ECLI:NL:RBGEL:2015:2526

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 april 2015
Publicatiedatum
15 april 2015
Zaaknummer
05/881049-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor afpersing en diefstal met geweld door twee mannen uit Maastricht

Op 14 april 2015 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen twee mannen uit Maastricht. De rechtbank heeft hen veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar voor afpersing en diefstal met geweld. De mannen hebben op 19 augustus 2013 een bedrijfspand in Gendt binnengevallen, waar zij de aanwezige personen hebben bedreigd en gedwongen om geld af te geven. Tijdens deze gewelddadige overval hebben zij onder andere een laptop, een TomTom, en andere waardevolle goederen gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de mannen niet alleen geweld hebben gebruikt, maar ook langdurig hebben afgeperst, wat resulteerde in een totale schade van € 64.500 aan de slachtoffers. De rechtbank heeft de vordering tot ontneming van € 66.000 toegewezen, wat de ernst van de gepleegde feiten onderstreept. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers als betrouwbaar beoordeeld, ondanks de verdediging die stelde dat de verklaringen niet consistent waren. De rechtbank heeft de straffen opgelegd met inachtneming van de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, die door de afpersing lange tijd in angst hebben geleefd.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/881049-14
Datum uitspraak : 14 april 2015
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres 1], [woonplaats]
raadsman : H.P. Ruysink, advocaat te Bunde.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting
van 31 maart 2015.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank op 2 december 2014 toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 19 augustus 2013 te Gendt, gemeente Lingewaard,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
woning/bedrijfspand aan de [adres 2] heeft weggenomen een of meer
geldbedrag(en) en/of een laptop en/of een TomTom en/of een fotocamera en/of
een verrekijker en/of een filmcamera en/of een mobiele telefoon en/of (een)
paspoort(en)/rijbewijs/zen, en/althans/in elk geval enig (ander) goed en/of
geld, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2], gepleegd
met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s)
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- via een geopende roldeur het bedrijfspand zijn binnen gegaan en/of
(vervolgens die roldeur heeft/hebben (af) gesloten, en/of
- tegen die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] heeft/hebben gezegd dat ze op een
stoel moest(en) gaan zitten, en/of
- die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] een (vuur)wapen, althans een op een
(vuur)wapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond en/of met dat wapen ten
opzichte van die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] heeft/hebben gemanipuleerd
en/of (daarbij/vervolgens) tegen die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2]
heeft/hebben gezegd: "Er zit een kogel in en die is voor jou", en/of
- die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] meermalen en/of eenmaal (met kracht) in
het gezicht en/of tegen het hoofd en/of de benen en/althans tegen/op het
hoofd en/of lichaam heeft/hebben gestompt en/of geslagen en/of geschopt en/of
getrapt, en/of - (meermalen) tegen die [benadeelde 2] heeft/hebben gezegd: "Leg je hand op tafel"
en/of (daarbij) een hamer/moker in verdachtes hand(en) heeft gehouden;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 augustus
2013 tot en met 25 augustus 2014 te Eindhoven en/of Gendt en/althans (elders)
in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2]
heeft gedwongen tot de afgifte van een (aanzienlijke) geldbedrag(en)
(totaal euro 64.500,--), in elk geval (telkens) van enig geld, geheel of ten
dele toebehorende aan die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of
verdachtes mededader(s): (op 19 augustus 2013)
- via een geopende roldeur- het bedrijfspand van die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] aan de [adres 2] te Gendt zijn binnen gegaan en/of die roldeur heeft/hebben (af)gesloten, en/of (vervolgens) in dat bedrijfspand:
- tegen die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] heeft/hebben gezegd dat ze op een stoel moest(en) gaan zitten, en/of - tegen die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] heeft/hebben gezegd: "We moeten nu alles hebben" en/of "We gaan niet eerder weg dan dat we het volledige bedrag hebben" en/of (daarbij/vervolgens) die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond en/of met dat wapen ten opzichte van die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] heeft/hebben gemanipuleerd en/of (daarbij/vervolgens) tegen die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] heeft/hebben gezegd: "Er zit een kogel in en die is voor jou", en/of
- die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] meermalen en/of eenmaal (met kracht) in het gezicht en/of tegen het hoofd en/of de benen en/althans tegen/op het hoofd en/of lichaam heeft/hebben gestompt en/of geslagen en/of geschopt en/of getrapt, en/of
- ( meermalen) tegen die [benadeelde 2] heeft/hebben gezegd: "Leg je hand op tafel" en/of (daarbij) een hamer/moker in verdachtes hand(en) heeft gehouden, en/of - met die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] (op agressieve wijze) afspraken heeft/hebben gemaakt/opgelegd dat er (de volgende keer) grotere bedragen betaald moesten worden en/of dat ze terug zouden komen als er niet betaald werd, en/of
- op (dreigende wijze) tegen die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] heeft/hebben gezegd dat ze ontvoerd zouden worden en/of Zweer op je dochters dat je het regelt" en/of "Als het niet geregeld wordt, dan gaan jij en ik samen duiken, want dat is mijn hobby", en/of - tegen die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] heeft/hebben gezegd: "Van mij mogen jullie de politie bellen, want mij maakt het niet uit waar ik slaap" en/of "Als ik zit komen er voor mij wel tien anderen", en/of * (in de periode van 20 augustus 2013 tot en met 25 augustus 2014)
- meermalen via de telefoon en/of SMS berichten met die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] contact op heeft/hebben genomen en/of (daarbij/telkens) heeft/hebben aangegeven dat er een aanzienlijk geldbedrag (in Eindhoven) betaald/ overhandigd moest worden, en/of
- ( meermalen) die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] in hun woning/bedrijfspand aan de [adres 2] te Gendt heeft/hebben opgezocht/benaderd;
3.
hij op of omstreeks 25 augustus 2014 in de gemeente Maastricht
opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of
afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig
heeft gehad, (ongeveer) 45,82 gram, in elk geval een hoeveelheid van een
materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij
de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet;
4.
hij op of omstreeks 25 augustus 2014 in de gemeente Maastricht, althans in
Nederland (een) wapen(s) van categorie II onder 5°, te weten een voorwerp waarmee door
een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn
kan worden toegebracht, voorhanden heeft gehad;
5.
hij op of omstreeks 25 augustus 2014 in de gemeente Eindhoven, althans in
Nederland, een wapen van categorie I, onder 3, te weten een ploertendoder, voorhanden
heeft gehad;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Vaststaande feiten ten aanzien van het onder 1 en 2 tenlastegelegde
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 19 augustus 2013 is verdachte, samen met drie andere personen, het bedrijfspand van aangevers [benadeelde 1] en [benadeelde 2], gevestigd aan de [adres 2] te Gendt, binnengegaan via de openstaande roldeur. Na binnenkomst hebben zij de roldeur gesloten. [benadeelde 1] en [benadeelde 2] zijn gemaand op een stoel plaats te nemen. [2] Door de mannen werd geld gevorderd en daarbij werd, om duidelijk te maken dat het serieus was, luid geschreeuwd. [3] Voordat verdachte en zijn mededaders het pand verlieten, zijn een aantal goederen weggenomen, waaronder een laptop, een TomTom, een fotocamera, paspoorten, een verrekijker, een filmcamera en een mobiele telefoon. [4] Op 10 maart 2014 zijn drie van de vier mannen, die op 19 augustus 2012 bij het bedrijf waren geweest, opnieuw langsgekomen. [5]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld en afpersing, in vereniging gepleegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde kan worden bewezen, met uitzondering van het geweldselement en het tonen van of dreigen met een vuurwapen. Verdachte had een financiële vordering op aangever [benadeelde 2]. Hij heeft gevorderd dat aangever zou betalen en heeft, om zijn woorden kracht bij te zetten, een aantal potige mannen meegenomen. Daarbij zijn spullen op de grond gegooid en is er geschreeuwd.
De verdediging bestrijdt dat verdachte heeft gedreigd met een wapen en dat tegen aangevers geweld is gebruikt. De verklaringen van aangevers zijn niet betrouwbaar, doordat het vreemd is dat zij pas een jaar na dato aangifte hebben gedaan. In die tijd hebben zij hun verhalen op elkaar kunnen afstemmen. Daarnaast is door getuige [getuige], die ook in het bedrijfspand aanwezig was, niet ook verklaard dat er is geslagen of met een vuurwapen is gedreigd.
Beoordeling door de rechtbank
Betrouwbaarheid van aangevers
De rechtbank verwerpt het verweer met betrekking tot de betrouwbaarheid van de afgelegde verklaringen door de aangevers. Er bestaat geen aanleiding te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangevers. Beide aangevers hebben – ook ten opzichte van elkaar - consequent en consistent verklaard. Dat de verklaring van getuige [getuige] afwijkt van de verklaring van aangevers, betekent niet per se dat hetgeen aangevers hebben verklaard, niet is gebeurd. De rechtbank bezigt de verklaringen van beide aangevers dan ook tot het bewijs.
(Dreiging met) geweld
De rechtbank stelt op grond van die verklaringen vast dat er wel degelijk geweld is gebruikt tegen aangevers en dat daarmee is gedreigd. Aangever [benadeelde 2] kreeg, op het moment dat hij wat wilde zeggen, met kracht een klap in zijn gezicht. [6] Daarna is hij nog meerdere keren geslagen en is hij tegen zijn schenen en enkel geschopt. Dit heeft hem veel pijn gedaan en last gegeven bij het lopen. [7] Getuige [getuige] heeft gezien dat aangever [benadeelde 2] werd geslagen terwijl de mannen geld eisten. Zij stopten daarmee, nadat [getuige] aanbood om geld te gaan pinnen. [8] Tevens is tegen aangever [benadeelde 2] gezegd “leg je hand op tafel”. Daarmee werd bedoeld dat hij zijn hand op het blad van de gereedschappenwagen moest leggen terwijl één van de mannen dreigde met een moker zijn hand kapot te slaan. Dit is twee keer gebeurd en bij aangever bestond de vrees dat hieraan uitvoering zou worden gegeven. [9]
Kort nadat de daders weg zijn gegaan, is gezien dat aangever [benadeelde 2] schampen in zijn gezicht had en dat een tand door zijn lip was gegaan. [10] Ook aangeefster [benadeelde 1] heeft een klap in haar gezicht gekregen op het moment dat zij iets zei over het handelen van de mannen. [11] Verder is tegen aangever [benadeelde 2] en/of tegen aangeefster [benadeelde 1] gezegd: “als het niet geregeld wordt dan gaan jij en ik samen duiken want dat is mijn hobby”, “Van mij mogen jullie de politie bellen, want mij maakt het niet uit waar ik slaap”, “als ik zit komen er voor mij wel tien anderen” en “zweer op je dochters dat je het regelt”. [12]
Door aangevers is gezien dat verdachte een zwart schoudertasje om had. Nadat de verdachte had gezegd “we moeten nu alles hebben” greep hij naar zijn tasje en trok daar half een op een vuurwapen gelijkend voorwerp uit, keek naar aangever [benadeelde 2] en zei daarbij “er zit 1 kogel in en die is voor jou als je niet betaalt”. [13] Beide aangevers hebben gelijkluidend verklaard over deze specifieke bedreiging. Het tonen van een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) aan aangevers wordt ondersteund door de verklaring van getuige [getuige] die ook heeft gezien dat verdachte een wapen bij zich droeg. [14]
Nadat aangevers bovengenoemde mishandelingen en bedreigingen door de mannen hadden moeten ondergaan, werd aangevers voorgehouden dat zij niet eerder met rust zouden worden gelaten dan na betaling van het gehele geldbedrag. Door de in het pand aanwezige medewerker [getuige] is op 19 augustus 2013 al een bedrag van € 1000,00 afgegeven. [15]
Uit angst dat de mannen terug zouden komen en/of hun bedreigingen zouden uitvoeren, voelden aangevers zich gedwongen een betalingsregeling af te spreken. [16] In de periode tussen 19 augustus 2013 en 25 augustus 2014, waarin veelvuldig telefonisch [17] contact is geweest tussen aangeefster [benadeelde 1] en verdachte, is door aangeefster elf keer op de parkeerplaats bij [hotel] in Eindhoven een envelop met contant geld overgedragen aan verdachte, die verscheidene keren werd vergezeld door een van de personen die er ook op 19 augustus in Gendt bij was. [18] In deze periode werden aangevers er diverse malen per sms aan herinnerd om (aanzienlijke) betalingen te voldoen. [19] Aangever [benadeelde 2] heeft verklaard dat er een totaal bedrag van EUR 64.500 in contanten aan verdachte en/of één van de andere betrokken personen is betaald. [20]
Op grond van het bovenstaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte samen met anderen op 19 augustus 2013 door (bedreiging met) geweld tegen aangevers goederen heeft gestolen uit het bedrijfspand van aangevers en dat verdachte vanaf die dag ruim een jaar lang samen met een ander de beide aangevers heeft afgeperst.
Ten aanzien van de feiten 3, 4 en 5
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen m.b.t. feit 3:
- verklaring verdachte, pag. 561/562;
- het proces-verbaal doorzoeking, pag. 253;
- het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pag. 334 t/m 336;
- het NFI rapport identificatie drugs, pag. 338;
Bewijsmiddelen m.b.t. feit 4:
- verklaring verdachte, pag. 562;
- het proces-verbaal doorzoeking, pag. 253;
- het proces-verbaal Wet Wapens en Munitie, pag. 283;
Bewijsmiddelen m.b.t. feit 5:
- verklaring verdachte, pag. 562;
- het proces-verbaal van bevindingen, pag. 238;
- het proces-verbaal Wet Wapens en Munitie, pag. 283.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 19 augustus 2013 te Gendt, gemeente Lingewaard, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een
woning aan de [adres 2] heeft weggenomen een geldbedrag en een laptop en een TomTom en een fotocamera en een verrekijker en een filmcamera en een mobiele telefoon en (een) paspoort, in elk geval enig (ander) goed en geld, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en zijn mededader(s):
- via een geopende roldeur het bedrijfspand zijn binnen gegaan en
(vervolgens die roldeur hebben (af) gesloten, en
- tegen die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2] hebben gezegd dat ze op een
stoel moest(en) gaan zitten, en
- die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2] een (vuur)wapen, althans een op een
(vuur)wapen gelijkend voorwerp, hebben getoond en en (daarbij/vervolgens) tegen die [benadeelde 2]
hebben gezegd: "Er zit een kogel in en die is voor jou", en
- die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2] (met kracht) in het gezicht en tegen de benen hebben geslagen en geschopt en
- ( meermalen) tegen die [benadeelde 2] hebben gezegd: "Leg je hand op tafel"
en (daarbij) een hamer/moker in verdachtes hand(en) heeft gehouden.
2.
hij op meer tijdstip(pen) in de periode van 19 augustus 2013 tot en met 25 augustus 2014 te Eindhoven en Gendt tezamen en in vereniging met een ander of anderen (telkens) met het oogmerk om zich en (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [benadeelde 1] en [benadeelde 2] heeft gedwongen tot de afgifte van (aanzienlijke) geldbedrag(en) (totaal euro 64.500,--), in elk geval (telkens) van enig geld, geheel of ten
dele toebehorende aan die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader(s), welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en verdachtes mededader(s):
(op 19 augustus 2013) - via een geopende roldeur - het bedrijfspand van die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2] aan de [adres 2] te Gendt zijn binnen gegaan en die roldeur hebben (af)gesloten, en (vervolgens) in dat bedrijfspand:
- tegen die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2] hebben gezegd dat ze op een stoel moest(en) gaan zitten, en
- tegen die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2] hebben gezegd: "We moeten nu alles hebben" en "We gaan niet eerder weg dan dat we het volledige bedrag hebben" en (daarbij) die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2] een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, hebben getoond en (daarbij) tegen die [benadeelde 2] hebben gezegd: "Er zit een kogel in en die is voor jou", en
- die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2] (met kracht) in het gezicht en tegen de benen hebben geslagen en geschopt en
- ( meermalen) tegen die [benadeelde 2] hebben gezegd: "Leg je hand op tafel" en (daarbij) een hamer/moker in verdachtes hand(en) heeft gehouden, en
- die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2] (op agressieve wijze) afspraken hebben opgelegd dat er (de volgende keer) grotere bedragen betaald moesten worden en dat ze terug zouden komen als er niet betaald werd, en
- op (dreigende wijze) tegen die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2] hebben gezegd dat ze ontvoerd zouden worden en Zweer op je dochters dat je het regelt" en "Als het niet geregeld wordt, dan gaan jij en ik samen duiken, want dat is mijn hobby", en
- tegen die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2] hebben gezegd: "Van mij mogen jullie de politie bellen, want mij maakt het niet uit waar ik slaap" en "Als ik zit komen er voor mij wel tien anderen", en
* (in de periode van 20 augustus 2013 tot en met 25 augustus 2014)
- meermalen via de telefoon en SMS berichten met die [benadeelde 1] contact op hebben genomen en (daarbij/telkens) hebben aangegeven dat er een aanzienlijk geldbedrag (in Eindhoven) betaald moest worden, en
- ( meermalen) die [benadeelde 1] en die [benadeelde 2] in hun woning/bedrijfspand aan de [adres 2] te Gendt hebben opgezocht
3.
hij op 25 augustus 2014 in de gemeente Maastricht opzettelijk aanwezig heeft gehad, 45,82 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij op 25 augustus 2014 in de gemeente Maastricht, althans in Nederland een wapen van categorie II onder 5°, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, voorhanden heeft gehad;
5.
hij op 25 augustus 2014 in de gemeente Eindhoven, althans in Nederland, een wapen van categorie I, onder 3, te weten een ploertendoder, voorhanden heeft gehad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
Ten aanzien van feit 2:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
Ten aanzien van feit 3:
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 van de Opiumwet gegeven verbod
Ten aanzien van feit 4:
Handelen in strijd met artikel 26 van de Wet wapens en munitie
Ten aanzien van feit 5:
Handelen in strijd met artikel 13 van de Wet wapens en munitie

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van alle tenlastegelegde feiten zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 5 jaren, met aftrek van de tijd in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat veroordeling alleen kan worden gebaseerd op basis van de verklaring van verdachte en derhalve een lagere straf dient te worden opgelegd nu niet de gehele tenlastelegging kan worden bewezen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, met de omstandigheden waaronder dit is begaan, en met de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 20 februari 2015;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 29 oktober 2014.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich onder meer schuldig gemaakt aan een - in vereniging gepleegde - diefstal met geweld en afpersing. Verdachte heeft zich daarbij laten vergezellen door een stel potige mannen die gekleed waren in kleding van een beruchte motorclub. Dit zijn zeer ernstige feiten. Dergelijke delicten grijpen diep in het leven van de slachtoffers in, wat in dit geval ook is gebleken uit het feit dat de afpersing een jaar heeft kunnen voortduren en de slachtoffers sinds lange tijd ondergedoken zijn. Daarnaast versterken deze feiten gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Gelet op de ernst van de feiten en gelet op hetgeen doorgaans in vergelijkbare gevallen wordt opgelegd, is naar het oordeel van de rechtbank enkel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan de orde. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met het advies van de reclassering, maar ook met het geweld dat is gebruikt en het feit dat er gedreigd is met een vuurwapen. Alles afwegende acht de rechtbank de door de officier van justitie geëiste straf passend en zal verdachte conform de eis veroordelen.
7a. Overwegingen ten aanzien van het beslag
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de volgende onder verdachte inbeslaggenomen goederen zullen worden onttrokken aan het verkeer: een paar donkere handschoen voorzien van verzwaring, een ploertendoder en een stroomstootwapen.
Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de na te noemen overige goederen die onder verdachte in beslag zijn genomen terug worden gegeven: twee A4 fact sheets, een beveiligingsinsigne voor op kleding, een telefoontoestel, een snelhechter met papieren, een geel papier dat in de auto is aangetroffen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen verweer gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet: een paar donkere handschoenen met verzwaring, een ploertendoder en een stroomstootwapen.
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de na te melden voorwerpen aan de veroordeelde, dan wel de rechthebbende: twee A4 fact sheets, een beveiligingsinsigne voor op kleding, een telefoontoestel, een snelhechter met papieren en een geel papier dat in de auto is aangetroffen.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 36b, 36d, 57, 91 312, 317 van het Wetboek van Strafrecht, alsmede de artikelen 2, 10 en 13 van de Opiumwet en de artikelen 2, 13, 26, 55 en 56 van de Wet wapens en munitie.

9.De beslissing

De rechtbank:
 Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 Verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren;
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
 Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: een stroomstootwapen, een ploertendoder en 1 paar donkere, verzwaarde handschoenen;
 Gelast de
teruggavevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde, te weten: 2 A4 fact sheets, een beveiligingsinsigne voor op kleding, een telefoontoestel, een snelhechter met papieren en een geel papier.
Dit vonnis is gegeven door mr. L.C.P. Goossens (voorzitter), mr. D.R. Sonneveldt en mr. G.J.M. van Wijk, rechters, in tegenwoordigheid van E. Terlouw, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 april 2015.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 2014110596, gesloten op 21 oktober 2014 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Aangifte [benadeelde 2], pag. 173, aangifte [benadeelde 1], pag. 110.
3.Verklaring verdachte [verdachte], pag. 553.
4.Aangifte [benadeelde 2], pag. 174, verklaring [verdachte], pag. 553.
5.Verklaring [getuige], pag. 198.
6.Aangifte [benadeelde 2], pag. 173.
7.Aangifte [benadeelde 2], pag. 174.
8.Verhoor getuige [getuige], pag. 196.
9.Aangifte [benadeelde 2], pag. 174 en aangifte [benadeelde 1], pag. 112.
10.Proces-verbaal bevindingen, pag. 278.
11.Aangifte [benadeelde 1], pag. 111.
12.Aangifte [benadeelde 1], pag. 112.
13.Aangifte [benadeelde 1], pag. 111 en aangifte [benadeelde 2], pag. 174.
14.Verklaring [getuige] bij de rechter-commissaris.
15.Verklaring getuige [getuige], pag. 198.
16.Aangifte [benadeelde 2], pag. 174 en aangifte [benadeelde 1], pag. 112.
17.Proces-verbaal bevindingen, pag. 289 e.v.
18.Aangifte [benadeelde 2], pag. 176 en aangifte [benadeelde 1], pag. 113, verklaring [benadeelde 1]. pag. 137, verklaring getuige [getuige], pag. 198, proces-verbaal van aanhouding, pag. 42.
19.Aangifte [benadeelde 1], pag. 114.
20.Aangifte [benadeelde 2], pag. 176.