres 7] heeft weggenomen een hoeveelheid
keukenapparatuur en/of audioapparatuur en/of een computer en/of een
hoeveelheid gereedschap (onder meer meerdere machine(s) en/of een compressor
en/of een luchtslanghaspel), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [benadeelde 10] en/of [benadeelde 11], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of
zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
(2014091908)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 5 niet tot een veroordeling leidt:
[medeverdachte 1] en/of één of meer onbekend gebleven mededader(s) op of omstreeks
07 juli 2014 te Halle, gemeente Bronckhorst, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kantoor behorende
bij een woning gelegen aan de [adres 7] heeft weggenomen een hoeveelheid
keukenapparatuur en/of audioapparatuur en/of een computer en/of een
hoeveelheid gereedschap (onder meer meerdere machine(s) en/of een compressor
en/of een luchtslanghaspel), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [benadeelde 10] en/of [benadeelde 11], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) en/of aan verdachte,
waarbij die [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats
des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren)
onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of
verbreking en/of inklimming, tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of
omstreeks 07 juli 2014 te Halle, gemeente Bronckhorst, en/of elders in
Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
door:
- naar de plaats delict te gaan en/of
- ( vervolgens) dat kantoor en/of die woning binnen te treden en/of
- ( vervolgens) (telefonisch) aan die [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s) door
te geven welk(e) goed(eren) daar aanwezig is/zijn;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het inzake parketnummer 05/720024-15 en inzake parketnummer 05/740163-14 onder 1, 2, 3 subsidiair, 4 subsidiair en 5 primair tenlastegelegde. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht. Zij heeft vrijspraak gevorderd van de inzake parketnummer 05/740163-14 onder 3 primair en 4 primair ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat tot een bewezenverklaring kan worden gekomen van het inzake parketnummer 05/720024-15 en inzake parketnummer 05/740163-14 onder 1, 2, 3 subsidiair, 4 subsidiair en 5 subsidiair tenlastegelegde.
Ter terechtzitting heeft de raadsvrouw het standpunt van de verdediging toegelicht aan de hand van haar pleitaantekeningen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank gaat bij de beoordeling van het tenlastegelegde uit van de volgende feiten en omstandigheden.
inzake parketnummer 05/720024-15
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] [2] ;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] [3] ;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting [4] .
inzake parketnummer 05/740163-14
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
Feit 1:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2], mede namens [benadeelde 3] [5] , en de bijbehorende goederenbijlage [6] ;
- het proces-verbaal van bevindingen (over het aantreffen van diverse goederen) [7] ;
- het proces-verbaal van bevindingen [8] ;
- het proces-verbaal van bevindingen [9] ;
- proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 1] (over uitlenen auto) [10] ;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting [11] ;
Feit 2:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 4] [12] ;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting [13] ;
Feit 3:
- het proces-verbaal van bevindingen KTM motorfiets [14] ;
- het proces-verbaal van bevindingen [15] ;
- het proces-verbaal verhoor benadeelde [benadeelde 5] [16] ;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting [17] ;
Feit 4:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 6], namens [benadeelde 7], [benadeelde 8] en [benadeelde 9] [18] , het bijbehorende relaas de verbalisant [slachtoffer 2] [19] en de bijbehorende goederenbijlage [20] ;
- het proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 2] [21] ;
- het proces-verbaal van bevindingen [22] ;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting [23] ;
Feit 5:
- het proces-verbaal van aangifte [benadeelde 10], mede namens [benadeelde 11] [24] ;
- het proces-verbaal van bevindingen [25] ;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting [26] .

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het inzake parketnummer 05/720024-15 en het inzake parketnummer 05/740163-14 onder 1, 2, 3 subsidiair, 4 subsidiair en 5 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
inzake parketnummer 05/720024-15
hij op 05 februari 2015 te Didam, gemeente Montferland - in
een winkel (textielwinkel [benadeelde 1]) gelegen aan de
[adres 2] -, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 2]
heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld,
toebehorende aan textielwinkel "[benadeelde 1]", welke bedreiging met geweld
hierin bestond dat hij, verdachte,
- gewapend met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp
en met hoofd/- en gezichtsbedekkende kleding die winkel
is binnen gegaan en vervolgens
- dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp op [slachtoffer 2] heeft gericht en vervolgens
- dat op een vuurwapen gelijkende voorwerp duidelijk zichtbaar aan die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] heeft getoond en daarbij
vervolgens
- op dwingende toon aan die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] heeft
gevraagd om geld en heeft geroepen: "geld geld";
inzake parketnummer 05/740163-14
1.
hij op 5 augustus 2014 te Gendringen, gemeente Oude IJsselstreek,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning met
bijbehorende werkplaats gelegen aan de [adres 3] heeft weggenomen
diverse gereedschappen (onder meer meerdere machines) en een televisie
(merk: Philips) en een klok en een sieradendoos met inhoud
(onder meer een ketting), toebehorende aan [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft verschaft;
2.
hij op 5 augustus 2014 te Varsselder, gemeente Oude IJsselstreek,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening uit een schuur behorende bij een woning
gelegen aan de [adres 4] weg te nemen geld en/of goederen van zijn gading,
toebehorende aan [benadeelde 4],
en zich daarbij de toegang tot die schuur te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak waarbij, hij, verdachte:
- zich naar die schuur heeft begeven en
- ( vervolgens) met een breekvoorwerp de deur van die schuur heeft vernield of geforceerd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3 subsidiair
[medeverdachte 1] op 9 mei 2014 te Vreden (Bondsrepubliek Duitsland) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een schuur behorende
bij een woning gelegen aan de [adres 5] heeft weggenomen een motorfiets
(KTM crossmotor) en
/ofdiverse gereedschappen (onder meer een accuboor (merk:
Makita) en slagboormachine (merk: Bosch)) en een radio (merk: Makita),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 5], waarbij die [medeverdachte 1] zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van
braak bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- met die [medeverdachte 1] in een auto naar de plaats delict te rijden
en
- vervolgens in die auto te wachten en daarbij op de uitkijk te staan
en/of
- die [medeverdachte 1] bij (eventuele) onraad te waarschuwen;
4 subsidiair
[medeverdachte 1] op
tijdstippen omstreeks 22 juli 2014 te Beek, gemeente Montferland,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit twee in
aanbouw zijnde woningen gelegen aan de [adres 6] heeft weggenomen een
bouwradio (merk: Bosch) en een boormachine (merk: Makita) en een tweetal
cirkelzagen toebehorende aan [benadeelde 7] en/of [benadeelde 8]
waarbij die [medeverdachte 1] zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft verschaft door middel van braak en inklimming, bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- met die [medeverdachte 1] in een auto naar de plaats delict te rijden
en
- vervolgens in die auto te wachten en daarbij op de uitkijk te staan
en
- die [medeverdachte 1] bij (eventuele) onraad te waarschuwen;
5 subsidiair.
[medeverdachte 1] op 7 juli 2014 te Halle, gemeente Bronckhorst, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een kantoor behorende
bij een woning gelegen aan de [adres 7] heeft weggenomen een hoeveelheid
keukenapparatuur en audioapparatuur en een computer en een
hoeveelheid gereedschap (onder meer meerdere machines en een compressor
en een luchtslanghaspel), toebehorende aan [benadeelde 10] en/of [benadeelde 11],
tot het plegen van welk misdrijf verdachte omstreeks 7 juli 2014 te Halle, gemeente Bronckhorst, en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
door:
- naar de plaats delict te gaan en
- vervolgens dat kantoor binnen te treden en
- vervolgens (telefonisch) aan die [medeverdachte 1] door te geven welk(e) goed(eren) daar aanwezig zijn.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
inzake parketnummer 05/720024-15:
afpersing;
inzake parketnummer 05/740163-14:
feit 1: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 2: poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 3: medeplichtigheid aan diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 4: medeplichtigheid aan diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
feit 5: medeplichtigheid aan diefstal.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte terzake van het door haar bewezen geachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. De officier heeft in haar afwegingen onder meer betrokken dat verdachte, korte tijd nadat hij op vrije voeten was gesteld voor andere delicten, zich heeft schuldig gemaakt aan een gewapende overval. De gevolgen die dit heeft gehad voor met name het slachtoffer [slachtoffer 2] zijn indringend geweest, getuige de ter terechtzitting door het slachtoffer voorgelezen slachtofferverklaring. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan woninginbraken danwel medeplichtigheid daarbij. Verdachte heeft inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van anderen en heeft het gevoel van veiligheid van de bewoners aangetast. Bij dergelijke ernstige feiten is enkel een forse gevangenisstraf op zijn plaats. Alleen al voor de winkeloverval wordt als uitgangspunt gehanteerd een gevangenisstraf van drie jaren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit verdachte, rekening houdende met alle omstandigheden, een gevangenisstraf van maximaal drie jaren op te leggen. Verdachte heeft open kaart gespeeld bij de politie, heeft zijn betrokkenheid bekend en heeft ook verklaard over andere zaken, die zonder zijn verklaring niet tot een oplossing waren gekomen. In de afwegingen dienen ook te worden betrokken de bevindingen van de psycholoog en het advies van de reclassering over de hulpverleningsmogelijkheden in het kader van de VI. De delicten zijn gepleegd onder toenemende druk op financieel gebied en druk uitgeoefend door derden, waarbij de eigen beïnvloedbaarheid van verdachte enigszins heeft meegespeeld.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 30 maart 2015;
- een voorlichtingsrapportage van reclassering Nederland, gedateerd 19 mei 2015;
- een rapport van mr. drs. [psycholoog], psycholoog, gedateerd 30 april 2015.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden - dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan een gewapende – dat wil zeggen met gebruikmaking van een namaakwapen - overval, een woninginbraak en een poging daartoe, alsmede medeplichtig is geweest aan een drietal woninginbraken.
Woninginbraken en daaraan te relateren delicten hebben al een grote impact op de slachtoffers en creëren maatschappelijke onrust. Een overval, zoals in dit geval op de winkel van [benadeelde 1], heeft een nog veel grotere impact. Door het slachtoffer [slachtoffer 2] is dit ter zitting treffend onder woorden gebracht met het voorlezen van haar slachtofferverklaring. Een forse gevangenisstraf is gelet op de ernst en de hoeveelheid feiten zonder meer op zijn plaats.
De rechtbank heeft daarnaast in ogenschouw genomen dat verdachte een beperkt strafblad heeft en opening van zaken heeft gegeven. Verdachte heeft zich ter zitting schuldbewust getoond en lijkt oprecht berouw te hebben over wat hij het slachtoffer van de overval heeft aangedaan. De rechtbank ziet alles afwegende, temeer nu zij tot een enigszins andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie, aanleiding om een lichtere straf op te leggen dan door de officier gevorderd.
De rechtbank is van oordeel dat met het opleggen van een gevangenisstraf van drie jaren de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking wordt gebracht.
In beslag genomen voorwerpen
De officier heeft de teruggave gevorderd van de onder verdachte inbeslaggenomen
meetapparatuur aan de belanghebbende. De officier heeft aangegeven dat ten onrechte op de
beslaglijst is aangegeven dat het meetapparatuur zou betreffen. Het gaat om een airco
vulapparaat van [naam] in Groezen (incident 9). De verdachte heeft ter
terechtzitting aangegeven dat de bewuste apparatuur niet van hem is en kan worden
teruggegeven aan de belanghebbende.
Nu er geen strafvorderlijk belang is dat zich daartegen verzet zal de rechtbank de teruggave
gelasten aan de genoemde belanghebbende.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van
de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.500,00 wegens immateriële schade (smartengeld) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade, gevoegd in het strafproces ten aanzien van het tenlastegelegde inzake parketnummer 05/720024-15.
Door de benadeelde partij [slachtoffer 1] is een voegingsformulier benadeelde partij in het strafproces ingediend, gedateerd 3 maart 2015, zonder opgave van een gespecificeerd bedrag, eveneens ziende op het tenlastegelegde inzake parketnummer 05/720024-15.
De benadeelde partij [benadeelde 4] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding tot een bedrag van € 882,05 wegens materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade, gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde inzake parketnummer 05/740163-14.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [benadeelde 4] integraal kunnen worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals gevorderd en met toepassing van de schadevergoedings-maatregel. De benadeelde partij [slachtoffer 1] dient niet ontvankelijk te worden verklaard in de vordering, nu daarin geen bedrag is ingevuld.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft de raadsvrouw zich geconformeerd aan het voorstel van de officier van justitie om deze vordering toe te wijzen.
De vordering van de benadeelde [benadeelde 4] is door de raadsvrouw betwist, omdat de vordering is gebaseerd op een offerte, terwijl de schade niet goed is te rijmen met de beschadigingen zoals weergegeven op pagina 235 en 236 van het dossier. Overigens is het de vraag of de herstelwerkzaamheden daadwerkelijk zijn uitgevoerd. De vordering dient daarom te worden afgewezen.
Nu niet is weersproken dat de benadeelde partij [slachtoffer 2], zoals deze heeft gesteld, als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag en de vordering de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, zal deze vordering worden toegewezen. De verdachte is voor de schade - naar burgerlijk recht - aansprakelijk.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting, komen vast te staan dat de benadeelde partij [benadeelde 4] als gevolg van het bewezen verklaarde handelen inzake feit 2, parketnummer 05/740163-14, rechtstreeks schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De rechtbank acht de hoogte van de schade voldoende aannemelijk gemaakt aan de hand van de overgelegde offerte. Dit brengt met zich dat de vordering zal worden toegewezen.
De benadeelde partij [slachtoffer 1] zal niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering, omdat er feitelijk bezien geen schade is geclaimd.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van na te melden bedragen ten behoeve van de slachtoffers [slachtoffer 2] en [benadeelde 4].

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 36f, 45, 48, 57, 310, 311 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart
niet bewezen, dat verdachte het
inzake parketnummer 05/74163-14 onder 3 primair, 4 primair en 5 primair tenlastegelegdeheeft begaan en
spreekt verdachte daarvan vrij;
 verklaart, zoals hiervoor overwogen,
bewezendat verdachte
het inzake parketnummer 05/720024-15 en het inzake parketnummer 05/740163-14 onder 1, 2, 3 subsidiair, 4 subsidiair en 5 subsidiair tenlastegelegdeheeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
inzake parketnummer 05/720024-15:
afpersing;
inzake parketnummer 05/740163-14:
feit 1: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 2: poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 3: medeplichtigheid aan diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 4: medeplichtigheid aan diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
feit 5: medeplichtigheid aan diefstal
en verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstraf voor de
duur van drie jaren;
 beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 gelast de
teruggavevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven, airco-vulapparaat aan de rechthebbende, te weten: [naam] in Groezen (incident 9);
 veroordeelt verdachte ten aanzien van het feit onder parketnummer 05/720024-15 tot betaling van
schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 2]van een bedrag van
€ 1.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 februari 2015, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van het
slachtoffer [slachtoffer 2]voornoemd, een bedrag te betalen van
€ 1.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 februari 2005, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 25 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
 veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 2 onder parketnummer 05/740163-14 tot betaling van
schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 4]van een bedrag van
€ 882,05, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 augustus 2014, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van het
slachtoffer [benadeelde 4], een bedrag te betalen van
€ 882,05, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 augustus 2014 met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 17 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
 verklaart de
benadeelde partij [slachtoffer 1] niet ontvankelijkin de vordering.
Dit vonnis is gegeven door mr. W.L.F. Prisse (voorzitter), mr. C.H.M. Pastoors en
mr. D.E. Schaap rechters, in tegenwoordigheid van L.E.M. van Bun, griffier, en uitgesproken
ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 juni 2015.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in
2.Aangifte [slachtoffer 2], doorgenummerde dossierpag. 79
3.Aangifte [slachtoffer 1], doorgenummerde dossierpag. 84
4.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 20 mei 2015
5.Aangifte [benadeelde 2] mede namens [benadeelde 3], doorgenummerde dossierpag. 149 en 150
6.Bijlage goederen, doorgenummerde dossierpag. 153, 154, 155
7.Proces-verbaal van bevindingen, relaas verbalisanten [verbalisant 1], [verbalisant 2] en [verbalisant 3], doorgenummerde dossierpag. 169 t/m 175
8.Proces-verbaal van bevindingen, relaas verbalisant [verbalisant 4], doorgenummerde dossierpag. 177- 179
9.Proces-verbaal van bevindingen, relaas verbalisant [verbalisant 5], doorgenummerde dossierpag. 180-181
10.Verhoor [medeverdachte 1], doorgenummerde dossierpag. 213
11.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 20 mei 2015
12.Aangifte [benadeelde 4], doorgenummerde dossierpag. 232
13.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 20 mei 2015
14.Proces-verbaal van bevindingen, relaas verbalisant [verbalisant 6], doorgenummerde dossierpag. 251
15.Proces-verbaal van bevindingen, relaas verbalisant [verbalisant 7], doorgenummerde dossierpag. 258-259
16.Verhoor benadeelde [benadeelde 5], doorgenummerde dossierpag. 260, 261
17.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 20 mei 2015
18.Aangifte [benadeelde 6], (mede) namens [benadeelde 7], [benadeelde 8] en [benadeelde 9] doorgenummerde dossierpag. 327, 328
19.Relaas verbalisant [slachtoffer 2], doorgenummerde dossierpag. 329
20.Bijlage goederen, doorgenummerde dossierpag. 330
21.Verhoor benadeelde [medeverdachte 2], doorgenummerde dossierpag. 110-112
22.Proces-verbaal van bevindingen, relaas verbalisant [verbalisant 8], doorgenummerde dossierpag. 113
23.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 20 mei 2015
24.Aangifte [benadeelde 10], mede namens [benadeelde 11], doorgenummerde dossierpag. 350- 352
25.Proces-verbaal van bevindingen, relaas verbalisant [verbalisant 5], doorgenummerde dossierpag. 375
26.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 20 mei 2015