ECLI:NL:RBGEL:2015:2830

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 april 2015
Publicatiedatum
29 april 2015
Zaaknummer
05/901291-11
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van grootscheepse invoer van hasjiesj en belastingfraude door verdachte

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 29 april 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van grootscheepse invoer van hasjiesj vanuit Marokko naar Nederland, alsook van belastingfraude. De verdachte werd verweten dat hij samen met anderen in de periode van 2008 tot september 2012 vele kilo's hasj naar Nederland had gebracht, en dat hij daarnaast hasj had verhandeld aan individuele gebruikers. Tevens werd hem verweten dat hij jarenlang onjuist en onvolledig zijn inkomsten bij de Belastingdienst had opgegeven. De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard moest worden, en oordeelde dat de start van het opsporingsonderzoek niet in strijd was met de wet. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan de tenlastegelegde feiten, waaronder het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en het opzettelijk doen van onjuiste belastingaangiften. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 42 maanden op, en verklaarde de in beslag genomen voertuigen verbeurd, die gebruikt waren voor de drugstransporten. De uitspraak is gebaseerd op een uitgebreid dossier met getuigenverklaringen, tapgesprekken en forensisch bewijs.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/901291-11
Datum uitspraak : 29 april 2015
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats 1] (Marokko), wonende te [adres 1], [woonplaats]
raadslieden : mrs. R.B.J.G. Baggen en J.A. Schadd, beiden advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 26 februari 2014, 4 maart 2015 en 15 april 2015.
1. De inhoud van de tenlastelegging [1]
Verdachte wordt in de feiten 1, 2, 3, 5, 6 en 7 verweten dat hij in de periode vanaf 2008 tot september 2012 samen met anderen met gebruikmaking van koeriers in al dan voor dat doel speciaal geprepareerde auto’s vanuit Marokko via Spanje vele kilo’s hasj naar Nederland heeft gebracht dan wel dat heeft geprobeerd.
Feit vier betreft de verkoop van hasj door verdachte in 2011/2012 in Nederland.
In het laatste feit (8) wordt verdachte verweten dat hij te weinig inkomstenbelasting heeft opgeven om dat hij als vennoot van [vof] in Culemborg meer inkomsten heeft verkregen.

2.De ontvankelijkheid van de officier van justitie

Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich primair op het standpunt dat het Openbaar Ministerie ten aanzien van de feiten 1 tot en met 7 niet-ontvankelijk verklaard dient te worden. Het beginsel van een zuiver oogmerk is geschonden, nu de start van het onderzoek onvoldoende transparant is geweest. Op 26 oktober 2011 is het Nederlandse opsporingsonderzoek gestart naar aanleiding van CIE-informatie. Maar voorafgaand aan die datum is meermalen gesproken met opsporingsambtenaren in België en Duitsland waarbij de naam van verdachte is gevallen. Hiervan hadden de verbalisanten in ieder geval een proces-verbaal van bevindingen op dienen te maken. Dit is niet gebeurd, wat een schending van artikel 152 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) oplevert. De verdediging, noch de rechtbank, kan nu de betrouwbaarheid van het onderzoek dat in België en Duitsland heeft plaatsgevonden controleren. Hierdoor is doelbewust en met grove veronachtzaming van de belangen van verdachte aan zijn recht op een eerlijk proces als bedoeld in artikel 6 EVRM tekort gedaan. Dit is een nalatigheid die voor rekening van het Openbaar Ministerie dient te komen.
Ook zijn de getuigen [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3] op een sturende wijze bevraagd door de verbalisanten. Dit is ten nadele van verdachte geweest omdat zijn naam tijdens de verhoren steeds is genoemd door de verbalisanten.
Subsidiair stelt de verdediging dat het voorgaande leidt tot onherstelbare vormverzuimen die zouden moeten leiden tot bewijsuitsluiting van de verklaringen van getuigen [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3], dan wel dat bewijsuitsluiting moet plaatsvinden vanwege de onbetrouwbaarheid van de verklaringen ten gevolge van de sturende ondervraging door de verbalisanten. Meer subsidiair dienen voornoemde vormverzuimen te leiden tot strafvermindering.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het niet-ontvankelijkheidsverweer van de verdediging niet slaagt.
Het overleg dat de Nederlandse politie met de Belgische- en Duitse politie heeft gevoerd zat nog in de fase van voorbereidend onderzoek. Zelfs indien het aangemerkt zou kunnen worden als opsporingsonderzoek dan heeft de verdediging onvoldoende naar voren gebracht welk nadeel verdachte door de gang van zaken heeft ondervonden. De resultaten van de overleggen en de rechtshulpverzoeken maken wel onderdeel uit van het dossier, zodat dit toetsbaar is voor zowel de verdediging als de rechtbank.
De wijze waarop de politie bepaalde getuigen heeft ondervraagd is een keuze in ondervragingsstijl die door de politie mag worden gemaakt. Hiermee is geen voorschrift geschonden. Dat de politie gesloten vragen heeft gesteld kan hooguit van invloed zijn bij de beoordeling door de rechtbank van de betrouwbaarheid van de getuigenverklaringen. De gang van zaken raakt de rechtmatigheid echter niet.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de gesprekken tussen de Nederlandse politie en de Belgische en Duitse politie geen deel uitmaken van opsporingsonderzoek als bedoeld in artikel 132a Sv. De gesprekken waren verkennend en bevonden zich in de fase van voorbereidend onderzoek. De verbalisanten die de gesprekken voerden waren op dat moment dus niet met de opsporing belast, waardoor zij niet gehouden waren zo spoedig mogelijk een proces-verbaal op te maken, zoals artikel 152 Sv bepaalt.
Dat de start van het opsporingsonderzoek onvoldoende transparant zou zijn volgt de rechtbank niet. Vanaf het moment dat het Nederlandse opsporingsonderzoek is gestart is immers door de politie geverbaliseerd en zijn ook de CIE-meldingen en de rechtshulpverzoeken in het dossier van verdachte gevoegd. Deze stukken zijn gevoegd in het dossier van verdachte en daarmee is aan de verdediging en de rechtbank inzicht gegeven in het opsporingsonderzoek. Voorts is de stelling van de verdediging dat verdachte hierdoor ernstig nadeel zou hebben gehad, niet aannemelijk geworden.
Met betrekking tot de wijze van ondervraging door de verbalisanten overweegt de rechtbank het volgende. Uit de processen-verbaal van verhoor van de getuigen [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3] blijkt dat in de vraagstelling van de verbalisanten de naam van verdachte enkele keren is genoemd. Ook wordt bij bepaalde vragen enige informatie over de resultaten van het politieonderzoek tot dan toe prijsgegeven. Op de verhoorstijl van de verbalisanten die deze getuigen hebben verhoord is mogelijk wat af te dingen. Hiermee is echter niet doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte een inbreuk gemaakt op de rechten van verdachte. Ook hoeven deze verklaringen niet uitgesloten te worden van het bewijs. Het is immers aan de rechtbank om de resultaten van de verhoren bij de beslissing inzake het bewijs inhoudelijk op hun bruikbaarheid en betrouwbaarheid te toetsen. De rechtbank heeft geen redenen te twijfelen aan de inhoud van de verklaringen van de getuigen [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3], nu de verklaringen op essentiële onderdelen door andere bewijsmiddelen worden ondersteund. Dat er tijdens delen van deze verhoren geen open vragen zijn gesteld door de verbalisanten, maakt de verklaringen van de getuigen niet onbetrouwbaar.
Het primaire verweer van de verdediging wordt verworpen en de officier van justitie kan worden ontvangen in de vervolging van verdachte. Het subsidiaire verweer van de verdediging wordt eveneens verworpen.
3. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [2]
Feiten 1 tot en met 7
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de veroordeling van verdachte gevorderd voor de onder 1 tot en met 7 tenlastegelegde organisatie/financiering van drugstransporten vanuit Marokko naar Nederland en daarnaast het lokaal handelen in drugs. Met betrekking tot laatstgenoemde lokale handel in drugs vindt de officier van justitie alleen bewezen dat verdachte heeft geleverd aan [betrokkene 1].
De officier van justitie heeft ook de veroordeling van verdachte gevraagd voor het onjuist en onvolledig doen van belastingaangifte.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken. Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 7 is geen concreet bewijs dat verdachte een (verwijtbare) rol had in de tenlastegelegde handel in hasj vanuit Marokko, via Spanje naar Nederland. Er kan niet met voldoende mate van zekerheid worden gesteld dat verdachte wetenschap had van de hasjtransporten. Verdachte heeft weliswaar telefoongesprekken gevoerd met zijn zoon, broer en een garagist, maar hieruit volgt onvoldoende dat hij de opdracht heeft gegeven om de bij de transporten gebruikte Volkswagen Caddy te prepareren. Verdachte stond slechts aan de zijlijn. De rol van verdachte kan dan ook niet worden aangemerkt als medepleger, nu zijn bijdrage aan het tenlastegelegde van onvoldoende gewicht is geweest.
Bovendien dienen de verklaringen van de getuigen [getuige 3], [getuige 4], [getuige 1] en [getuige 2] van het bewijs te worden uitgesloten, nu deze onbetrouwbaar zijn. De verklaringen van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] mogen niet ten nadele van verdachte worden gebruikt als bewijsmiddelen, nu de rechtbank eerder het verzoek van de verdediging om hen beiden als getuige te horen heeft afgewezen.
Ten aanzien van feit 8 kan niet worden bewezen dat verdachte een pleger/medepleger is van het verstrekken van onjuiste informatie aan derden/de belastingdienst. De door de belastingdienst gehanteerde rekenmethode is niet deugdelijk, nu bepaalde gegevens niet zijn meegenomen in de berekening.
Beoordeling door de rechtbank
Zoals hiervoor is overwogen kunnen de getuigenverklaringen van [getuige 1], [getuige 3] en [getuige 2] voor het bewijs worden gebruikt.
De verklaring van getuige [getuige 4] kan worden gebruikt voor het bewijs. Dat hij voorafgaand aan het afleggen van zijn verklaring bij de politie mogelijk informatie heeft verkregen via de media en anderen, maakt zijn verklaring niet onbetrouwbaar, nu deze steun vindt in andere bewijsmiddelen.
De rechtbank is in navolging van de verdediging van oordeel dat de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] niet tot het bewijs gebezigd kan worden. Nu er overigens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor feit 6 primair en subsidiair, zal verdachte hiervan worden vrijgesproken.
Het bewijs ten aanzien van de feiten 1,2, 3, 5 en 7 is in de eerste plaats gebaseerd op de grote hoeveelheid door de politie afgeluisterde tapgesprekken. Dat zijn tapgesprekken waaraan ook verdachte deelneemt en waarin de voorbereiding blijkt van de invoer van hasj vanuit Marokko. Die gesprekken gaan onder meer over het prepareren van auto’s (de Volkswagen Caddy’s) door de eigenaar van garage [garage 1] te Amsterdam. Uit de gesprekken valt op te maken dat in de auto’s dubbele wanden werden aangebracht voor het verbergen van hasj. Verder werd er (GPS) apparatuur in de Caddy’s geplaatst om de bewegingen van de auto volledig te kunnen volgen, de auto zo nodig stil te kunnen zetten en om de gesprekken in de auto te kunnen afluisteren.
De betrokkenheid van verdachte daarbij blijkt mede uit het aantreffen van notities in zijn woning ([adres 1]) met telefoonnummers die overeenkomen met de notities van de Caddy’s met de daarbij horende telefoonnummers die zijn gevonden bij garage [garage 1].
De inbeslaggenomen Caddy’s zijn forensisch onderzocht. Zij bleken geprepareerd te zijn en in een van de Caddy’s is een grote hoeveelheid hasj aangetroffen. Getuige [getuige 5] in wiens bedrijf twee Caddy’s in beslag zijn genomen, heeft verklaard dat hij onder dwang vier Caddy’s moest demonteren waarbij pakketten drugs tevoorschijn kwamen.
Verder zijn er tapgesprekken van verdachte, zijn zoon en derden die gaan over het regelen van auto’s, het regelen van de koeriers met kinderen, het vertrekken van de koeriers en het regelen van een vrije doorgang in Marokko. Uit deze tapgesprekken blijkt anders dan zijn raadsman heeft gesteld dat hij niet een rol van weinig gewicht aan de zijlijn speelt bij de hasjtransporten, maar dat verdachte een spilfunctie heeft en ook instructies aan anderen geeft. Alleen al hierom kan hij als medepleger worden aangemerkt.
Naast de taps zijn er getuigen die belastend hebben verklaard over verdachte. De getuige die het meest belastend heeft verklaard is [getuige 3]. Hij verklaart over de in opdracht van verdachte door de koeriers uitgevoerde hasjtransporten en de problemen die met verdachte zijn ontstaan over het onderhoud van hun gezinnen nadat de koeriers in Spanje waren aangehouden.
Andere belastende verklaringen zijn afgelegd door [getuige 1], de echtgenote van de koerier [getuige 4] die in Spanje met 243 kilo hasj in de auto werd betrapt. [getuige 2] heeft verklaard over de vrouw met kind die hij in opdracht van verdachte voor het hasj transport van [getuige 4] naar Nederland moest regelen. Voorts heeft de broer van [getuige 4], [getuige 6], verklaard dat zijn broer in opdracht van verdachte hasj naar Nederland ging smokkelen.
Het bewijs van feit 4, de levering van hasj aan [betrokkene 1], is gebaseerd op een aantal tapgesprekken waarbij betrokken zijn verdachte, zijn zoon [getuige 7] en [betrokkene 1]. Verdachte wordt vrijgesproken ten aanzien van de levering van hasj aan [medeverdachte 3], [betrokkene 2] en de afnemers die de telefoonnummers [nr 1] en [nr 2] in gebruik hebben.
Met betrekking tot feit 8. De rechtbank wil aannemen dat verdachte verpakkingsmateriaal voor hasj en hulzen voor het maken van joints heeft weggegeven. Nu deze artikelen geld kosten zal het verstrekken van deze goederen in verhouding staan tot de afgenomen drugs, dus tot de omzet. De stelling dat meer verpakkingsmateriaal en hulzen zijn weggegeven dan de belastingdienst heeft berekend, zal wegens gebrek aan onderbouwing worden gepasseerd.
Verdachte was samen met [medeverdachte 3] vennoot van [vof]. Op grond van de bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat de omzet van de coffeeshop en daarmee ook de winst van de coffeeshop en onttrekking aan de coffeeshop hoger waren. Nu verdachte uit de coffeeshop een hoger inkomen heeft genoten dan hij aan de belasting heeft opgegeven, vindt de rechtbank feit 8 bewezen. Tot welk nadeel dit voor de Belastingdienst heeft geleid kan echter onvoldoende vast worden gesteld. Daarom zal verdachte worden vrijgesproken van het concreet tenlastegelegde bedrag van € 568.753,50

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde onder 1 primair, 2, 3, 4, 5 primair, 7 primair en 8 heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op tijdstippen in de periode van de maand december 2011 tot en met 25 september 2012 te Culemborg en te Amsterdam en te Gronsveld, en te Rumpt, en te Utrecht en in Spanje en in Marokko, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (met een aantal auto's, te weten met een auto met kenteken [kenteken 1]
en een auto met kenteken [kenteken 4] en een auto met kenteken [kenteken 2] en met een auto met kenteken [kenteken 3]) een aantal grote onbekend gebleven hoeveelheden, van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
2.
hij in de periode van de maand december 2011 tot en met 25 september 2012 te Culemborg
en te Amsterdam en te Gronsveld, en te Rumpt, en te Utrecht en in Spanje en in Marokko tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (met auto met kenteken [kenteken 5]) een grote hoeveelheid van ongeveer 264 kilo, van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
3.
hij op tijdstippen in de periode van de maand december 2011 tot en met 25 september 2012 te Culemborg en te Veenendaal en elders in Nederland en in Spanje en in Marokko ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen, een grote hoeveelheid van ongeveer 243,65 kilo, van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, (telkens) opzettelijk verdachte en/of verdachtes mededaders een auto (te weten een auto met kenteken [kenteken 6]) heeft/hebben laten prepareren en geschikt laten maken voor drugssmokkel, te weten door verborgen ruimtes in die auto te laten maken waarin de drugs konden worden verstopt en plaatsbepalingsapparatuur en manipulatieapparatuur aan te laten brengen in die auto, zodat de auto door verdachte en/of verdachtes mededaders (op afstand) kon worden gevolgd en gecontroleerd en vervolgens een koerier [getuige 7] met die auto naar Marokko is gereden en vervolgens met die auto met daarin verstopt voormelde grote hoeveelheid drugs vanuit Marokko is vertrokken met als bestemming Nederland via de veerboot naar Spanje, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
4.
hij op tijdstippen in de periode van november 2011 tot en met 25 september 2012 te Culemborg en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft vervoerd en verkocht en afgeleverd aan [betrokkene 3] een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd en/of een aantal grote hoeveelheden hennep,
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
5.
hij in de periode van 5 september 2008 tot en met 06 september 2008 in Marokko en te Culemborg tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte
en diens mededaders voorgenomen misdrijf om opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen, een grote hoeveelheid van ongeveer 82 kilo, een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere
substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, verdachte en/of verdachtes mededaders opzettelijk een chauffeur ([medeverdachte 1]) en een auto (mercedes/kenteken [kenteken 7]) heeft/hebben geregeld en (vervolgens) die auto heeft/hebben (laten) prepareren en (vervolgens) voormelde drugs in die auto heeft/hebben gestopt/verstopt en waarna een chauffeur ([medeverdachte 1]) met die auto richting Spanje/Nederland is gaan rijden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
7.
hij in de periode van 7 augustus 2009 tot en met 8 augustus 2009, te Almeria Spanje en in Marokko en in Culemborg tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en/of verdachtes mededaders voorgenomen misdrijf om opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen, ongeveer 769 kilo, van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, opzettelijk verdachte en/of verdachtes mededaders een chauffeur en een (geprepareerde) auto heeft/hebben geregeld en (vervolgens) die chauffeur ([medeverdachte 2]) in een auto met daarin verstopt/gestopt die drugs is gaan rijden in Marokko richting Spanje/Nederland en (vervolgens) met de boot naar Spanje is gereisd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
8.
hij op tijdstippen in de periode van de maand januari 2006 tot en met 25 september 2012 te Culemborg telkens opzettelijk bij de Belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten aangiften voor de inkomstenbelasting over de jaren 2006 tot en met 2012 onjuist en onvolledig heeft gedaan, immers heeft verdachte
telkens opzettelijk op het bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Gorinchem en/of in Nederland ingeleverde aangiftebiljetten inkomstenbelasting over genoemde jaren telkens een te laag belastbaar bedrag, opgegeven ((te weten zijn winstaandeel en/of winstuitkering en/of uitbetaling als Vennoot van [vof] over de jaren 2006 tot en met 2012), terwijl dat feit telkens ertoe strekte dat te
weinig belasting werd geheven.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 primair en 2 telkens:
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
Ten aanzien van de feiten 3, 5 primair en 7 primair, telkens:
Poging tot het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
Ten aanzien van de feit 4:
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
Ten aanzien van de feit 8:
Opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren.
Ten aanzien van de vijf inbeslaggenomen Volkswagen Caddy’s, heeft de officier van justitie gevorderd dat deze verbeurd zullen worden verklaard.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht, indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, de strafeis van de officier van justitie te matigen. Een gevangenisstraf van vijf jaar is niet passend gelet op straffen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd. Ook kan niet worden geconcludeerd dat verdachte gedurende een lange periode drugs heeft ingevoerd, nu de tenlastelegging ziet op versnipperde periodes. Ook zijn alle feiten oud en is verdachte niet verantwoordelijk voor het langdurige proces.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte voor zover bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 27 januari 2015.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan grootscheepse invoer van hasjiesj vanuit Marokko naar Nederland en pogingen daartoe. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het verhandelen van hasjiesj aan individuele gebruikers in Nederland.
Als strafverzwarende omstandigheid neemt de rechtbank in overweging dat er sprake was van een professionele, georganiseerde wijze om drugs te smokkelen. De wijze waarop dit geschiedde, was doortrapt en op slinkse wijze georganiseerd. Het betrof grote hoeveelheden drugs waarbij de koeriers nauwlettend in de gaten gehouden konden worden en gevolgd werden vanuit de organisatie door middel van een trackingsysteem. De rechtbank acht het ook zeer afkeurenswaardig dat geregeld werd dat een vrouw en kinderen in de smokkelauto’s meereden om de rit van Marokko naar Europa minder verdacht te maken. Hierdoor hoopte men de grenscontroles ongehinderd te kunnen passeren.
Verdachte had een leidinggevende rol binnen de organisatie, hetgeen de rechtbank in zijn nadeel mee zal wegen bij de strafoplegging.
Verdachte heeft voorts over een aantal jaren onjuist en onvolledig opgave gedaan van zijn inkomsten bij de Belastingdienst.
Gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten is uitsluitend een gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend.
De rechtbank vindt een gevangenisstraf van 42 maanden passend en geboden. Deze straf is lager dan door de officier van justitie is geëist, nu de rechtbank bij de strafoplegging (tevens) rekening heeft gehouden met de vrijspraak voor feit 6 en de ouderdom van de feiten.
De in beslag genomen en nog niet teruggegeven Volkswagen Caddy’s met de navolgende kentekens, zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, nu de Caddy’s voorwerpen zijn met behulp waarvan het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde is begaan:
  • [kenteken 4]
  • [kenteken 2]
  • [kenteken 3]
  • [kenteken 1]
  • [kenteken 5].

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24, 33, 33a, 45, 47, 57 en 91 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 3, 11 en 13 van de Opiumwet en de artikelen 69 en 72 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

9.De beslissing

De rechtbank:

spreektverdachte
vrijvan het onder 6 primair en subsidiair tenlastegelegde
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder 1 primair, 2, 3, 4, 5 primair, 7 primair en 8, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
 een
gevangenisstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig) maanden;

verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • personenauto Volkswagen Caddy 2008, kleur zwart, [kenteken 4];
  • personenauto Volkswagen Caddy 2009, kleur grijs, [kenteken 2];
  • personenauto Volkswagen Caddy 2005, kleur wit, [kenteken 3];
  • personenauto Volkswagen Caddy 2005, kleur zwart, [kenteken 1];
  • personenauto Volkswagen Caddy 2007, kleur grijs, [kenteken 5].
Dit vonnis is gegeven door mr. H.P.M. Kester-Bik (voorzitter), mr. K. Gilhuis en mr. J.J.H. van Laethem rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Baaziz, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 april 2015.
BIJLAGE I
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand
december 2011 tot en met 25 september 2012 te Tiel, in elk geval in de
gemeente Tiel en/of te Culemborg en/of te Amsterdam en/of te Gronsveld,
gemeente Eijsden Margraten en/of te Rumpt, gemeente Geldermalsen en/of te
Utrecht en/of elders in Nederland, althans in Nederland en/of in Spanje en/of
in Marokko, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, (telkens) opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft
gebracht (met een aantal auto's, te weten met een auto met kenteken [kenteken 1]
en/of een auto met kenteken [kenteken 4] en/of een auto met kenteken [kenteken 2]
en/of met een auto met kenteken [kenteken 3])een aantal grote onbekend gebleven
hoeveelheden, in elk geval een grote onbekende hoeveelheid van een
gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep
(hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;(zaaksdossier
1. deel I)
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand
december 2011 tot en met 25 september 2012 te Culemborg en/of te Amsterdam
en/of te Gronsveld, gemeente Eijsden Margraten en/of te Rumpt en/of te
Geldemalsen en/of te Utrecht en/of elders in Nederland, althans in Nederland
en/of in Spanje en/of in Marokko, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen ter uitvoering van het door verdachte en/of
verdachtes mededader(s) voorgenomen misdrijf om (telkens) opzettelijk binnen
het grondgebied van Nederland te brengen, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van
de Opiumwet, (met een aantal auto's te weten een auto met kenteken [kenteken 3]
en/of een auto met kenteken [kenteken 1] en/of een auto met kenteken [kenteken 4]
en/of een auto met kenteken [kenteken 2]) een aantal grote hoeveelheden, in elk
geval een grote hoeveelheid van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars
en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere
substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij
die wet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet, verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens)
opzettelijk een aantal auto's (te weten een auto met kenteken [kenteken 3] en/of
een auto met kenteken [kenteken 1] en/of een auto met kenteken [kenteken 4] en/of een
auto met kenteken [kenteken 2]) heeft/hebben prepareerd en/of geschikt gemaakt
voor drugssmokkel en/of laten prepareren/laten geschikt maken voor
drugssmokkel te weten door in die auto's verborgen ruimtes aan te brengen
waarin de drugs verstopt konden worden/verstopt werden en/of door de auto's te
voorzien van plaatsbepalingsapparatuur en/of manipulatie apparatuur waardoor
die auto's en/of de koeriers door verdachte en/of verdachtes mededader(s)
gevolgd konden worden gedurende de reis en/of onder controle konden worden
gehouden en/of zonder dat de drugs werden opgemerkt de grens konden passeren
en/of een aantal koeriers met voormelde auto's (te weten een auto met kenteken
[kenteken 3] en/of een auto met kenteken [kenteken 1] en/of een auto met kenteken
[kenteken 4] en/of een auto met kenteken [kenteken 2]) naar Marokko is/zijn gereden
en/of (vervolgens) weer met voormelde auto's in Nederland zijn aangekomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in of omstreeks de periode van de maand december 2011 tot en met 25
september 2012 te Tiel, in elk geval in de gemeente Tiel en/of te Culemborg
en/of te Amsterdam en/of te Gronsveld, gemeente Eijsden Margraten en/of te
Rumpt, gemeente Geldermalsen en/of te Utrecht en/of elders in Nederland,
althans in Nederland en/of in Spanje en/of in Marokko tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het
grondgebied van Nederland heeft gebracht (met auto met kenteken [kenteken 5]) een
grote hoeveelheid van ongeveer 264 kilo, in elk geval een grote hoeveelheid
van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van
hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde
hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan
wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet;(zaaksdossier 1 deel I)
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand
december 2011 tot en met 25 september 2012 te Culemborg en/of te Veenendaal
en/of elders in Nederland, althans in Nederland en/of in Spanje en/of in
Marokko ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens)
opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen, als bedoeld in
artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, een grote hoeveelheid van ongeveer 243,65
kilo, in elk geval een hoeveelheid van een gebruikelijk vast mengsel van
hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere
substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij
die wet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet, (telkens) opzettelijk verdachte en/of verdachtes
mededader(s) een auto (te weten een auto met kenteken [kenteken 6]) heeft/hebben
geprepareerd en/of laten prepareren en/of geschikt gemaakt en/of geschikt
laten maken voor drugssmokkel, te weten door verborgen ruimtes in die auto te
(laten)maken waarin de drugs konden worden verstopt en/of Plaatsbepalings
apparatuur en/of manipulatieapparatuur aan te (laten) brengen in die auto,
zodat de auto door verdachte en/of verdachtes mededaders (op afstand) kon(den)
worden gevolgd en/of gecontroleerd en/of (vervolgens) een koerier ([getuige 7]
) met die auto naar Marokko is gereden en/of (vervolgens) met die auto
met daarin verstopt voormelde grote hoeveelheid drugs vanuit Marokko is
vertrokken met als bestemming Nederland en/of in de richting van Nederland
(via de veerboot naar Spanje en/of via Spanje), terwijl de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet is voltooid; (zaaksdossier 1 deel I)
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van november 2011
tot en met 25 september 2012 te Culemborg en/of te Tiel en/of te Rotterdam
en/of te Utrecht en/of elders in Nederland, althans in Nederland en/of in
Marokko en/of in Belgie, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft vervoerd en/of verkocht en/of
afgeleverd en/of verstrekt aan [medeverdachte 3] en/of [betrokkene 3] en/of [betrokkene 2]
en/of een afnemer, zijnde de gebruiker van telefoonnummer [nr 1] en/of
een afnemer, zijnde de gebruiker van telefoonnummer [nr 2] en/of een
groot aantal, in elk geval een aantal andere afnemers, in elk geval (telkens)
opzettelijk aanwezig heeft gehad, meerdere, althans een aantal grote
hoeveelheden, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een
gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep
(hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd en/of een aantal grote hoeveelheden hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer
dan 30 gram hennep, zijnde hasjiesj en/of hennep (telkens) een middel als
bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens
het vijfde lid van artikel 3a van die wet;(zaaksdossier 5 deel I)
5.
hij in of omstreeks de periode van 5 september 2008 tot en met 06 september
2008 te Nador, Marokko in elk geval in Marokko en/of te Culemborg en/of elders
in Nederland, althans in Nederland en/of Belgie, tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte
en/of diens mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk binnen het
grondgebied van Nederland te brengen, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de
Opiumwet, een grote hoeveelheid van ongeveer 82 kilo, in elk geval een grote
hoeveelheid, althans een hoeveelheid van een gebruikelijk vast mengsel van
hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere
substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij
die wet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet, opzettelijk verdachte en/of verdachtes mededader(s)
een chauffeur ([medeverdachte 1]) en/of een auto (mercedes/kenteken [kenteken 7])
heeft/hebben geregeld en/of (vervolgens) die auto heeft/hebben (laten)
prepareren en/of (vervolgens) voormelde drugs in die auto heeft/hebben
gestopt/verstopt en/of waarna een chauffeur ([medeverdachte 1]) met die auto
richting Spanje/Nederland is gaan rijden, terwijl de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet is voltooid; (zaaksdossier 3, deel I)
althans, indien het vorenstaande onder 5 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 5 september 2008 tot en met 06 september
2008 te Nador Marokko en/of elders in Marokko, in elk geval in Marokko en/of
te Culemborg en/of elders in Nederland, althans in Nederland en/of Belgie
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of heeft vervoerd ((met een
auto (mercedes/[kenteken 7]) met als bestuurder [medeverdachte 1])) , in elk geval
opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van grote hoeveelheid van
ongeveer 82 kilo, in elk geval een grote hoeveelheid, in elk geval een
hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van
hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere
substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij
de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid
van artikel 3a van die wet;
6.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot en met 1 september 2008
te Culemborg en/of te Utrecht en/of elders in Nederland, althans in Nederland
en/of te Belgie en/of te Spanje en/of te Marokko, tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van
Nederland heeft gebracht (met een auto met als bestuurder [medeverdachte 1]) een
grote hoeveelheid van ongeveer 90 Kilo, in elk geval een grote hoeveelheid van
een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van
hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde
hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan
wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet;(zaaksdossier 3 deel I)
althans, indien het vorenstaande onder 6 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot en met 1 september 2008
te Culemborg en/of te Utrecht en/of elders in Nederland en/of in Belgie en/of
in Spanje en/of in Marokko tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt
en/of heeft vervoerd (met een auto met als bestuurder [medeverdachte 1]), in elk
geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een grote hoeveelheid van ongeveer 90
kilo, in elk geval een grote hoeveelheid, althans een hoeveelheid van meer
dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige
elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn
toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a
van die wet;
7.
hij in of omstreeks de periode van 7 augustus 2009 tot en met 8 augustus 2009,
in elk geval in of omstreeks de periode van 1 juli 2009 tot en met 8 augustus
2009 te Almeria Spanje en/of elders in Spanje, in elk geval in Spanje en/of
in Marokko en/of in Culemborg en/of elders in Nederland, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter
uitvoering van het door verdachte en/of verdachtes Mededader(s) voorgenomen
misdrijf om opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen, als
bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, ongeveer 769 kilo, in elk geval
een hoeveelheid van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en
plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties
zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij die wet
behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a
van die wet, opzettelijk verdachte en/of verdachtes mededader(s) een chauffeur
en/of een (geprepareerde) auto heeft/hebben geregeld en/of (vervolgens) die
chauffeur ([medeverdachte 2]) in een auto met daarin verstopt/gestopt die drugs is
gaan rijden in Marokko richting Spanje/Nederland en/of (vervolgens) met de
boot naar Spanje is gereisd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen
misdrijf niet is voltooid; (zaaksdossier 3 deel I)
althans, indien het vorenstaande onder 7 niet tot een veroordeling leidt:
hijin of omstreeks de periode van 7 augustus 2009 tot en met 8 augustus 2009
in elk geval in of omstreeks de periode van de maand 1 juli 2009 tot en met 8
augustus 2009 te Almeria Spanje en/of elders in Spanje althans in Spanje
en/of te Marokko en/of te Culemborg en/of elders in Nederland, althans in
Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of heeft
vervoerd (( met een auto (mercedes/ LEV720) met als chauffeur [medeverdachte 2])), in
elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een grote hoeveelheid van ongeveer
769 kilo, in elk geval een grote hoeveelheid, althans een hoeveelheid van
meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en
plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties
zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a
van die wet;
8.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand
januari 2006 tot en met 25 september 2012 te Culemborg en/of elders in
Nederland, (telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene
aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten
(een) aangifte(n) voor de inkomstenbelasting over het/de jaar/jaren 2006 tot
en met 2012 onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, immers heeft verdachte
(telkens) opzettelijk op het bij de Inspecteur der belastingen of de
Belastingdienst te Gorinchem en/of in Nederland ingeleverde
aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting over genoemd(e) jaar/jaren (telkens)
een te laag belastbaar bedrag, althans (telkens) een te laag bedrag aan
belasting opgegeven ((te weten zijn winstaandeel en/of winstuitkering en/of
uitbetaling als Vennoot van [vof] over de jaren 2006 tot en met
2012, althans zijn inkomsten uit de handel van [vof] over de jaren
2006 tot en met 2012 niet of onvoldoende heeft opgegeven (totaal voor ongeveer
een bedrag van 568.753,50)), terwijl dat feit (telkens) ertoe strekte dat te
weinig belasting werd geheven;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
BIJLAGE II
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de volgende bewijsmiddelen zijn vervat.
Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de verbalisanten van de politie Oost-Nederland, regionale recherche Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, onderzoek 08PRAAG, gesloten op 2 december 2013 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
De bewijsmiddelen zijn, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3
Proces-verbaal doorzoeking [adres 2] Beusichem, p. 3052
Inbeslagneming [adres 2] Beusichem, p. 3056, 3074, 3078
Volkswagen Caddy [kenteken 3]
Volkswagen Caddy [kenteken 1]
Kennisgeving inbeslagneming Volkswagen Caddy [kenteken 4], p. 3057
Kennisgeving inbeslagneming Volkswagen Caddy [kenteken 2], p. 3057-3058
Proces-verbaal van bevindingen locatie [adres 3] te Rotterdam, p. 1873.
De Caddy met kenteken [kenteken 2] staat blijkens de gegevens van het door de politie op die Caddy aangebrachte peilbaken vanaf 16 september 2012 te 15.00 uur tot 16 september 2012 te 18.00 uur aan de [adres 2] te Beusichem.
Proces-verbaal van bevindingen locatie [adres 4] Rotterdam, p. 1880.
De Caddy met kenteken [kenteken 4] staat blijkens de gegevens van het door de politie op die Caddy aangebrachte peilbaken vanaf 17 september 2012 te 12.00 uur tot 17 september 2012 te 18.25 uur aan de [adres 2] te Beusichem.
Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 5],
p. 1867,Ik ben eigenaar van het garagebedrijf [garage 2] gevestigd te Beusichem, [adres 2]
p. 1895-1900.Hij verklaart verder dat hij vier Caddys heeft moeten demonteren waarbij er pakketten met drugs te voorschijn kwamen. De eerste keer, op 16 september 2012, (…) De vier Caddys zijn door [getuige 7] gebracht en [getuige 7] heeft hem gezegd dat er na de vier leeggemaakte Caddy’s, nog een Caddy zou komen, maar die heeft hij nooit gezien.
Proces-verbaal forensische opsporing p. 30
“Op dinsdag 25 september 2012, werden er vijf voertuigen van het merk Volkswagen, type Caddy en voorzien van de volgende Nederlandse kentekens, bij het Forensische Onderzoeks centrum van de politieregio Gelderland-Midden/ Gelderland-Zuid te Elst afgeleverd
Volkswagen Caddy [kenteken 5] (…)
Volkswagen Caddy [kenteken 8] (…)
Volkswagen Caddy [kenteken 2] (…)
Volkswagen Caddy [kenteken 1] (…)
Volkswagen Caddy [kenteken 3]”
Proces-verbaal technisch onderzoek, p. 32-36 (Forensische opsporing).
De beschrijving waarop de voertuigen werden geprepareerd voor het vervoer van drugs.
“Samenvatting en conclusie: In bovenbedoelde auto’s waren modificaties aangebracht waardoor er holle ruimten (geheime bergplaatsen) waren ontstaan op de vloer en boven de dakbekleding. Deze modificaties waren bij alle vijf de auto op dezelfde wijze en met soortgelijke materialen aangebracht. In de eerstgenoemde auto
([kenteken 5])werden in deze ruimten, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, een grote hoeveelheid pakketjes (467 stuks) met verdovende middelen aangetroffen.”
Proces-verbaal technisch onderzoek, p. 97 (Forensische opsporing).
“Op woensdag 26 september 2012 (…) werden de hieronder genoemde Volkswagens onderzocht door (…) de afdeling “STO” van de regiopolitie Gelderland-Zuid op de aanwezigheid van ingebouwde GPS apparatuur. Ik zag, dat bij alle onderstaande voertuigen onder het dashboard op een van buitenaf niet zichtbare plaats GPS “car tracking” apparatuur was ingebouwd (…)
Volkswagen Caddy [kenteken 5] (…)
Volkswagen Caddy [kenteken 4] (…)
Volkswagen Caddy [kenteken 2] (…)
Volkswagen Caddy [kenteken 1] (…)
Volkswagen Caddy [kenteken 3] (…).”
Proces-verbaal technisch onderzoek, p. 99 (Forensische opsporing).
Elk communicatiesetje bestond oa uit een microfoontje, een GPS antenne, en GSM antenne, een Vodafone simkaart.
Proces-verbaal bevindingen analyse, p. 897-899
In de Caddys waren bakens (plaatsbepalingapparatuur) geplaatst. In die bakens zaten simkaarten van Vodafone. Door contact te leggen met de telefoonnummers behorende bij de simkaarten konden de bakens op afstand worden aangestuurd. Het baken had ook opties als meeluisteren in de cockpit, en stilzetten van het voertuig. Bij het uitlezen van de simkaarten uit de bakens van de Volkswagens Caddys zijn de bijbehorende IMSI nummers bekend geworden. Daardoor kon worden vastgesteld welk telefoonnummer (in combinatie met een baken) zich in welk voertuig bevond.
De Volkswagen Caddy met kenteken
[kenteken 5]had een baken dat was voorzien van het telefoonnummer [nr 4];
De Volkswagen Caddy met kenteken
[kenteken 2]had een baken dat was voorzien van het telefoonnummer [nr 3];
De Volkswagen Caddy met kenteken
[kenteken 6]had een baken dat was voorzien van het telefoonnummer [nr 5];
De Volkswagen Caddy met kenteken
[kenteken 3]werd gebruikt met een baken dat voorzien was van telefoonnummer [nr 6];
De Volkswagen Caddy met kenteken
[kenteken 4]werd gebruikt met een baken dat voorzien was van telefoonnummer [nr 7];
De Volkswagen Caddy met kenteken
[kenteken 1]werd gebruikt met een baken dat voorzien was van telefoonnummer [nr 8].
Proces-verbaal bevindingen analyse, p. 900-901
De Volkswagen Caddy met kenteken
[kenteken 2](gekoppeld aan baken met het telefoonnummer [nr 3]) was op 6 juli 2012 in België, op 7 juli 2012 in Spanje en vanaf 4 augustus 2012 in Marokko. Op 14 augustus 2012 was de combinatie weer in Nederland.
Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 8], p. 1851-1852.
De Caddy is 14 augustus gestald bij een autostalling in Rumpt.
Proces-verbaal bevindingen analyse, p.901.
De Volkswagen Caddy met kenteken
[kenteken 3](gekoppeld aan baken met telefoonnummer [nr 6]) is net voor of op 28 juni 2012 vertrokken vanuit Nederland. Op 28 juni was de auto in Frankrijk, vanaf 13 augustus 2012 was hij in Marokko. Op 4 september 2012 was de combinatie weer in Nederland.
Proces-verbaal bevindingen analyse, p. 901-902.
De Volkswagen Caddy met kenteken
[kenteken 4](voorzien van een baken met telefoonnummer [nr 7]) is op 20 juli 2012 door België, Frankrijk en Spanje gereden en reed door naar Marokko. Op 14 augustus 2012 was de combinatie weer in Nederland.
Proces-verbaal bevindingen analyse, p. 902.
De Volkswagen Caddy met kenteken
[kenteken 1](gekoppeld aan een baken met telefoonnummer [nr 8]) is net voor of op 10 juli 2012 vertrokken naar Marokko. Op 4 september 2012 was de combinatie weer in Nederland.
Een schriftelijk bescheid zijnde een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel, d.d. 20 februari 2012, p. 28[straat] Zandstraat 21 Culemborg, vennotent: [verdachte], wonende [adres 1] en [medeverdachte 3].
Een schriftelijk bescheid, zijnde een kopie van de exploitatievergunning van [vof], p. 29.
Verdachte staat samen met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] op de exploitatievergunning van de [vof].
Een schriftelijk bescheid, zijnde een kopie van een inbeslaggenomen papier, p. 1952.
Op het adres, [adres 1] is op 25 september 2012 een doorzoeking gedaan door de politie. Bij deze doorzoeking wordt een aantal handgeschreven briefjes aangetroffen. Eén van die briefjes bevat de navolgende tekst:
“[betrokkene 4] Veenendaal: [nr 9]
[getuige 7] Rotterdam: [nr 3]
[betrokkene 5] Maastricht: [nr 4]
Zoon [getuige 7]: [nr 8].
[getuige 7] Alphen: [nr 6]”
Een proces-verbaal stemherkenning [verdachte], p. 32-33:
“De stem van de beller vanuit het Marokkaanse nummer [nr 11] in gesprek 1 en 2 is identiek. In totaliteit kan worden afgeleid dat de beller vanuit het Marokkaanse nummer [nr 11] [verdachte] is.”
Het relaas proces-verbaal p. 698
“[verdachte] heeft in Marokko verbleven van 22 oktober 2011 tot 2 maart 2012.
Een proces-verbaal stemherkenning [betrokkene 6], p.56:
“Ik, verbalisant, herkende de stem van de gebruiker van het telefoonnummer [nr 12] als zijnde de stem van [betrokkene 6], geboren op [geboortedatum 2].”
Een proces-verbaal stemherkenning [betrokkene 6], p.62:
“Binnen dit onderzoek wordt met toestemming (…) het nummer [nr 13] in gebruik bij [betrokkene 7] en het telefoonnummer [nr 14] in gebruik bij [betrokkene 8] getapt. In de periode van 21 mei 2012 tot op heden werd door de gebruiker van het telefoonnummer [nr 15] meerdere malen telefonisch contact opgenomen met bovenstaande getapte telefoonnummers. (…) Ik (…) heb bovenstaande tapgesprekken beluisterd. Hieruit bleek uit de stemherkenning dat de gebruiker van het telefoonnummer [nr 15] steeds één en dezelfde persoon is. Dit betreft de persoon [betrokkene 6] geboren [geboortedatum 3], wonende [adres 1].”
Een schriftelijk bescheid zijnde een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel d.d. 9 januari 2012, p. 734waarin staat aangegeven dat Garagebedrijf [garage 1], een eenmanszaak, op naam staat van [betrokkene 7].
Een relaas proces-verbaal p. 729
“Doorzoeking garagebedrijf [garage 1] te Amsterdam. (…)
Handgeschreven notitie (Beslagnummer P.G. 03.03.001) [nr 16]
1. C.D.Y
[kenteken 6]- blauw [nr 9]
2. C.D.Y
[kenteken 1][nr 8]
3. CDY
[kenteken 3]wit [nr 6]
4. CDY
Belgmaxi, grijs [nr 4].NL
5. CDY
[kenteken 2]maxi, blauw [nr 3].nl
6 CDY maxi [nr 17].NL [nr 18]”
Verder handgeschreven notities met onderdelen en bedragen ten aanzien van 7 Caddy’s.
Het tapgesprek van 8 januari 2012 om 16:07, beller [getuige 7] en gebelde [verdachte], p. 736
[verdachte] vraagt aan [getuige 7] of [betrokkene 7] heeft gebeld of hij die dinges heeft gemaakt.
Het tapgesprek van 9 januari 2012 om 15:03, beller [getuige 7] en gebelde [betrokkene 7], p. 740waarin [getuige 7] zegt: “ ik ben de zoon van..
F: “ja, ja (…)
M: “Luister is dat ding nog niet klaar?
F: Deze week, deze week is ie klaar, ik denk woensdag of donderdag.(…)
F: De andere ding is al binnen, (…)
F: Zij gaan erin snijden, nu, en heb ik denk ik morgen of overmorgen terug en dan moet ik mijn werk doen en is hij klaar”
Het tapgesprek van 9 januari 2012 om 15:03, beller [getuige 7] en gebelde [verdachte], p. 741[getuige 7] zegt tegen [verdachte] dat hij [betrokkene 7] heeft gebeld en dat hij woensdag of donderdag klaar is.
Het tapgesprek van 10 januari 2012 om 18:35, beller [verdachte] en gebelde [getuige 7], p. 742[verdachte] vraagt of hij er een alvast aan [betrokkene 7] kan geven om het in elkaar te zetten.
Het tapgesprek van 11 januari 2012 om 10:59, beller [getuige 7] en gebelde [betrokkene 7], p. 744
[betrokkene 7] heeft een vraagje en zegt dat hij de auto net terug heeft gehad maar dat het kleurverschil anders is, anders moet hij tot de 20e wachten. De vloer heeft hij het over.. [betrokkene 7] vraagt of ze niet kunnen komen kijken. Vandaag nog dan weet hij of hij hem wel of niet in elkaar moet zetten.
“F: snap je wat ik bedoel, dus daardoor, ik heb hem vanochtend terug gehad die auto, dus eh, hij wijkt af, dus ik wil eerst even overleggen met jullie (…) of jullie moeten wachten tot de 20e dan heb ik de originelen.” [getuige 7] zegt dat hij het gaat vragen aan zijn vader.
Het tapgesprek van 11 januari 2012 om 12:053, beller [getuige 7] en gebelde [verdachte], p. 746
[getuige 7] zegt dat [betrokkene 7] heeft gebeld en dat hij de stof binnen heeft maar dat de kleur anders is.
het is niet zo als eerst, het is niet origineel.(…) dus hij zegt als jullie het origineel willen moeten jullie wachten tot de 20e of later.
A: zeg maar we wachten, beter.”
Het tapgesprek van 11 januari 2012 om 12:06, beller [getuige 7] en gebelde [betrokkene 7], p. 747waarin [getuige 7] zegt dat ze beter kunnen wachten en dat hij misschien één deze dagen een andere brengt.
Het tapgesprek van 14 januari 2012 om 17:35, beller [verdachte] en gebelde [betrokkene 7], p. 752:
F: Is goed [betrokkene 9] ik zal kijken of [getuige 7] eentje komt brengen dan ben je ermee bezig.
F: zeg hem dat het beter is dat hij moet gaan zoeken dan haal ik dat ding daaruit en ik zeg het bij dat ander op dan maak ik mijn werk af. “
Het tapgesprek van 2-02-2012 om 13:18, beller [getuige 7] en gebelde [verdachte], p. 753
AB: Ben je naar die [betrokkene 9] geweest? (…)
M: Eentje heeft hij afgemaakt/klaar, maar aan die andere is hij nog niet aan begonnen hij zei: “Dat ding is kapot en bovendien het is koud”. (…)
AB: Wat heb je tegen hem gezegd? Je moet hem zeggen dat ik ze nodig heb voor die tijd.(…)
M: Dat heb ik hem gezegd. Hij zei: ”iets anders heb ik niet. Als er wat is moet je die komen brengen.”
Het tapgesprek van 2 februari 2012 om 13:30, beller [verdachte] en gebelde [betrokkene 7], p. 755
“AB: Nog niet? En die wat je had gezegd die een van een meter zeventig (1.70)
FA: Ik ben nog niet mee klaar. Ik ben nog niet begonnen.(…)
AB: (…) Ik moet 5 hebben. In totaal, begrijp je? Twee heb ik wel en ik moet drie erbij hebben. (…)
AB: Ik weet het niet, vriend. Maar ik ben bang dat je niks voor me klaar maakt dan zit ik hier naast uuuh. Ik heb hier heel veel uuh dingens gedaan je weet wel.
F: Daar ben ik ook bang voor, Rais. Maar als je wat vindt dan moet je dat gewoon doen, Rais.
AB: Ik heb niks gezocht, Ik zit hier. We hebben op jou gerekend.”
Het tapgesprek van 2 februari 2012 om 22:07, beller [verdachte] en gebelde [betrokkene 7] p. 758
“A: ik wil dat je duidelijk met mij afspreekt om twee voor mij te gaan maken. Je weet, je gaat het goed maken voor mij.(…)
A: (…) als jij die grote gaat maken dan ga ik twee ervan gebruiken. (…)
A: (...) waar ik het over heb is het voor juni ergens nodig. Dan ben jij klaar met twee.(…)
F: nee, Rais ik sta klaar voor jou, alleen voor jou, ik heb nu niemand “
Het tapgesprek van 13 februari 2012 om 15:02, beller [verdachte] en gebelde [medeverdachte 4] p. 1622
“A: ben jij aan het werk.
Y: nee, ik was naar [betrokkene 7].
A: [betrokkene 7], jaja jullie zijn gegaan voor dit ding.
Y: ja , die dingen regelen.
A. ja, bladveren.
Y: hehh
A: en wat heeft ie te melden, hoe gaat het met hem. geen nieuws
Y: niks, het gaat lang duren het komt niet af. Juli!
A: hehh
Y: die nieuwe dingen wat hij zei, hij rommelt wat aan.
A: goed.
Y: ik vroeg aan hem heb jij het in Juli klaar hij zei nee .pas later.
is niks , lijkt mij dan.
A: die andere heeft ie het geregeld .
Y: welke
A: die andere heeft ie het geregeld
Y: ja, ja morgen brengen ze die naar een plek het blijft daar.
A:ja
Y : en die andere heeft ie ook klaar, ,
A: heeft hij niet gevraagd of er wat papieren zijn ( geld)
Y:ja ,dat zei die ja. ik zei je moet nog wat geduld hebben, later.
A: ja. en toen.
Y: ik zei ,ik heb niks nu. die andere heeft ie morgen klaar ,in deze dagen
ik denk twee dagen dan heeft ie het klaar. hij heeft , m klaar alleen tapijt
nog.
A: ja!
Y: hij maakt er werk van. ik zei dat ik die andere woensdag kom brengen.
A, welke
v: lange.
A: welke hebben jullie dan gebracht.
Y: hehh
A: jullie hebben toch gebracht wat jullie pas hebben gekocht,
Y: nee, nog niet. woensdag gaan we die brengen,
A; oh
Y, hij moet de banden vervangen en de accu. en wat dingen maken.
A, waarom ben jij dan geweest.
Y: ik ben toen geweest_ oh vandaag waarom vandaag,
Y: hij zei dat ik moest komen om dit ding uit te legen het is ingewikkeld
A het is toch net als altijd.
Y nee, nee, deze is anders je kan horen wat er in de auto gezegd wordt . de
auto stil zetten dat ie niet kan rijden, je kan het ook begrenzen dat ie
niet harder dan 120 of 130. er zit veel snufjes in.”
Het tapgesprek van 15 februari 2012 om 13:01, beller [medeverdachte 4] en gebelde [verdachte] p. 1631
Na begroeting.
Ab: Slaap je?
Y: Nee, ik ben vroeg opgestaan.
Ab: He. Waar ben je?
Y: Ik ben onderweg naar [betrokkene 7].
Ab: ooh. Zijn jullie gearriveerd?
Y. Nee. Ik ben nog onderweg. Ik ben in Utrecht?
Ab: Heeft diegene hem afgemaakt?
Y: He? Ja, ik ben klaar. (...)
Ab: ..ntv
Y: Lof Zij Allah.
Ab: Zeg tegen hem:" daar achter alleen, boven". Zeg tegen hem dat hij er echter
een hobbeltje maakt, binnen, het valt op".
y. Binnen in het midden?
A; nee achter bij de kofferbak. Als je hem omhoog zet, als je hem opendoet?
Ab: Daar is een dinges. Zeg tegen hem dat hij hem exact/ precies moe maken, Het
moet dun zijn en precies passen. Begrijp je?
Y: is goed.
Ab, Het ziet er raar uit.
Y: oke akkoord. Ik ga zo met hem kijken.
Ab: Is die [getuige 7] met jullie samen?
Y: He?
A: Was [getuige 7] met jullie samen?
Y: Ja, hij is nu weg.
A: Hij moet dinges doen. heeft hij de papieren meegenomen?
Y: Hij heeft ze meegenomen. Ik heb ze aan hem gegeven?
Ab: Want hij moet die dinges voor doen,
Y: Ja. Ik heb ze aan hem geven.”
Het tapgesprek van 28 februari 2012 om 17:47, beller [verdachte] en gebelde [getuige 7], p. 763
[getuige 7]: Die [betrokkene 7] heeft naar [medeverdachte 4] gebeld. Diegene uit Utrecht. (…)
[getuige 7]: Volgens mij een dezer dagen. Hij had [medeverdachte 4] gebeld.(…)
Ab: Ik zei je dat hij het ook met die moet afhandelen. Met die glazen/ramen en de spiegels? (…)
[getuige 7]: Ja, hij heeft wel mijn nummer. Hij had het nummer van [medeverdachte 4].
Ab: En de Satan. Hebben jullie nog niets met hem gedaan?
[getuige 7]: Ik ben hem nog niet tegengekomen. [medeverdachte 4] is degene die hem steeds ontmoet. Ik zei tegen hem: “als je hem tegenkomt, moet je het tegen hem zeggen”.
Ab: Dat iets wordt steeds… of niet. Of zijn jullie lui geworden. Er is volgens mij genoeg geld.
[getuige 7]: Nee, we moeten het wel met hem doen. Ik had [medeverdachte 4] gewaarschuwd.(…)
Ab: Je moet tegen hem zeggen: ‘we moeten de balans opmaken. Mijn vader heeft de papieren nodig. We moeten kijken wat er is”. Is er iets vreemds aan. Het is mijn vermogen. Wat zit je nou te rotzooien.
[getuige 7]: Nee, [medeverdachte 4] zei dat hij het tegen hem gaat zeggen als hij bij hem komt.
Het tapgesprek van 20 maart 2012 om 17:14, beller [betrokkene 7] en gebelde [getuige 7] p. 772
“F: he, ik heb een vraagje, die een is klaar, maar eeeeh moet daar ook een dingetje in, een telefoon?
M: Ja, gewoon dezelfde
F: Moet daar ook een carkit op?
M: Ja (…)
F: Kijk of je wat ‘papier’ mee kan nemen, weet je. (…)
M:”Papier’mogelijk niet, maar ik neem twee blikken mee denk ik.
F: Sorry?
M: Twee ‘Bakkies’ (…)
F: Twee tegelijk? Waar laden jullie in? Hier? Wacht tot ik uitgewerkt ben.”
Het tapgesprek van 10 april 2012 om 16:56, beller [betrokkene 7] en gebelde [getuige 7] p.781-782
“M: weet je hoeveel plaatsen het heeft?
F: Hij heeft 1,2,3 en 4 verschillende.
M: Doet/laat hij het voor 12?
F: Ja. (…)
M: Oké ik zal je terugbellen. Hoeveel gaat ie erin/inhoud?
F: Hoeveel zo’n 250 meter.(…)
M: Hij heeft er vier dozen?
F: Vier heeft ie. (…) Hij heeft aan BCE (fon) en hij heeft aan dashboard. (…)
F: BCE waar je de voeten kunt neerzetten. (…)
F: Voorin. (…)
F: Plus je hebt nog Faridas. (…)
F: Plus je hebt koffer.”
Het tapgesprek van 7 mei 2012 om 17:39, beller [verdachte] en gebelde [betrokkene 7], p.792
A: luister, jij krijgt van mij nog twee van die dingen, een kleine en een grote. en zegt jij krijgt van mij nog twee dingen ene kleine en een grote.
F:Wat zeg je nou sjef. Dat ga ik niet halen. (…)
F: het moet snel, vriend.
A: ja, snel.
A: Ik wou vragen of je het kunt kopen want [getuige 7] is hier, snap je. Als jij eentje vindt mag je kopen. (…)
A: over twee dagen breng ik die grote. (…)
A: Nee, ik bedoel hoeveel gaat erin? (..)
F:2 meter en nog iets. (…)
A: Is goed dan, maar wel achterin of niet.
F: Ja dat heb ik hem toen ook gezegd, niet een plek, luister: achter, bij de voeten, voor, …. Fardijal(fon).”
Het tapgesprek van 24 december 2011 om 15:26, beller [verdachte] en gebelde [betrokkene 11], p.891
“Ka: Hé, ik vergeet nog iets te vertellen, er is hier iemand.. (…)
Ka: Die heeft familie.. (..)
Ka: Je weet wel, in Tanger.. (…)
Ka: Die gaat over dat ding eh.. de scan van de douane. (…)
Ab: Zeg tegen hem: ‘kom hier en wij gaan met die persoon praten als hij een echte man is’.”
Het tapgesprek van 25 december 2011 om 15:28, beller [betrokkene 11] en gebelde [verdachte] p.894
“ in de achtergrond hoor je dit:
[verdachte]: degene die de scanner heeft is zijn familie in Tanger. Een man op de achtergrond reageert en zegt: In een scanner zit alles. Hij laat alles zien, heel goed.”
Het tapgesprek van 7 mei 2012 om 19:07, beller [verdachte] en gebelde [betrokkene 12], p.794
M: wanneer zien we jou?
A: aan het einde van deze maand misschien
M: Oké. Dan gaan we elkaar ontmoeten (…)
A: “de film” blijft het zo of gaat het veranderen.
M: kijk jij maar., het blijft zo volgens mij.(…)A: Ik heb hier aan onze kant iemand gevonden een grote [belangrijk persoon], goede sterke connecties. Hij zei dat ik de weg mag nemen.
M: een vrije doorgang zeker?
A: zeker , dat zei hij.
M: dan gaan we het doen, vriend. (…)
A: jouw broer gaat niet ofwel? Jou broer doet niks hé.
M: nee, mijn broer gaat dit jaar niet. Er is wel iemand die bij mij zeurt, maar hij heeft geen kinderen/gezin.
A: nee, dat kan niet.
M: ik zei nog tegen hem of hij kinderen kan regelen.
A: die jongen zei dat het moet een gezin zijn. (…)
A: ik wil weer het zelfde doen als de vorige keer. (…)
A: ik moet dus nog iemand hebben.”
Specifiek ten aanzien van feit 2
Kennisgeving inbeslagneming Volkswagen Caddy [kenteken 5] p. 3060
Het relaas proces-verbaal, p. 722
“Op 25 september 2012 vonden doorzoekingen en inbeslagnames plaats in het kader van onderzoek PRAAG. Onder andere werd daarbij een Volkswagen Caddy kenteken
[kenteken 5]in beslag genomen , die opgeslagen stond bij een stallingsbedrijf gevestigd op het adres [adres 5].”
Forensisch dossier, p. 33
Na demontage …. Er een grote holle ruimte toegankelijk werd… Deze ruimte was gevuld met een grote hoeveelheid in plastic verpakte pakketjes.
Het relaas proces-verbaal opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2], p. 722:
(…) “In de Volkswagen Caddy kenteken [kenteken 5] werden 467 pakketjes aangetroffen. Bij testen van bemonsteringen werd de aanwezigheid van THC aangetoond. (…)
Na onderzoek werd het nettogewicht van de in de Volkswagen Caddy kenteken [kenteken 5] aangetroffen verdovende middelen vastgesteld op 264,61 kilo.” (…)
Proces-verbaal bevindingen analyse, p.899-900.
De Volkswagen Caddy met kenteken
[kenteken 5](gekoppeld aan baken met telefoonnummer [nr 4]) is ergens net voor 30 juni 2012 vertrokken vanuit Nederland. Op 30 juni 2012 was de auto in Spanje, vanaf 6 juli 2012 was hij in Marokko. Op 15 augustus 2012 was de combinatie weer in Nederland.
Het relaas proces-verbaal, p. 720
Op nummer [nr 4] werd met ingang van 9 juli 2012 een telefoontap geplaatst.
Het proces-verbaal observatie Volkswagen Caddy [kenteken 5], p. 1761-1762
De Caddy [kenteken 5] is geparkeerd op het perceel stationsstraat in Gronsveld.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 9], p. 1771.
Op 22 augustus 2012 is de auto in een garage in Gronsveld (gemeente Eijsden Margraten) gestald.
Een overzicht van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, p. 1743.
[betrokkene 14] (woonachtig in Maastricht) had de Volkswagen Caddy [kenteken 5] van 23 mei 2012 tot 4 oktober 2012 op zijn naam staan.
Tapinformatie met betrekking tot telefoonnummer [nr 4] p.1738-1739
In de periode van 19 juli 2012 tot en met 14 augustus 2012 is er regelmatig contact tussen [nr 19] ( [betrokkene 6]) en [nr 4].
Het tapgesprek van 15 augustus 2012 om 13:04, beller [betrokkene 7] en gebelde [betrokkene 13], p.1736-1737
F: En in de garage?
S: Ja (…)
F: Is die andere ook binnen? (terug)
S: Hij is al binnen, hij is Maastricht, in Maastricht
F: Op een plek?
S: Ja, op een plek waar woning zijn.
F: Bij de woonerf?
S: Ja.
Het relaas proces-verbaal, p. 721
“Op 15 augustus 2012 viel het getapte telefoonnummer [nr 4] weer onder een Nederlandse GSM-zendmast en verplaatste zich naar een locatie in Maastricht. Zo zond het telefoonnummer op 15 augustus 2012 om 11:08 uur, de coördinaten (…) mee, die volgens Google Maps toebehoren aan de exacte locatie [adres 6] te Maastricht. Daaruit kwam het kenteken [kenteken 5] naar voren, waarna uit gegevens van de Rijksdienst voor het Wegverkeer en Gemeentelijke Basis Administratie, bleek dat dit kenteken was afgegeven aan [betrokkene 14], geboren [geboortedatum 4] te [geboorteplaats 2] (Marokko), wonende te [adres 6].”
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 5] p. 1797-1799
[medeverdachte 5] is de echtgenote van [betrokkene 14]. Van 26 juni tot 13 augustus 2012 is zij samen met de kinderen in Marokko geweest. Zij is er samen met de twee jongste kinderen heen gevlogen. Haar man ging met de auto met de drie andere kinderen. Het was een grote grijze auto. Er konden 7 mensen in. Zij zag de auto pas in Marokko. In Marokko was de auto kapot. De auto heeft ongeveer een week in de garage gestaan. Op de terugweg hebben zij de boot naar Spanje genomen en zijn doorgereden naar huis in Maastricht.
Specifiek ten aanzien van feit 3
Het tapgesprek van 16-02-2012 om 12:38 uur, beller [getuige 7] en gebelde [betrokkene 15], p. 952
[getuige 7]: Nee, de zoon van RAIS [Tolk: leider/Chef]
Mu: Hallo, alles goed.
[getuige 7]: (…) Ik wou vragen of je met ons mee wilt gaan naar een bak. (…)
[getuige 7]: In de omgeving van Uden. (…)
[getuige 7]: Ik ga eerst douchen, dan kom ik.”
Het tapgesprek van 16 januari 2012 om 15:24, beller [getuige 7] en gebelde [betrokkene 7], p. 954
M: He ik wou straks langskomen tot hoe laat ben je op de zaak?
F: Ga je een autootje brengen?
M: Ja (…)
F: Is goed jongen, dan is niemand hier, is perfect.”
Het kentekenregister tenaamstellingen 66RSKK p. 960
Met ingang van 18 januari 2012 staat deze auto op naam van [getuige 7], [adres 7].
Het tapgesprek van 18 januari 2012 om 10:18, beller [getuige 7] en gebelde [betrokkene 15], p. 955
“[getuige 7] zegt dat hij om elf uur bij [betrokkene 15] thuis komt, maar dan moet [betrokkene 15] het adres per sms sturen. [betrokkene 15] gaat het adres per sms sturen.
Het tapgesprek van 18 januari 2012 om 10:30 uur, p. 956
“[adres 7]”
Het tapgesprek van 12 juni 2012 om 22:47 uur, beller [getuige 7] en gebelde [betrokkene 7], p. 963
[getuige 7] zegt dat hij morgen heel vroeg naar [betrokkene 7] komt. (…)
Fa: Kom je die auto ophalen?
[getuige 7]: Ja ik kom de auto ophalen. (…)”
Het tapgesprek van 15 juni 2012 om 18:55, beller [getuige 7] en gebelde [betrokkene 15], p. 969
[getuige 7]: Ja, maar dat ding is nog niet klaar. Hij is bezig met olie verversen, vering en dat soort dingen.
Mu: Geen probleem, ik wou alleen weten wat ik moet gaan doen.
[getuige 7]: in een van deze dagen. Ik ga jou zelf bellen, oké. Het gaat niet lang duren, in deze twee dagen ga ik hem naar jou toe brengen.”
Het tapgesprek van 15 juni 2012 om 20:53, beller [betrokkene 7] en gebelde [getuige 7], p. 971
“F: Ja, ja, ik ben nou pas klaar, we hebben hem gemonteerd alles. (…) ik moet alleen even beltegoed halen voor jou.
Het tapgesprek van 15 juni 2012 om 22:17 uur, beller [betrokkene 7] en gebelde [getuige 7], p. 972
F: Ik sms je een nummertje he. (…)
F: Kijk of het werkt dat systeem of niet werkt”
Het relaas proces-verbaal p. 706, 707
Op vrijdag 15 juni 2012 worden er tussen het telefoonnummer van [betrokkene 7] en [betrokkene 6] in totaal 240 contacten vastgesteld. Dit bestond hoofdzakelijk uit SMS verkeer.
Tapgespreken, p. 987-989, 990-996, 998-1000
vrijdag 15 juni 2012 te 17.22 uur. SMS van [nr 21]( [betrokkene 6]) naar [nr 20] ([betrokkene 7]):
admin123456[nr 21]
15 juni 2012 te 17.22 uur. SMS van [nr 20] naar [nr 21]:
admin ok!
vrijdag 15 juni 2012 te 18.33 uur. SMS van [nr 21] naar [nr 20]
:stop123456
vrijdag 15 juni 2012 te 18.33 uur. SMS van [nr 20] naar [nr 21]:
Stop engine Succeed!
vrijdag 15 juni 2012 te 18.34 uur. SMS van [nr 21] naar [nr 20]:
resume123456
vrijdag 15 juni 2012 te 18.34 uur. SMS van [nr 20] naar [nr 21]:
Resume engine Succeed!
vrijdag 15 juni 2012 te 18.36 uur. SMS van [nr 21] naar [nr 20]:
monitor123456
vrijdag 15 juni 2012 te 18.36 uur. SMS van [nr 20] naar [nr 21]:
monitor ok!
vrijdag 15 juni 2012 te 19.02 uur. SMS van [nr 21] naar [nr 20]:
noadmin123456
vrijdag 15 juni 2012 te 19.02 uur. SMS van [nr 20] naar [nr 21]:
noadmin ok!
vrijdag 15 juni 2012 te 19.32 uur. SMS van [nr 21] naar [nr 20]:
begin 123456
vrijdag 15 juni 2012 te 19.32 uur. SMS van [nr 20] naar [nr 21]:
Begin ok!
vrijdag 15 juni 2012 te 19.40 uur. Gesprek van [nr 21] naar [nr 20]
: Tijdens dit gesprek is [betrokkene 7] en een Nnman te horen. [betrokkene 7] zegt; hij
doet het, dat was de grote boosdoener. NNman zegt: "ik hoor jullie echt goed
man! Dat is echt gevaarlijk!"
vrijdag 15 juni 2012 te 19.52 uur. Gesprek van [nr 21] naar [nr 20]
: Tijdens dit gesprek is [betrokkene 7] en een NNman te horen. [betrokkene 7] zegt; bel
eens. NNman zegt:
"[getuige 7]... [betrokkene 7] zegt [getuige 7], 1, 2, 3."
vrijdag 15 juni 2012 te 19.52 uur. Gesprek van [nr 21] naar [nr 20]
: Tijdens dit gesprek is [betrokkene 7] en een NNman te horen. [betrokkene 7] zegt: "1
2, 3. Hallo [naam] alles goed. Lekker vrouwtjes overal. Met muziek aan
hoor je mij?" NN man zegt: "alles."
Het proces-verbaal van observatie op zaterdag 16 juni 2012 om 17:10 uur, p. 984
[betrokkene 8] rijdt in de Caddy [kenteken 6] op het parkeerterrein van de flat gelegen aan [adres 7]. [betrokkene 15] woont daar.
Het tapgesprek van 3 juli 2012 om 15:20 uur, beller [getuige 7] en gebelde [betrokkene 7], p. 1054
Auto gestolen door Polen je moet hem uitzetten
Het tapgesprek van 3 juli 2012 om 15:23 uur, beller [betrokkene 7] en gebelde [getuige 7], p. 1056
“[betrokkene 7] vraagt aan [getuige 7] om te checken via lap top. [getuige 7] zegt dat hij gaat checken via BlackBerry. [betrokkene 7] vraagt of [getuige 7] “hem” nog kan zien. [getuige 7] zegt van ja.”
Het tapgesprek van 3 juli 2012 om 16:09 uur, beller [betrokkene 15] en gebelde [betrokkene 16], p. 1058
[betrokkene 15]: Ja, hij is hier voor me, er zijn hier garages en deze woning is niet bewoond. Ik zie twee auto’s binnen, maar zij hebben “hem” [Tolk:auto] in de garage geplaatst (…)”
Het tapgesprek van 3-07- 2012, 16:14 uur, beller [verdachte] en gebelde [betrokkene 15], p. 1060
A: Hoi Rais (…)
M: Ik ben nu aan het praten met een mevrouw die in deze woning woont, zij zegt dat zij geen man heeft. Ik zei tegen haar dat een chip in die auto zit. (…)
M: (…) wij zeggen tegen haar dat de auto bij haar binnen is en zij moet gaan kijken want zij verhuurt die garage soms voor andere mensen. Zij gaat kijken of hij er is. (…)
M: (…) Ik belt jou over twee minuten Rais.”
Het tapgesprek van 3 juli 2012 om 16:36 uur, beller [getuige 7] en gebelde [betrokkene 7] p. 1061
M: ‘Hij is open. Ze zegt: ‘Neem hem maar mee’.
F: Dan, neem die mee. Laat die andere doorgeven… je moet niet zeggen dat dat ding erin zit. Dat is alleen voor jou. (…)
F: Oké, je kan starten en wegrijden.
Het tapgesprek van 3-07-2012,16:58 uur, beller [verdachte] en gebelde [betrokkene 15], p. 1066
“[betrokkene 15] zegt dat hij de auto net gestart heeft en hij gaat [verdachte] zo terugbellen.”
Het tapgesprek van 3 juli 2012 om 21:42 uur, beller [verdachte] en gebelde [betrokkene 15], p. 1074
A: Chipkaart, als wij dat niet deden hadden we een probleem gehad, hoerkinderen die ze zijn.
M: klopt anders hadden we echt pech gehad.
A: Geen probleem, maar dan moeten we opnieuw beginnen en dat gaat tijd kosten. Diegene doet er lang over. (…)
A: Ik ben bang dat die homo’s weer terug komen.
M: ik ga hier slapen, ik ga erin slapen. (…)
A: Wanneer ga jij vertrekken? Ga jij nog niet vetrekken?
M: (…) morgen ga ik vertrekken.”
Een bericht van de Liaison officier aan Recherche Gelderland Midden d.d. 13-09-2012, p. 1085
Op 4 september 2012 is de Caddy [kenteken 6] gecontroleerd in de haven van Motril. Granada. De auto kwam van de veerboot afkomstig uit Al Hoceima Marokko. Op verborgen bergplaatsen in bodem en dak werd 243 kilo hasj aangetroffen. Bestuurder [getuige 4] reisde in gezelschap van [betrokkene 17] en haar minderjarige zoon [betrokkene 18] 10 jaar.
Proces-verbaal vluchtgegevens [betrokkene 17] p. 1086
Proces-verbaal boekingsgegevens AT673, p. 1341-1347
Proces-verbaal van bevindingen, p. 1348-1349.
Middels een vordering 126nd Wetboek van Strafvordering aan de Koninklijke Marechaussee op Schiphol werd vastgesteld dat [betrokkene 17] en [betrokkene 18] op 3 september 2012 met vlucht AT673 vanaf Amsterdam naar Nador waren gevlogen.
De tickets waren op 1 september 2012 door een persoon in de winkel van Taoufik reizen Utrecht geboekt.
Rechtbank van eerste aanleg en instructie Nr. 4 van Motril, verklaring van aangehouden persoon, p. 1120
[getuige 4] heeft verklaard dat hij drugs van Marokko naar Nederland zou rijden en daarvoor € 15.000,00 zou ontvangen.
Het proces-verbaal van inspectie van voertuig, p. 1126.
In de auto GPS apparatuur met simkaart gevonden na demonteren van het bovenste compartiment waar documenten in kunnen worden gelegd.
Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 7] door de rechter-commissaris op 24 juli 2014
Ik denk dat ik [verdachte] voor het laatst in maart 2012 in Nederland heb gesproken. Ik heb hem in Marokko voor het laatst gezien in de zomer van 2012.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 1], p. 1223-1227
[getuige 1] is de echtgenote van [getuige 4].
Rais is een naam die ik [betrokkene 12] vaker over de telefoon heb horen zeggen als hij met deze man belde. [betrokkene 15] ontmoette Rais in een coffeeshop in Culemborg, [vof]. Mijn broer vertelde mij laatst dat hij had gehoord dat de [vof] van [verdachte] uit Culemborg gesloten was. Ik heb de conclusie getrokken dat Rais [verdachte] uit Culemborg is van [vof] en dat hij achter het drugstranssport zit waar voor [betrokkene 15] is aangehouden. Rais is degene die het geld aan [betrokkene 19] heeft gegeven dat [betrokkene 19] weer aan mij moest geven voor [betrokkene 15] in de gevangenis en om de bekeuring te betalen. [betrokkene 15] had mij gezegd dat de zoon van Rais mij het geld zou brengen. [betrokkene 19] spreekt over de zoon van die mij geld zal komen brengen.
[betrokkene 15] had de auto [kenteken 6] op zijn naam. Ik zag een bekeuring uit maart 2012. De auto was voor de vakantie. [betrokkene 15] had hem geschorst. Eind juni 2012 heeft hij de auto gehaald en bij onze flat op het parkeerterrein gezet.
We zouden 3 juli vertrekken, maar wegens de diefstal van de auto werd het een dag later. We zijn 4 juli 2012 met de Caddy naar Marokko vertrokken. Verbleven in Al Hoceima. Tijdens de vakantie is de auto in de garage geweest voor een reparatie. We zouden 21 augustus uit Marokko vertrekken. [betrokkene 15] wilde niet en vertelde dat hij hasj wilde smokkelen. Ik wilde toen niet met de kinderen met hem terugreizen.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 1], p. 1239
[getuige 6] of [getuige 7] gaf mij een bundeltje. Ik wist dat het 3500 moest zijn.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 6] [getuige 4], p. 1253-1254
“De man op foto 1 herken ik als “Rais” die ik in Marokko heb gezien, de vriend van mijn broer. Ik heb deze man ook samen met mijn broer ontmoet in Driouch . (…) Ik weet dat Rais de grote baas is. Mijn broer heeft mij dit verteld nadat we hem in Driouch hadden ontmoet. [betrokkene 15] heeft mij verteld dat hij in opdracht van deze baas hasj ging smokkelen naar Nederland.”
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [betrokkene 17] p. 1329-1331
[betrokkene 20] zei vervolgens: “je moet wat voor me doen. Een vriend van mij heeft een meisje nodig. Je hoeft niet bang te zijn. (…) (…) en jij loopt geen enkel risico Je hoeft alleen maar naast hen te zitten. (…) Hij zei je krijgt daar 8 duizend euro voor.
Ze wilden me niet vertellen wat het was dat werd meegenomen. Hij heeft meerdere keren tegen mij gezegd dat het niet mijn probleem was als we zouden worden aangehouden. Dat het illegaal was, en dat het verboden was datgeen wat er mee zou worden genomen was voor mij wel duidelijk. Want € 8.000 wat hij in eerste instantie had beloofd en geboden, daarvan wist ik dat dit niet om een paar potjes pindakaas zou gaan. (…) ik heb op voorhand € 1000 van [betrokkene 20] gekregen. Mocht het transport goed aflopen dan zou ik bij aankomst in Nederland in de buurt van Hazeldonk of Breda € 8.000 krijgen van [betrokkene 20]. (…) Ik moest van hun met mijn zoon reizen. Anders zou de deal die we hadden gesloten niet door gaan.”
Proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 2] op 16 en 17 oktober 2012, p. 1361-1366
Hij, ([betrokkene 17] noemde hem [betrokkene 20]) kent de eigenaren van [vof], hij komt daar ongeveer eens per week om koffie te drinken. [betrokkene 6] en [medeverdachte 4] werken in de coffeeshop. Hij kent [medeverdachte 4] en [verdachte] van de coffeeshop. [verdachte] is familie van zijn vrouw. [getuige 2] verklaart op 16 oktober 2012 dat hij vijf of zes weken geleden door [verdachte] werd gebeld met de vraag of hij een vrouw met een kind kende die naar Marokko kon reizen om vervolgens met een chauffeur van [verdachte] mee terug te rijden naar Nederland. Die vrouw moest 2 dagen na het telefoongesprek vanuit Nederland naar het vliegveld in Nador vliegen. Zowel hij zelf als de vrouw zouden van [verdachte] € 10.000,- krijgen. Hij ging er vanuit dat de vrouw en het kind met een drugstransport van [verdachte] mee moesten rijden, omdat hij wist dat [verdachte] in de drugs zat. [verdachte] zei dat hij een ticket moest regelen en het geld daarvan uit de kassa van [vof] moest halen. Hij is toen naar [vof] gegaan en heeft daar € 1.000,- meegenomen. [medeverdachte 4] was toen in de coffeeshop aanwezig en heeft gezien dat hij € 1.000,- meenam. [medeverdachte 4] wist ervan. Hij, [getuige 2], heeft [betrokkene 17] gevraagd op en neer naar Marokko te reizen. Hij heeft haar € 1.000,- gegeven om een ticket te kopen. [betrokkene 17] heeft zelf de vliegtickets gekocht.
Drie dagen later had [betrokkene 17] hem gebeld en zei dat ze gepakt was in Spanje met drugs in de auto en vroeg of hij geld kon sturen voor een ticket om terug te kunnen vliegen naar Nederland. Hij heeft via het reisbureau D-Reizen in Culemborg tickets geregeld. Die tickets kostten € 500,- en een beetje. Dat geld heeft hij in [vof] van [medeverdachte 4] gekregen. Hij zei tegen [medeverdachte 4] dat hij geld nodig had om een ticket voor [betrokkene 17] en haar zoon te kunnen kopen en kreeg toen meteen van [medeverdachte 4] geld mee. Hij heeft toen de tickets gekocht en via het reisbureau is het toen allemaal geregeld.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 2] p. 1356
[getuige 2] wijst foto 1 aan als [verdachte].
Het proces-verbaal pv bevindingen fotoboek onderzoek Praag, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] d.d. 18 september 2012, p. 1:
(…) “Index fotoboek PRAAG 1e versie dd 188-09-2012
Fotonr. Naam (…) voorl. Voornamen (…)
1. [verdachte] (…)”
Ten aanzien van feit 4 levering aan Mimoum Amrir
Het proces-verbaal van bevindingen p. 2560
Tijdens een observatie op 24 april 2012 werd gezien dat [betrokkene 6] en een onbekende Marokkaanse man een ontmoeting hadden in Culemborg. Daarbij werd gezien dat [betrokkene 6] een tas overhandigde aan deze man. Even later werd gezien dat de man een woning aan de [adres 8] te Woerden verliet. Op dat adres staat ingeschreven in het GBA [betrokkene 1].
Van de politie Luik audiobestanden ontvangen met daarop de stem van [betrokkene 1].
Stemvergelijking met de [betrokkene 1] uit het Belgische onderzoek en met de [betrokkene 1] uit Woerden die gesprekken voert met [betrokkene 6] leverde op dat het om een en dezelfde persoon ging. De Marokkaanse tolk werkend onder nummer IJS99554 kwam tot dezelfde conclusie.
Het tapgesprek van 13-02- 2012 om 15:02 uur, beller [verdachte] en gebelde [medeverdachte 4], p. 2559:
A: goed, wacht ik ga je een telefoonnummer van een jongen geven. bel hem op en zeg maar dat je een vriend van [betrokkene 21] (fon) bent. snap je.
Y: ja, ik ga bellen en dan belt iemand mij terug of wat.wat moet ik zeggen.
A: ja, zeg ik ben een vriend uit Culemborg zo iets dan.
Y: oke is goed .geef maar.
A: geef hem die dingen die Kopieen.
Y: ja ja.
A: [nr 22]
Y: ja, is goed.
A: geef hem die nummer 10 die cd. weet je wat geef hem van alles wat er is. Van alles een. oke .zeg maar de vriend van chi,,. zeg gewoon [vof] Culemborg.”
SMS van [getuige 7] naar [betrokkene 1] 13-02-2012 om 10:04 uur, p. 2562:
Sms met inhoud: “17”
Het tapgesprek van 13-03-2012 om 12:51 uur, beller [getuige 7] en gebelde [betrokkene 1] p. 2563:
[betrokkene 1] komt iets ophalen.
Het tapgesprek van 14-03-2012 om 11:52 uur, beller [betrokkene 1] en gebelde [getuige 7], p. 2574:[getuige 7] ziet [betrokkene 1] morgen vandaag niet.
Het tapgesprek van 14 maart 2012 om 23:47 uur, SMS [betrokkene 1] naar [getuige 7], p. 2576:
“Kan je hier morgen om half 10/10 uur zijn. Want moet daarna weg.”
Het tapgesprek van 15 maart 2012 om 09:30 uur, SMS [betrokkene 1] naar [getuige 7], p. 2578:
“Ik ben heer”
Het tapgesprek van 15 maart 2012 om 10:00 uur, SMS [getuige 7] naar [betrokkene 1] p. 2579:
“Ik kom eraan”
Het tapgesprek van 15-03- 2012, 13:00 uur, beller [verdachte] en gebelde [betrokkene 1], p. 2584:
Ab:(…) waar is die slechterik? Is hij weggegaan?
Mi: Hij is volgens mij gisteren weggegaan/vertrokken.
Ab: heeft hij je gezegd dat je me iets moet geven? (…)
Ab: Heeft hij je niets over mij verteld? Hij zei tegen me dat hij papieren voor mij zou achterlaten bij jou. (…)
Ab: (…) Het is zijn zaak. Ik bedoel., ik heb wat dinges met hem. Hij zei tegen me: ‘ik heb ze hier”. Hij zei dat je ze daar hebt. (…)
Ab: Ja. Hij is me 24 euro schuldig.”
Het tapgesprek van 16-03-2012, 19:02 uur, beller [betrokkene 1] en gebelde [verdachte], p. 2588:
Mi: ik ben hier buiten…waar je kwam… waar dinges ie winkel had.
Ab: oké is goed.
Mi: Kom je daar?
Ab; ja.”
Het tapgesprek van 16-3-2012 om 19:08 uur, beller [getuige 7] en gebelde [betrokkene 1] p. 2589:
[getuige 7] zegt [betrokkene 22] is er. [betrokkene 1] ziet hem niet. [getuige 7] gaat hem bellen.
Het tapgesprek van 16-03-2012 om 19:15 uur, beller [getuige 7] en gebelde [betrokkene 1] p. 2590:
[getuige 7] zegt ga naar Albert Hein . Hij is daar aan het wachten.
Ten aanzien van de feiten 5 en 7
Inleidend proces-verbaal, p. 2206-2207:
“Op 06-09-2008 werd in Nador in totaal 82 kg hasj in beslag genomen. Als koerier werd aangehouden [medeverdachte 1] (…) De hasj werd aangetroffen in de Mercedes, type Sprinter, kenteken [kenteken 9]. De arrestant werd uiteindelijk in Marokko tot 4 jaar gevangenisstraf veroordeeld.
Het Duitse tapgesprek van 1-09- 2011, 23:10 uur, beller [betrokkene 12], gebelde [betrokkene 23] p. 2216-2217
“Opm. [getuige 3] wordt hierna [betrokkene 23] genoemd. (…)
K: Als jij [betrokkene 1] ziet moet je zeggen dat hij complementen van mij krijgt. Zeg tegen hem dat hij zijn doel al heeft bereikt want een keer heeft hij bij Allah gezworen dat hij mij zou pakken. (…)
K: Allah zal “ze’ kleinieren omdat ze mijn in de maling hebben genomen en mij misbruikt hebben. (…) [verdachte] en [betrokkene 1] durven niet om aan tafel met mij te gaat zitten, (…)
K: Ik heb risico’s (met mijn kinderen erbij) voor hen genomen, ik heb mijn leven voor hen op het spel gezet en uiteindelijk hebben ze mij in de steek gelaten. (....) Denk zelf na wat ze met mij gedaan hebben. Als jij alleen bent ga dan nadenken hoe ik met ze omging en wat ik voor hun bereikt heb. Dat waren vrachtwagens {…} en nu hebben ze mij in de steek gelaten en ze willen niet een met mij praten. Ik denk continu waarom ze mij met lege handen hebben weggestuurd, waarom dan? Vier jaar lang. “
Het Duitse tapgesprek van 22 september 2011 om 20:31 uur, beller [getuige 3], gebelde [betrokkene 24], p. 2220
“Na de begroeting zegt [betrokkene 23] dat een Nnman vrij is gelaten. De Nnman is bij de vader van [betrokkene 23] geweest om geld te eisen wat hij van [betrokkene 23] zou krijgen. (..)
Ka: maar ik heb ze het geld gegeven. Ik 25 aan familielid van hem gegeven, die door zijn vrouw {van Nnman} naar mij toe is gestuurd. (…)
Ka: Die heb ik 25 gegeven en 25 heb ik aan de advocaat gegeven. (…)
Kh: Heb jij de advocaat 25 miljoen {tolk: ongeveer 25.000}
Ka: Ja. (….)
[betrokkene 24] adviseert [betrokkene 23] hoe hij met Nnman moet gaan praten. [betrokkene 23] moet zeggen dat hij geld gegeven heeft toen hij dat heeft, maar nu zit hij zelf krap, zegt [betrokkene 24].
Kh: En als jij de gelegenheid ziet om naar die lafaard, die zei dat hij jou niet in de steek zou laten, te gaan en iets van 5000 of 10000 euro van hem te krijgen dan kun jij aan die andere een deel daarvan geven. (…)
[betrokkene 23] is bereid om samen met Nnman naar die gasten te gaan en geld van hen te eisen. (…)
[betrokkene 24] zegt dat die gasten niets aan [betrokkene 23] hebben gegeven. [betrokkene 23] zegt dat hij een beetje geld van hen heeft gehad maar in kleine stukjes en omdat hij ziek was heeft hij het gebruikt voor zijn behandeling en bovendien heeft hij een auto-ongeluk in Marokko gehad en dat heeft hem ook geld gekost. [betrokkene 23] heeft geld ook gegeven de mensen van de overheid in Marokko.”
Het Duitse tapgesprek van 23 september 2011 om 20:16 uur, beller [getuige 3], gebelde [betrokkene 24], p. 2225
“[betrokkene 23] heeft met zijn zus gepraat over de [betrokkene 25] die geld van hem eist (…) [betrokkene 23] is van dat [betrokkene 25] hem in een valstrik gaat lokken in Marokko. (…)
Ka: [verdachte] en zijn broer hebben mij geroepen en ze brachten mij in verleiding. Bij hen was een zwager hun aanwezig en die heeft ooit samen met mij gewerkt. Ik heb toen met die man samengewerkt, maar ik had wel wat geregeld voor mezelf achter hun rug. En ze hebben mij toen in de maling genomen. Ook een oom van mij uit België zat in het complot.” (…)
Gegevens plaatsbepalingsapparatuur Renault Megane [betrokkene 25], van [getuige 3], p. 2231-2232;
Dit voertuig is op 24 september 2011 van 17.37 uur tot 19.47 uur, in Culemborg was geweest. Uit de gegevens bleek dat het voertuig gedurende de aangegeven periode heeft gestaan op de Kloosterstraat in Culemborg.
Relaas proces-verbaal, p. 2199
Bij meting in de internetapplicatie Google Maps bleek dit hemelsbreed circa 100 meter verwijderd van de [vof] aan de [straat] in Culemborg.
Het Duitse tapgesprek van 25 september 2011 om 23:02 uur, beller [getuige 3], gebelde [medeverdachte 4], p. 2233-2234
[betrokkene 23] is die dag terug komen rijden en zegt dat hij [betrokkene 26]
heeft gezien, deze heeft een levensmiddelenwinkel in Utrecht. [betrokkene 23] heeft [betrokkene 26]
verteld over de mensen die hem bedrogen en in de steek gelaten hebben. [betrokkene 26]
heeft tegen [betrokkene 23] gezegd dat hij die mensen kent en dat hij met [betrokkene 27] kent en met hen zal gaan praten,. [betrokkene 23] heeft hen gisteren gezien. [medeverdachte 4] vraagt of [betrokkene 23], [verdachte] gezien heeft. [betrokkene 23] heeft de zoon gezien. Die vertelde dat zijn vader er niet was en hij heeft hem buiten de deur heeft gehouden. Hij hem verteld heeft dat hij hem moet spreken. [medeverdachte 4] zegt dat hij (
…)tegen hem
(…)moet zeggen dat die man
(…)is vrij gekomen en in Marokko is.
Het Duitse tapgesprek van 25 september 2011 om 23:37 uur, beller [getuige 3], gebelde [betrokkene 24], p. 2235
[betrokkene 23] zegt dat hij in Nederland was en daar bij zijn zus heeft overnacht. [betrokkene 23]
: ik ben naar die lafaards gegaan. Ik heb die [betrokkene 28] gezien.
“Kh: En heb jij die lafaard gezien?
Ka: Nee hij heeft zijn zoon gestuurd.”
Het Duitse tapgesprek van 16 oktober 2011 om 20:44 uur in auto van [getuige 3], tussen [betrokkene 29] en Nnvrouw, p. 2241
“[betrokkene 23] heeft vaak vastgezeten zoals andere mensen vanwege [verdachte] en zijn mannen. (…) [betrokkene 23] heeft vier jaar voor [verdachte] gewerkt, maar zonder resultaat. (….)
F: Ik zweer dat ik soms op het punt sta om naar de politie te gaan en ze aan te geven. Ze hebben problemen voor mij veroorzaakt en ze hebben mij in de steek gelaten. Ze plegen grote misdaden. (…) [betrokkene 30] zegt dat zij met een vrouw (…) gaat praten en gaat zeggen dat [betrokkene 23] zijn deel moet krijgen. [betrokkene 30] zegt dat die vrouw met haar man moet gaan praten zodat hij geld aan andere mensen moet geven.
F: (…) Ik ga zeggen: mijn broer is degene die mensen regelt voor hen. Twee van die mensen waarvan er een pas is vrijgelaten, bellen hem en zeggen dat ze hun geld willen hebben. (…) Ik ga zeggen dat hij niet eens de helft van wat hij had beloofd had aan jou heeft betaald. Dat jij niets anders wil dan de schulden te kunnen betalen. Ik ga vragen of haar man wil gaan praten met die mensen waaronder die man die net is vrij gekomen om een oplossing te vinden. (…)
[betrokkene 30] zegt dat [betrokkene 23] moet tegen [verdachte] zeggen dat hij niet bij hem aan het bedelen is, maar hij vraagt om zijn geld waar jij recht op heeft. [betrokkene 30] vindt het niet normaal dat de zoon van [verdachte], [betrokkene 23] onrespectvol spreekt.”
Het Duitse tapgesprek van 18 november 2011 om 23:37 uur in auto van [getuige 3], tussen [betrokkene 29] en [betrokkene 31], p. 2653
“K: Een keer heeft iemand van hen uit Nederland gebeld want ik belde hem en vroeg of
[verdachte]mij wilde helpen omdat ik kapot ben geworden. (…)
K: [verdachte] zegt: als hij ([betrokkene 31]) vrij komt dan gaan we hem wat geven. “
Het Duitse tapgesprek van 29 november 2011 om 13:07 uur in auto van [getuige 3], tussen [betrokkene 29] en [medeverdachte 4], p. 2261
“Er wordt gesproken over “[verdachte]” die momenteel in Marokko is. (…) [betrokkene 23] zegt dat hij “deze” gisteren heeft opgebeld en gezegd dat die ”ene” hem moet bellen en de problemen met hem moet oplossen. (…)
“Dan bericht [betrokkene 23] dat [betrokkene 31] hem gisteren heeft opgebeld en heeft gezegd … die mensen hebben [betrokkene 23] 18.000 gegeven. Dat klopt, “zij” hadden hem alles gegeven. Hij heeft echter ook schulden. Hij is weggereden en [verdachte] heeft hem 500 voor [betrokkene 31] gegeven.(…)
In de loop van het gesprek zegt [betrokkene 23] dat hij [betrokkene 32] nummer heeft. Hij is niet gierig. [betrokkene 23] denkt dat [verdachte] [betrokkene 31] zeker 5.000 zal geven. [medeverdachte 4] is er zeker van dat dit ook voor [betrokkene 28] geldt. (…) [medeverdachte 4] zegt dat hij niet met [verdachte] wil praten. Dan vervolgt [betrokkene 23] dat hij [verdachte] via “deze” heeft meegedeeld dat [verdachte] uit eigen interesse moet opbellen…want later kan ook het geld de problemen niet meer oplossen.”
Het Duitse tapgesprek van 2 december 2011 om 22:18 uur, beller [betrokkene 29], gebelde [medeverdachte 4] p. 2264
“[betrokkene 23] stelt [medeverdachte 4] voor om naar binnenkort naar Nederland te rijden. [medeverdachte 4] vraagt naar wie. [betrokkene 23] zegt dat hij naar “[verdachte] wil”. En dat hij vervolgens ook nog de
andere wil zien. (…) [betrokkene 23] bericht verder dat [betrokkene 31] hem heeft opgebeld, druk heeft uitgeoefend en heeft gezegd dat hij (
…)deze week naar hem toe
(…)moet rijden. [medeverdachte 4] antwoordt dat [betrokkene 23] had moeten zeggen dat [betrokkene 31] moet wachten tot hij vrijgelaten is. Dan gaat het gesprek over “[betrokkene 28]” en [medeverdachte 4] vraagt of deze het nummer van [betrokkene 31] heeft achterhaald. (…)
Op [betrokkene 33] vraag wanneer [betrokkene 31] heeft opgebeld, antwoordt [betrokkene 23] dat hij meerdere malen heeft opgebeld, dat hij een week hier was geweest en dat hij over twee maanden zou worden vrijgelaten. Hij is niet met [betrokkene 31] naar “deze”
(…)gereden.(…) [betrokkene 23] zegt dat “deze” (
tegen [betrokkene 31] heeft gezegd dat ze hem
(…)18 hebben gegeven. Hiervan heeft hij 15 gebruikt en, 4500 heeft hij aan [betrokkene 31] gegeven. (…)
[betrokkene 23] wil met [betrokkene 31] naar de mensen afreizen. [betrokkene 23] wil tegen [betrokkene 31] zeggen dat de “ene” gelogen heeft. Dat wat hij aan [betrokkene 23] heeft gegeven was voor hem en niet voor [betrokkene 31]. [betrokkene 23] zweert dat de “ene (
…)naar hem toe zal komen om zijn hart ut te storten
,zoals [betrokkene 23] dit eerder bij hem deed. Hij heeft een bakkerij geopend en 2 maanden later weer gesloten.”
Het Duitse tapgesprek van 4 december 2011 om 22:58 uur, beller [betrokkene 23], gebelde [betrokkene 11], p. 2302-2304
“[betrokkene 23] zegt, zeg tegen [verdachte] dat hij mij moet bellen. (…) Hij heeft op de Koran en op Allah gezworen. Hij zei tegen me: “ik zweer bij Allah, ik zweer bij Allah dat ik je ga helpen. Ik ga je bijstaan”. (…) Hij zei tegen me: ‘je moet twee weken wachten dan kom je naar mij toe”. Toen ik bij hem kwam, stuurde hij zijn zoon naar mij toe. Begrijp je me, broer. [betrokkene 11] zegt, shit echt waar. (…) je hebt mij gevraagd . ik heb tegen hem ([verdachte]) gezegd: ‘Je moet de man {[betrokkene 23]} bellen. Hij smeekt erom”. Dat is het enige waarmee ik je kan helpen. Hij zegt ”ja, is goed, is goed, je hebt gelijk”. Nou ja en dan houdt het op. Wat moet ik anders doen? Ik kan geen touw om zijn keel doen (…) [betrokkene 23] zegt, nee, nee, omdat jullie naaste familie en zwagers van elkaar zijn, vraag ik je om mij te helpen.
[betrokkene 11] zegt: wat zal ik je zeggen. Je hebt me niet een keer gebeld. Je hebt me meer dan 50 keer gebeld. Ik zei ook dat ik de boodschap zou overbrengen. Ik ga ook werkelijk naar hen toe en niet….Het is moeilijk.
[betrokkene 23] zegt, het is moeilijk broer, ja.(…) Ze helpen mij niet en de andere mensen ook niet.(…)eentje is vrijgekomen en die heb ik gesproken. (…) De ander komt in februari vrij. (…) hij huilt vriend. Hij zegt dat hij niet eens geld heeft om zijn kinderen te kunnen bellen. [betrokkene 11] vraagt, hebben ze hem helemaal niet geholpen. [betrokkene 23] zegt, ze hebben hem helemaal niet geholpen. Ik kwam steeds bij hen. Ze gaven me mijn onkosten, mijn werk. Ze hebben alles bij elkaar geteld en ze zeggen dat ze mij 18.000 hebben gegeven. Met ander woorden, we hebben je 18.000 gestuurd. Waarom leugens, waarom. (…)
[betrokkene 23] vindt het niet leuk dat “hij” zijn zoon stuurde en niet persoonlijk kwam opdagen. (…) [betrokkene 23] baalt van de arrogante houding van [verdachte]. (…)
[betrokkene 23] zegt wanneer hij met “hem” discussieert “hij” gelijk zegt dat “hij” een vergunning heeft en de rest de pot op kan. [betrokkene 23] zegt dat God de vergunning van de coffeeshop van “hem” gaat afpakken. (…) [betrokkene 23] vindt dat [verdachte] hem moet helpen want hij laat hem lijden. [betrokkene 23] zegt dat [verdachte] vaak zijn afspraak niet is nagekomen, maar [betrokkene 23] heeft er nooit een punt van gemaakt. (…) [betrokkene 23] zegt dat het allemaal goed verliep toen hij met ze samenwerkte, (…) Als hij vrijkomt ga je zien wat er gaat gebeuren. We gaan alles op tafel leggen. (…) Zelfs die ene hier heeft [betrokkene 31] gebeld. Hij heeft het nummer van [betrokkene 31] geregeld en heeft hem gebeld. (…)
[betrokkene 23] zegt: we willen de boel sussen. (…) Maar die mensen hebben met mij te maken. Als die ene vrijkomt. Ze gaan me vragen zijn woning aan te wijzen. Ik heb het recht zijn woning en café aan te wijzen. Waarom? Omdat ik ze garantie gaf dat ik ze zou betalen of niet? (…) [betrokkene 23] zegt, omdat ze hun afspraak niet zijn nagekomen met mij, ga ik vertellen waar hij (…) woont. Als [betrokkene 28] vandaag bij me komt, laat ik hem de woning van [verdachte] morgen zien. Ik zweer het je: ik laat hem de woning en het café zien.”
Het Duitse tapgesprek van 22 december 2011 om 19:18 uur, beller [betrokkene 29], gebelde [medeverdachte 4], p. 2284-2285
[betrokkene 23] vertelt over [betrokkene 31] die vast zit in Spanje. [betrokkene 31] komt voor een week op verlof. En hij wil dan naar die “mensen” gaan. [betrokkene 23] denkt dat het geen zin heeft om naar die gasten in Nederland te gaan. Maar [medeverdachte 4] zegt als [betrokkene 31] naar hem toe gaat dan kan hij wel wat krijgen van hem omdat [betrokkene 31] volgens hem anders is dan [betrokkene 23]. [betrokkene 23] zegt dat [betrokkene 31] alleen mag gaan naar die mensen in Nederland.
[betrokkene 23] zegt dat hij 18.000 heeft gehad van hen. [medeverdachte 4] zegt dat [betrokkene 23] aan [betrokkene 31] moet uitleggen hoe het zit met die 18.000. [betrokkene 23] heeft iets van 5000 aan [betrokkene 31] gegeven. [medeverdachte 4] vraagt voor wie [betrokkene 31] heeft gewerkt. [betrokkene 23] zegt dat [betrokkene 31] voor [verdachte] heeft gewerkt. [betrokkene 23] moet tegen [betrokkene 31] zeggen dat hij een soort makelaar was tussen hem en [verdachte] zegt [medeverdachte 4]. [betrokkene 23] moet zeggen tegen [verdachte] dat [betrokkene 31] voor hem heeft gewerkt en dat bedrag van 18.000 moest [betrokkene 23] delen onder verschillende mensen.
[medeverdachte 4] zegt dat hij een keer samen met [betrokkene 23] naar [verdachte] is geweest en heeft toen 10.000 aan [betrokkene 23] gegeven, maar [betrokkene 23] had toen aangegeven dat hij het niet in zijn geheel aan [betrokkene 31] zou geven. [medeverdachte 4] is bereid om te getuigen van wat hij toen gezien en gehoord heeft. [betrokkene 23] moet duidelijk maken aan [verdachte] dat hij ook voor zijn diensten betaald moet worden zegt [medeverdachte 4].
[betrokkene 23] zegt dat [verdachte] hem had beloofd om hem een bedrag van 25 te geven. Als [verdachte] 25 heeft beloofd dan moet hij zijn beloftes nakomen, vindt [medeverdachte 4]. [medeverdachte 4] is bereid om samen met [betrokkene 31] en [betrokkene 23] naar [verdachte] te gaan. [betrokkene 23] wil geen gezeur meer van [betrokkene 31] hebben als ze samen zijn geweest.
De gegevens van de plaatsbepalingsapparatuur in de Renault Megane [kenteken 10] (van [getuige 3]), p. 228
dit voertuig heeft op 23 december 2011, van 22.14 tot 23.24 uur, stil gestaan op de [straat] te Culemborg Aan de [straat] te Culemborg staatcoffeeshop ‘[vof]’ waarvan [verdachte] een van de exploitanten is.
Het Duitse tapgesprek van 1-04-2012, 21:37 uur, beller [betrokkene 1], gebelde [betrokkene 31] p. 2297-2298
“[betrokkene 31] zegt dat hij naar de ongeluksvogels in Nederland is gegaan. (…) [betrokkene 31] heeft met een neef van [verdachte] gesproken en daarna [verdachte] zelf en die vertelde dat hij problemen heeft in Nederland en daarom zit hij sinds oktober in Marokko. [verdachte] zei tegen [betrokkene 31] dat ze hem geld hadden gestuurd voor hem. Het gaat om een bedrag van 19.000 en via [betrokkene 29] [[betrokkene 23]]. [betrokkene 23] heeft aan [betrokkene 1] 4000 gestuurd om aan [betrokkene 31] te geven. [verdachte] zei dat [betrokkene 23] dat geld heeft opgegeten en hij kwam weer terug bij hem en heeft van hem 10.000 gekregen. [betrokkene 31] vraagt aan [betrokkene 30] op de achtergrond hoeveel geld heeft [betrokkene 29] aan haar gegeven? [betrokkene 30] zegt 4500. [betrokkene 1] weet het niet. (…) [betrokkene 31] zegt dat “ze” hem ([betrokkene 23]) willen vermoorden omdat hij de mensen niet betaald heeft. [betrokkene 31] zegt dat [betrokkene 23] alles ontkend en hij geeft de schuld aan [verdachte] en zijn mannen. (…) [betrokkene 31] heeft ook gehoord dat er geruchten waren dat hij ([betrokkene 31]) ook extra handel samen met die van [verdachte] had getransporteerd. “
Verdachtenverhoor van [getuige 3] door de politie te Bonn op 8 januari 2013 p. 2341-2345
Antwoord: Ik ben tussenpersoon geweest tussen [medeverdachte 1] en [betrokkene 31] [medeverdachte 2]
en de mensen uit Nederland. Één daarvan was [verdachte], die langer dan 1.80 m is.
Deze [verdachte] werd door mij ook [betrokkene 34] of [betrokkene 35] genoemd. (…)
Confrontatie: Op 23-12-2011 bent u naar Coulenburg geweest. U bent daar naar een
coffeeshop genaamd “[vof]” gegaan. Daar hebt u een ontmoeting gehad met [betrokkene 36], de
zoon van [betrokkene 37]. [betrokkene 36] heeft vervolgens El [betrokkene 11] opgebeld. t] hebt vervolgens met de
telefoon van [betrokkene 36] met El [betrokkene 11] gesproken. U zei toen dat de man uit Spanje maar voor
één week thuis was. Daarbij zou het om [medeverdachte 2] kunnen zijn gegaan. Verder zei u dat
[medeverdachte 2] [verdachte] wilde zien. Bij [verdachte] betreft het de eigenaar van de coffeeshop.
El [betrokkene 11] zei dat [verdachte] er niet was. Kunt u zich deze gebeurtenis herinneren?
Antwoord: Het klopt dat ik in Nederland naar deze mensen heb gezocht, naar die
groepering. Ik ben in Coulenburg geweest, ik ben in een coffeeshop geweest. (…)
Vraag: Wie was de opdrachtgever van de hasjtransporten van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1]?
Antwoord: Dat is bovengenoemde [verdachte], die ik meestal [betrokkene 35] of [betrokkene 34] noem.
Vraag: Waar woont deze [verdachte]?
Antwoord: Ik heb hem in Utrecht en in verschillende plaatsen in Nederland ontmoet. Het
is een Marokkaan. Hij is ongeveer tussen de 40 en de 50 jaar oud. (…)
Vraag: Hoe veel geld hebt u van de opdrachtgevers voor de uitgevoerde hasjtransporten
gekregen?
Antwoord: Dat verschilde. Begin 2008 heb ik van [verdachte] 5000 euro gekregen. Ik
heb dat geld gekregen om er mee naar Marokko te rijden. Ik heb het geld in Nederland
gekregen. Ik heb het geld uitgegeven en me verstopt. [verdachte] heeft me toen weer
gevonden. Ik moest de opdracht uitvoeren en heb er toen over verteld in cafés in Bonn.
Toen heeft [medeverdachte 1] zich bereid verklaard om de rit te maken. Vervolgens
heb ik toen tussen de opdrachtgever [verdachte] en de koerier [medeverdachte 1]
bij dit transport bemiddeld en daarvoor 8000 euro gekregen. Van die 8000 euro zou
[betrokkene 25] 5000 euro als loon krijgen en ik 3000 euro voor de rit. [verdachte] heeft
toen nog een keer 8000 euro gegeven zodat [betrokkene 25] een auto kon kopen. Ik heb
7000 euro aan hem gegeven; 1000 euro heb ik zelf gehouden.
Vraag: Was dat alles aan vooruitbetaling?
Antwoord: Ja, toen zijn we naar Marokko gereden. Daar is de auto omgewisseld en toen
zijn we weer terug gereden. Ik ben met mijn auto achter [betrokkene 25] aan gereden. In
Nederland is de auto met de verdovende middelen overgedragen. [betrokkene 25] heeft
toen 85.000 euro gekregen. Ik zelf heb nog een keer 15.000 euro XXX gekregen.
Vraag: Waar werd de auto overgedragen?
Antwoord: De overdracht was in Utrecht bij een benzinestation. Een Nederlander heeft
mij daar toen 100.000 euro gegeven; hij heeft de auto met de verdovende middelen
overgenomen. Ik heb het toen volgens de instructie opgesplitst.
Het geld zat in een plastic boodschappentas.
Vraag: In september 2008 is [medeverdachte 1] met 82 kg hasj in Nador
aangehouden. Hij is vervolgens in de gevangenis gekomen. Wie betaalde de advocaat of
andere bedragen voor hem of voor zijn familie?
Antwoord: Ik was in Marokko toen [medeverdachte 1] werd aangehouden omdat ik
hem van dichtbij begeleidde. ik heb het vervolgens aan [verdachte] verteld toen ik in
Nederland was. [verdachte] werd bang omdat de vrouw van [betrokkene 25] de zaak bij de
politie in Duitsland wilde aangeven. [verdachte] heeft mij toen een telefoonnummer in
Marokko gegeven. Ik ben naar Marokko gereden en heb daar vervolgens een ontmoeting
gehad met de mij onbekende Marokkaan. Deze overhandigde mij 25.000 euro. Ik heb dit
geld in zijn geheel aan de vrouw van [medeverdachte 1] afgegeven. Dat was mij zo door
[verdachte] opgedragen. Later heb ik nog een keer een paar duizend euro voor
[medeverdachte 1] via [verdachte] in Nederland gekregen.
Vraag: Op 08-08-2009 is [betrokkene 31] [medeverdachte 2] in Spanje met meer dan 700 kg hasj aangehouden.
Is er voor deze aanhouding ook geld betaald?
Antwoord: Ik was die keer geen begeleider(…) Ik was verantwoordelijk voor het transport en heb toen contact met [verdachte] opgenomen. [verdachte] heeft mij voor [medeverdachte 2], advocaat en gezin in totaal
ongeveer 15.000 euro gegeven. Ik heb 4000 euro aan zijn vrouw gegeven, de rest heb ik
er doorheen gejaagd.
Vraag: Is er eerder een transport met [betrokkene 31] [medeverdachte 2] geweest?
Antwoord: [medeverdachte 2] heeft ongeveer 1 jaar eerder een transport met hasj gedaan. Dat was
ongeveer 80 kg hasj. Ik heb voor dit transport in totaal 45.000 euro van een persoon in
Marokko gekregen. Deze persoon handelde in opdracht van [verdachte]. Ik heb [medeverdachte 2]
30.000 euro gegeven; de rest heb ik zelf gehouden. Ik heb zelf die verdeling bepaald. Ik
had eerst met [betrokkene 31] afgesproken dat hij 40.000 euro zou krijgen, maar ik heb hem maar
30.000 euro betaald.
Vraag: Wanneer zijn de problemen over het geld met de opdrachtgevers en de koeriers
begonnen?
Antwoord: Het eerste probleem ontstond na de aanhouding van [medeverdachte 1].
Ik heb eigenlijk bijna alles aan de familie van [medeverdachte 1] afgestaan, maar ze vonden het
kennelijk te weinig.
Vraag: Zijn er nog een keer problemen geweest na de aanhouding van [medeverdachte 2]?
Antwoord: Ja, ik heb al verteld dat ik van de 15.000 euro 11.000 euro zelf heb
opgemaakt. Later wilde [medeverdachte 2] met mij naar [verdachte] toe gaan omdat hij van hem de
rest van het geld wilde hebben. Dat was toen [betrokkene 31] verlof uit de gevangenis had en vanuit
Spanje naar Duitsland was gekomen. Hij heeft mij onder druk gezet en is met mij naar
Nederland gegaan. We zijn op verschillende plaatsen geweest; ik wilde hem alleen maar
aan het lijntje houden zodat hij mij zou geloven. Hij dreigde ermee mij te zullen
verraden.
Specifiek ten aanzien van feit 7
Inleidend proces-verbaal Bonn, 17 augustus 2011, p. 2207
Op 08-08-2009 werd in Almeria een partij van in totaal 769 kg hasj in beslag genomen. De drugs waren aangetroffen in een bestelwagen, merk Mercedes met exportteken [kenteken 11].
Aangehouden werd:
[betrokkene 31] [medeverdachte 2]
Geboren op [geboortedatum 5]/ Marokko
Woonachtig: [adres 9]. “
Ten aanzien van feit 8
Inschrijving in de kamer van Koophandel Vennootschap onder Firma [straat].
[straat], datum oprichting 10-01-2000 Salah [medeverdachte 3] en [verdachte] toegetreden op 19-09-2001 en sindsdien onbeperkt bevoegd.
Ambtsedig opgemaakt rapport van de belastingdienst Nijmegen door [medewerker 1] dd. 13 november 2013 met 49 bijlagen.
2. conclusie (pagina 3 van het rapport):
“De aangetroffen administratie van VOF “Koffieshop de [vof]” vertoont over de jaren 2006 tot en met 2012 dusdanige tekortkomingen dat deze niet kan dienen voor een juiste financiële weergave van de gevoerde exploitatie. Dit heeft tot gevolg dat, zowel de aangegeven omzet softdrugs als de aangegeven inkoopwaarde softdrugs, grote afwijkingen ten opzichte van de theoretisch berekende omzet en inkoopwaarde vertonen.”
Bijlage 4 van het ambtsedig opgemaakt rapport van de belastingdienst Nijmegen inzake ingesteld boekenonderzoek bij V.O.F. [straat] over de jaren 2006, 2007, 2008, dd. 3 mei 2011.
“Kasverantwoording (pagina 6 van het rapport):
Voor wat betreft de opbrengstverantwoording verkopen softdrugs en verkopen koffie zijn we op basis van onze bevindingen tot de conclusie gekomen dat de dagelijks bijgehouden ontvangsten niet volledig geweest zijn. (…)
Op basis van de gebreken en bevindingen zijn wij van mening dat de administratie niet kan dienen als betrouwbare grondslag voor de winstberekening en de verschuldigde omzetbelasting.”
Het proces-verbaal financieel verslag door [medewerker 2] d.d. 28 november 2013, p. 6-7
“Uit onderzoek door de Belastingdienst Nijmegen werd zichtbaar dat in de periode van 1 januari 2006 tot en met 25 september 2012 door [vof] in de persoon van zijn vennoten [verdachte] en [medeverdachte 3] aangiften omzetbelasting en aangiften inkomstenbelasting waren gedaan.
Er werd onderzoek verricht bij toeleveranciers van verpakkingsmiddelen en van zogenoemde jointhulzen aan [vof]. Bij de toeleveranciers werden verkoopfacturen van de geleverde verpakkingsmiddelen en geleverde jointhulzen gevorderd en verkregen. De gegevens uit deze verkoopfacturen werden vergeleken met de opgegeven verkoopgegevens in de aangiften omzetbelasting van [vof]. In ogenschouw werd genomen dat bij de doorzoeking 2012 nagenoeg geen voorraad jointhulzen en verpakkingsmaterialen in de koffieshop waren aangetroffen. Dit zou erop kunnen duiden, dat de bestelde en geleverde verpakkingsmaterialen en jointhulzen in de koffieshop zijn verbruikt. Dit verbruik vergeleken met de in de aangiften omzetbelasting opgegeven aantallen toonde, dat de omvang van het verbruik veel groter was als opgegeven in de aangiften omzetbelasting.
In de aangiften omzetbelasting van [vof] werden hierdoor stelselmatig lagere omzetten aan de Belastingdienst opgegeven als de werkelijke.

Voetnoten

1.De tenlastelegging is in Bijlage I van dit vonnis opgenomen.
2.De bewijsmiddelen zijn in Bijlage II van dit vonnis opgenomen.