ECLI:NL:RBGEL:2015:3270

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 mei 2015
Publicatiedatum
26 mei 2015
Zaaknummer
05/880902-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor woningoverval met geweld en bedreiging

Op 26 mei 2015 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 53-jarige man, die werd beschuldigd van het bestelen en beroven van zijn ex-schoonmoeder. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De man heeft zijn ex-schoonmoeder op 3 augustus 2014 in haar woning in Winssen overvallen, waarbij hij haar heeft bedreigd en haar van haar vrijheid heeft beroofd. De rechtbank legde ook een schadevergoeding van 1500 euro op aan het slachtoffer en bepaalde dat de man zich moet houden aan een locatie- en contactverbod. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van het slachtoffer en getuigen voldoende bewijs boden voor de veroordeling. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, gezien de impact op het slachtoffer en de onveiligheid die dergelijke misdrijven met zich meebrengen. De rechtbank heeft ook de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf van 2 maanden gevangenisstraf, omdat de man zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig had gemaakt aan een strafbaar feit.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/880902-14
Datum uitspraak : 26 mei 2015
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [1962] te [geboorteplaats], wonende te [adres 1], [woonplaats]
thans gedetineerd te [verblijfplaats]
raadsman : S. Schuurman, advocaat te Breukelen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen
van 6 januari 2015 en 12 mei 2015.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
Primair
hij op of omstreeks 03 augustus 2014 te Winssen, gemeente Beuningen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening - in/uit een woning gelegen aan de
[adres 2] - heeft weggenomen een of meer ringen en/of een slavenarmband
en/of een of meer horloges, althans een hoeveelheid sieraden en/of een
alarmknop, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke
diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit
van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld
hierin bestond(en) dat hij, verdachte, - in de richting van die woning is gegaan en/of (vervolgens) - (onverhoeds)de woning van die [benadeelde] is binnen gegaan en/of (vervolgens) - één of meer telefoon(s) van die [benadeelde] heeft gepakt en/of (vervolgens)
(tijdelijk) onbruikbaar heeft gemaakt en/of (vervolgens) - die [benadeelde] in een stoel heeft gedrukt en/of geduwd en/of (vervolgens) - die [benadeelde] bij de keel heeft gepakt en/of gehouden en/of (vervolgens) - tegen die [benadeelde] heeft gezegd: "ik maak je kapot en/of ik wurg je",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of (vervolgens) - die [benadeelde] heeft gedwongen om naar boven te gaan en/of (vervolgens) - tegen die [benadeelde] heeft gezegd dat hij, verdachte, goud wilde hebben
en/of (vervolgens) - (nadat die [benadeelde] de alarmknop in haar woning had ingedrukt en
vervolgens de/haar telefoon overging) tegen die [benadeelde] heeft gezegd dat
zij de telefoon niet mocht opnemen;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
Subsidiair
hij op of omstreeks 03 augustus 2014 te Winssen, gemeente Beuningen, [benadeelde] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk dreigend voornoemde [benadeelde] in een
stoel gedrukt en/of geduwd en/of die [benadeelde] bij de keel gepakt en/of
gehouden en/of (vervolgens) die [benadeelde] dreigend de woorden toegevoegd:
"ik maak je kapot en/of ik wurg je", althans woorden van gelijke dreigende
aard of strekking;
2.
hij op of omstreeks 03 augustus 2014 te Winssen, gemeente Beuningen, opzettelijk [benadeelde] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd
gehouden, immers heeft hij, verdachte die [benadeelde] één of meermalen in een stoel
gedrukt en/of een communicatieapparatuur vernield en/of onbruikbaar gemaakt
en/of die [benadeelde] gedwongen mee naar boven (in haar woning) te gaan en/of
een alarmknop weg-/meegenomen en/of die [benadeelde] verhinderd de telefoon op
te nemen en/of onder druk van de omstandigheden belemmerd om zich te bewegen
door de woning en/of die woning te verlaten en/of te bewegen in een richting
die en/of op een moment dat zij zelf wenste;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte is op 03 augustus 2014 te Winssen, gemeente Beuningen, naar de woning van [benadeelde] aan de [adres 2] gegaan en heeft daar gesproken met voornoemde [benadeelde] [2] .
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 primair en 2 tenlastegelegde feiten gelet op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen.
Het standpunt van de verdediging
Door en namens verdachte is betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken voor het onder feit 1 en 2 tenlastegelegde. Hiertoe is aangevoerd dat aangeefster een inconsistente en ogeloofwaardige verklaring heeft afgelegd en dat de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] het verhaal van verdachte verkeerd hebben begrepen en niet kunnen dienen als ondersteuning voor de aangifte. De zoekopdrachten die verdachte heeft uitgevoerd voor het vinden van juweliers is te verklaren doordat hij zijn trouwring onverwachts weer had gevonden en deze wilde verkopen. Verder bevinden zich in het dossier geen andere bewijsmiddelen die het verhaal van aangeefster ondersteunen.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [benadeelde] heeft verklaard dat zij zondag 3 augustus 2014, omstreeks 17.00 uur buiten bij haar woning zat. Opeens zag zij verdachte, haar ex-schoonzoon, [verdachte], voor zich staan. Zij hoorde hem zeggen:” krijg ik geen stoel aangeboden!” Zij heeft hier niet op gereageerd omdat zij geen contact met hem wilde. Vervolgens hoorde zij hem zeggen: ”krijg ik niets te drinken!” Ook hierop heeft zij niet gereageerd. Vervolgens hoorde zij hem zeggen: ”ik pak het zelf wel!” Zij zag dat verdachte opstond en de telefoon welke naast haar lag pakte. Zij zag dat hij de telefoon uit elkaar haalde en op de grond gooide. Vervolgens zag zij dat hij de woning inliep. Zij is toen achter verdachte aangelopen de woning in. In de keuken zag zij dat hij een flesje cola uit de koelkast pakte. Zij wilde ook de keuken inlopen aangezien daar een alarmknop lag. Verdachte hield haar toen tegen en duwde haar vervolgens in de stoel in de woonkamer. Tot zeker vier keer probeerde zij op te staan en werd zij terug in de stoel geduwd. Vervolgens hoorde zij verdachte zeggen dat hij goud wilde hebben. Zij voelde dat verdachte haar bij de keel pakte en deze dichtdrukte. Zij hoorde verdachte zeggen: ”ik maak je kapot!” en “Ik wurg je!”. Daarna zei hij “naar boven jij!” Zij is toen voor verdachte de trap opgelopen naar de eerste verdieping naar haar slaapkamer. Op haar slaapkamer hoorde zij dat verdachte nogmaals zei dat hij goud wilde hebben. Zij heeft toen haar nachtkastje geopend waar haar sieraden in liggen. Verdachte heeft een aantal sieraden uit het nachtkastje gepakt. Zij zag kans om op de alarmknop naast het bed te drukken. Verdachte heeft toen de alarmknop afgepakt. Vervolgens werd er gebeld op de telefoon, vermoedelijk de alarmcentrale. Verdachte zei dat zij de telefoon niet mocht opnemen. Hij schreeuwde dat ze ervan af moest blijven. Verdachte is toen van de slaapkamer afgelopen en heeft nog getracht haar op te sluiten echter lukte dit hem niet. Hij is toen de woning uitgerend en op de fiets gevlucht. [3]
Op 3 augustus 2014 omstreeks 17.08.44 uur is er bij de meldkamer van [bedrijf] een alarmmelding binnen gekomen afkomstig van het perceel [adres 2] te Winssen. Hierna is door de centralist teruggebeld naar de melder. Er werd echter niet opgenomen en vervolgens is de politie gewaarschuwd. Later is de alarmknop vervangen, omdat die door de overvaller was meegenomen. [4]
Getuige [getuige 2], ex-zwager van verdachte, heeft verklaard dat hij op maandag 4 augustus 2014 om 10:30 uur was gebeld door [verdachte]. Die erkende in dit telefoongesprek tegenover [getuige 2] dat hij op zondag 3 augustus bij mevrouw [benadeelde] in de woning was geweest [5] .
[getuige 2] heeft in dit gesprek tegen verdachte gezegd dat hij sieraden had meegenomen. Verdachte reageerde heel verbaasd, dat hij niks had meegenomen. Hij begon ook over de overvalknop; verdachte wist dat de moeder van getuige die knop ingedrukt had [6] .
Getuige [getuige 1], heeft verklaard dat verdachte op zondag 3 augustus tussen 16:00 en 17:30 uur op visite kwam. Hij kwam moe en verdrietig over. Zij wist dat hij 3 augustus bij [getuige 3] was geweest. Dit had hij haar die dag verteld. Hij had wat te drinken gevraagd. [getuige 3] had tegen [verdachte] gezegd dat hij er niet in kwam en niets te drinken kreeg. Hij is toen wel naar binnen gegaan. Binnen hebben ze een woordenwisseling gekregen over de kinderen van [verdachte] en [betrokkene]. Verdachte was erg boos geworden en heeft de telefoon van [getuige 3] kapot geslagen op de hoek van de tafel. Hij had een zwart/blauw klein fietstasje bij zich. Zo groot als ongeveer een A-4 papiertje en ongeveer 30 tot 35 centimeter hoog. [7]
Uit een onderzoek aan de mobiele telefoon merk Samsung Galaxy in gebruik bij verdachte blijkt dat op 3 augustus 2014 op internet via zoekopdrachten gezocht is onder andere naar:
• 08:17 uur. Jumbosupermarkten en openingstijden. Er werd met name gezocht op de
woorden “Jumbo+Winssen”. (Vanuit het onderzoek was bekend geworden, dat
de ex-zwager van de verdachte de eigenaar is van de Jumbosupermarkt in Winssen.)
• 15:00 uur. Zoekopdrachten naar de openingstijden van de supermarktvestiging van
Jumbo in Winssen en Winterswijk.
• tussen 18:54 en 22:22 uur. zoekopdrachten naar “Goldankauf Kleve”. Dit leverde o.a. de websites www.goldankaufl23.de en www.puettgen.de op, evenals adressen van goudinkopers in de omgeving van Kleef (Dld).
Op 4 augustus 2014 te ca. 08:53 uur is er op internet gezocht via zoek opdrachten naar:
• www.google.com m.b.t. goldankaut+Kleve Goldankauf in Kleve-bewertungen &
adressen auf Klicktel.de m.b.t. uhren und schmucklgoldankauf
• www.google.com m.b.t. www.klicktel.de
• www.google.com m. b.t. goldankauf+schmuck+Kleve
• http://www. ueberstundenpalast.com/nrw/kleve-goldankauf-preise. html
Deze zoekslagen leverden informatie en adressen op m.b.t. bedrijven, die goud-/en sieraden
aankopen in de omgeving van Kleef ( Duitsland) [8] .
Ten aanzien van de betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank ziet geen reden om te twijfelen aan de verklaring van aangeefster. Aangeefster heeft, gehoord als getuige bij de rechter-commissaris, een verklaring afgelegd die op details afwijkt van de verklaringen die zij ten overstaan van de politie heeft afgelegd. Op essentiële punten zijn haar verklaringen echter gelijkluidend. Daarnaast wordt de verklaring van aangeefster op belangrijke punten ondersteund door:
- de melding van het alarm bij [bedrijf] en de constatering dat bij terugbellen de telefoon niet werd beantwoord;
- de verklaring van [getuige 1] dat verdachte heeft verklaard dat hij in de woning van het slachtoffer is geweest en daar een telefoon heeft vernield;
- de verklaring van [getuige 2] dat verdachte heeft verklaard dat hij in de woning is geweest en dat [getuige 3] de alarmknop had ingedrukt.
Gelet op deze verklaringen acht de rechtbank de lezing van verdachte over de gebeurtenissen op 3 augustus onaannemelijk, nu de kern van zijn lezing is dat hij niet in de woning van aangeefster is geweest. Ook het betoog van verdachte dat aangeefster het verhaal zou hebben verzonnen om hem een hak te zetten acht de rechtbank onaannemelijk.
De verklaring van verdachte dat hij op het internet heeft gezocht naar juweliers die sieraden inkochten, omdat hij bij het inpakken voor de verhuizing zijn trouwring had gevonden, acht de rechtbank ook onaannemelijk. Weliswaar heeft verdachte ter zitting een verklaring overgelegd, waaruit zou kunnen blijken dat hij op 29 juli 2014 met een zakenkennis een gesprek heeft gehad over een trouwring, maar deze informatie is zo laat verstrekt dat deze niet te verifiëren valt. Bovendien wijst de rechtbank erop dat de zoekopdrachten op internet naar goudinkopers in Duitsland kort na het bezoek van verdachte aan het slachtoffer hebben plaatsgevonden, terwijl voordien uit zijn internetgedrag niet blijkt dat hij op zoek was naar goudinkopers, ondanks het gegeven dat hij, zoals hij stelt, al enige tijd met het idee speelde om eigen goud te verkopen. Ook heeft verdachte geen duidelijkheid gegeven waar, wanneer, voor welk bedrag en bij welke winkel hij zijn ring dan zou hebben verkocht.
Op grond van vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zijn ex-schoonmoeder heeft overvallen in haar woning en haar van haar vrijheid heeft beroofd en beroofd heeft gehouden.

3.Bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
Primair
hij op 03 augustus 2014 te Winssen, gemeente Beuningen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening - in/uit een woning gelegen aan de
[adres 2] - heeft weggenomen ringen en een slavenarmband
en horloges, en een alarmknop, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke
diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte,
- in de richting van die woning is gegaan en/of (vervolgens)
- ( onverhoeds)de woning van die [benadeelde] is binnen gegaan en/of (vervolgens)
- één of meer telefoon(s) van die [benadeelde] heeft gepakt en/of (vervolgens)
(tijdelijk) onbruikbaar heeft gemaakt en/of (vervolgens)
- die [benadeelde] in een stoel heeft gedrukt en/of geduwd en/of (vervolgens)
- die [benadeelde] bij de keel heeft gepakt en/of (vervolgens)
- tegen die [benadeelde] heeft gezegd: "ik maak je kapot en ik wurg je", en/of (vervolgens)
- die [benadeelde] heeft gedwongen om naar boven te gaan en/of (vervolgens)
- tegen die [benadeelde] heeft gezegd dat hij, verdachte, goud wilde hebben en/of (vervolgens)
- ( nadat die [benadeelde] de alarmknop in haar woning had ingedrukt en vervolgens de/haar telefoon overging) tegen die [benadeelde] heeft gezegd dat zij de telefoon niet mocht opnemen;
2.
hij op 03 augustus 2014 te Winssen, gemeente Beuningen, opzettelijk [benadeelde] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd
gehouden, immers heeft hij, verdachte die [benadeelde] in een stoel
gedrukt en een communicatieapparatuur vernield of onbruikbaar gemaakt
en die [benadeelde] gedwongen mee naar boven (in haar woning) te gaan en
een alarmknop weg-/meegenomen en die [benadeelde] verhinderd de telefoon op
te nemen en/of onder druk van de omstandigheden belemmerd om zich te bewegen
door de woning en/of die woning te verlaten en/of te bewegen in een richting
die en/of op een moment dat zij zelf wenste;
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 primair:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken.
Ten aanzien van de feiten 2:
Iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder feit 1 primair en feit 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarde een contactverbod met mevrouw [benadeelde] en een locatieverbod voor de [adres 2] te Winssen met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 17 november 2014;
- een Pro Justitia rapportage, betreffende verdachte, opgemaakt door [psychiater], psychiater, gedateerd 13 januari 2013;
- een reclasseringsrapport, betreffende verdachte, opgemaakt door [deskundige], reclasseringsmedewerker, gedateerd 2 oktober 2014.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een woningoverval en heeft daarbij zijn ex-schoonmoeder enige tijd haar vrijheid benomen. De woningoverval werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld, waarna van het slachtoffer een aantal goederen is gestolen. Hiermee zijn grote gevoelens van angst en onveiligheid bij het slachtoffer veroorzaakt en is haar lichamelijke integriteit aangetast. Het voorval gebeurde bovendien in de eigen woning van het slachtoffer, de plaats waar men zich bij uitstek veilig moet kunnen voelen. Dergelijke gebeurtenissen zijn ook in bredere zin - voor de omwonenden en de wijk waarin zulke incidenten plaatsvinden - verontrustend en tasten de gevoelens van vertrouwen en veiligheid in de eigen woonomgeving aan.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de rechtbank dat voor de afdoening van de onderhavige zaak een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur, met daaraan gekoppelde bijzondere voorwaarden, passend en geboden is. Daarbij is de rechtbank van oordeel dat het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf de ernst van de feiten benadrukt en het voorwaardelijke deel met bijzondere voorwaarden is bedoeld als een zogeheten stok achter de deur om verdachte te weerhouden dergelijke feiten opnieuw te plegen.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde [benadeelde], vertegenwoordigd door haar gemachtigde [naam], heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de onder feit 1 primair en 2 bewezenverklaarde feiten. Gevorderd wordt een bedrag van € 2.500, voor de immateriële schade, met toepassing van de schadevergoedingsmaategel en wettelijke rente.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat een schadevergoeding tot een bedrag van € 1.500,-- moet worden toegewezen en de vordering voor het overige niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren nu verdachte voor het tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank staat, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, vast dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte immateriële schade heeft geleden zoals bedoeld in art. 6:106 eerste lid, aanhef en onder b van het Burgerlijk Wetboek (BW). De rechtbank vindt, rekening houdend met de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen plegen toe te kennen, toekenning van een bedrag aan smartengeld van € 1.500,-- billijk. Voor het overige verklaart de rechtbank de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 3 augustus 2014.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag inclusief de wettelijke rente ten behoeve van de benadeelde partij, waarbij de op te leggen vervangende hechtenis slechts wordt berekend over de hoofdsom van de schadevergoeding.
7b. Tenuitvoerlegging voorwaardelijk opgelegde straf
Ten aanzien van de vordering na voorwaardelijke veroordeling vordert de officier van justitie de tenuitvoerlegging van de nog niet geëxecuteerde 2 maanden gevangenisstraf die door de rechtbank te Utrecht op 12 maart 2013 voorwaardelijk zijn opgelegd en niet-ontvankelijkverklaring van de vordering met betrekking tot de overige 4 maanden, aangezien die al ten uitvoer zijn gelegd.
Nu is bewezen dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, dient de bij vonnis van de rechtbank Utrecht van 12 maart 2013, (16/656515-12) voorwaardelijk opgelegde en nog niet geëxecuteerde gevangenisstraf ten uitvoer gelegd te worden. In zoverre zal de vordering worden toegewezen en voor het overige zal de officier van justitie daarin niet-ontvankelijk worden verklaard.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14g, 27, 36f, 57, 282 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van
24 (vierentwintig) maanden
 bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
6 (zes) maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde(n) voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
 de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
 de bijzondere voorwaarde dat veroordeelde:
- zich voor het einde daarvan
niet zalbevinden in de [adres 2];
- op geen enkele wijze contact zal opnemen met [benadeelde].

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde].
veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1 primair en 2 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij[benadeelde], van een bedrag van
€ 1.500,--(vijftienhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 augustus 2014 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 verklaart de
benadeelde partij [benadeelde] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
  • gelast de tenuitvoerleggingvan de nog niet geëxecuteerde straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de rechtbank te Utrecht van 12 maart 2013, te weten van: een gevangenisstraf voor de duur van
    2 (twee) maanden.
  • Verklaart voor het overige de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gegeven door mr. C.M.E. Lagarde (voorzitter), mr. C. van Linschoten en mr. M.C. Gerritsen rechters, in tegenwoordigheid van mr. G. Croes, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 mei 2015.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL2014075995, gesloten op 3 november 2014 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 mei 2015 en proces-verbaal aangifte p. 22.
3.Proces-verbaal aangifte [benadeelde], p.22 en 23.
4.Proces-verbaal bevindingen [bedrijf], p. 26.
5.Proces-verbaal van verhoor telefonisch gesprek met [getuige 2], p. 50 en 51.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2], p. 52 -55
7.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 1], p.101 en 108.
8.Bijlage 1A 14 proces-verbaal bevindingen onderzoek m.b.t. gegevens uit uitgelezen mobiele telefoon merk Samsung Galaxy.