Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
3.Inbeslaggenomen voorwerp
4.De beslissing
teruggavevan het gps-baken aan de rechthebbende.
Rechtbank Gelderland
In de zaak van een 50-jarige man uit Borculo, die werd beschuldigd van belaging van zijn ex-vrouw, heeft de Rechtbank Gelderland op 1 juni 2015 uitspraak gedaan. De man werd vrijgesproken van de tenlasteleggingen, omdat de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldigingen van stalking. De rechtbank erkende dat er aanwijzingen waren voor een moeizaam verlopen echtscheiding en minder prettige contacten tussen de man en zijn ex-vrouw, maar dit was niet voldoende om te concluderen dat er sprake was van strafrechtelijke belaging.
De officier van justitie had tijdens de zitting op 18 mei 2015 gepleit voor een veroordeling, maar de verdediging stelde dat er te weinig onderzoek was gedaan door de politie. De ex-vrouw van de verdachte had verklaard dat hij haar in de maanden na hun relatiebreuk continu volgde en belde, maar de rechtbank vond dat de verklaringen van de aangeefster niet voldoende waren om de beschuldigingen te onderbouwen. Er was geen bewijs dat de verdachte stelselmatig inbreuk had gemaakt op haar persoonlijke levenssfeer.
De rechtbank concludeerde dat de aangetroffen gps-bakens, waarvan de aangeefster beweerde dat deze door de verdachte waren geplaatst, niet voldoende bewijs boden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte vrijgesproken moest worden van het tenlastegelegde feit en gelastte de teruggave van het gps-baken aan de rechthebbende. Dit vonnis werd uitgesproken in een openbare terechtzitting en is een voorbeeld van de noodzaak van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken.