ECLI:NL:RBGEL:2015:3008
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering wijziging inschrijving in basisregistratie personen van een staatloze eiser met Macedonische afkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 7 mei 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een staatloze man van Roma afkomst uit Macedonië, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede. Eiser had verzocht om zijn nationaliteit in de Basisregistratie Personen (brp) te wijzigen van 'onbekend' naar 'staatloos'. De rechtbank oordeelde dat niet bewezen was dat eiser de Macedonische nationaliteit van rechtswege had verkregen. Eiser had eerder een verzoek ingediend om zijn nationaliteit te wijzigen, maar dit was door verweerder afgewezen. De rechtbank had eerder al in een uitspraak van 5 juni 2014 bepaald dat verweerder opnieuw moest beslissen op het bezwaar van eiser, maar verweerder had dit niet tijdig gedaan.
De rechtbank overwoog dat de bewijslast bij eiser lag om aan te tonen dat hij geen Macedonische nationaliteit had. Eiser had geen bewijsstukken overgelegd die zijn stelling onderbouwden. De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht had vastgesteld dat eiser als 'onbekend' geregistreerd moest blijven in de brp, omdat er geen bewijs was dat hij staatloos was. Eiser had ook aangevoerd dat het voor hem onmogelijk was om een procedure te starten om bewijs van zijn geboorte in Macedonië te verkrijgen, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder niet verplicht was om te onderzoeken of eiser staatloos was.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit voor zover verweerder had geweigerd een dwangsom toe te kennen, en bepaalde dat verweerder aan eiser een dwangsom van € 640 moest vergoeden. Tevens werd bepaald dat het door eiser betaalde griffierecht van € 165 aan hem moest worden terugbetaald. De proceskosten van eiser werden vastgesteld op € 980. De uitspraak werd gedaan door mr. J.J. Penning, rechter, en is openbaar uitgesproken.