7.1Er is volgens eiser onvoldoende rekening gehouden door de TC met de extreme instroom in de bijstand in het jaar 2009. Ook is onvoldoende meegewogen dat binnen het bijstandsbestand van de gemeente Doetinchem structureel veel 55-Plussers zitten, met een geringe kans op uitstroom, welke groep forse kosten met zich brengt. Daarnaast heeft de TC ten onrechte niet betrokken dat in de gemeente Doetinchem en de COROP- regio sprake is van een sterke daling van arbeidskansen voor laagopgeleiden vanaf 2008. Ten onrechte heeft de TC het ijkpunt voor de ontwikkeling van de werkloosheid in het COROP gebied op 2009 gesteld. Het jaar 2008, vóór het intreden van de crisis, is een beter ijkpunt.
Met betrekking tot de hiervoor genoemde aspecten heeft eiser naar voren gebracht dat de maatwerkbeoordeling van de TC te beperkt is geweest, dat de TC daarmee een aantal ontwikkelingen binnen de gemeente over het hoofd heeft gezien en dat uit de motivering van het advies willekeur naar voren lijkt te komen.
8. In het rapport van 27 november 2012 heeft de TC gemotiveerd toegelicht waarom de door eiser geschetste situatie in de gemeente Doetinchem, vergeleken met de landelijke cijfers, niet maakt dat sprake is van een uitzonderlijke arbeidsmarktsituatie. De rechtbank stelt vast dat de bij de aanvraag gevoegde arbeidsmarktanalyse en de daarin genoemde aspecten die volgens eiser moeten leiden tot het aannemen van een uitzonderlijke arbeidsmarktsituatie grotendeels overeenkomen met hetgeen door eiser in beroep ter zake is aangevoerd.
In het bestreden besluit heeft verweerder gereageerd op de bezwaargronden en een aanvullende motivering gegeven en in het verweerschrift van 14 januari 2014 heeft verweerder gewezen op de beoordelingsruimte die de TC heeft.
9. De rechtbank stelt voorop dat verweerder zich in beginsel mag verlaten op het advies van de TC. Dit is anders als het advies van de TC op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen, feitelijke onjuistheden bevat of ondeugdelijk is gemotiveerd.
De rechtbank is niet gebleken dat het advies op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen of feitelijke onjuistheden bevat. Het betoog van eiser dat sprake is van willekeur volgt de rechtbank dan ook niet.
10. De rechtbank is voorts van oordeel dat verweerder zich, in navolging van de TC, in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt geen sprake was. Hiertoe wordt als volgt overwogen
11. De rechtbank ziet geen aanknopingspunten om de wijze van beoordeling van de arbeidsmarktanalyse en de door de TC getrokken conclusies, mede gelet op de aan de TC toekomende beoordelingsruimte, onjuist te achten. De TC, en in navolging daarvan verweerder, heeft gemotiveerd toegelicht waarom de door eiser aangevoerde aspecten niet tot het oordeel leiden dat sprake is van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt. Daarbij benadrukt de rechtbank dat het aan eiser is om te onderbouwen dat hiervan sprake is geweest. Voorts wijst de rechtbank er op, zoals ook door de TC is gedaan, dat het feit dat de gemeente de gevolgen ondervindt van de slechte economische conjunctuur op zich niet afdoende is om een arbeidsmarktsituatie als uitzonderlijk aan te merken.
De rechtbank acht de wijze waarop de TC de instroomcijfers, het aandeel 55-Plussers en de ontwikkeling van de werkloosheid in het COROP gebied heeft meegewogen zorgvuldig en niet onredelijk. Wat de daling van arbeidskansen betreft heeft verweerder onweersproken gesteld dat vanwege het meetellen van internetvacatures twijfel bestaat over de betrouwbaarheid van de vacaturecijfers over 2011 en dat daarom vacaturecijfers bij geen enkele gemeente die een IAU heeft aangevraagd zijn meegenomen. De rechtbank acht het niet onredelijk of anderszins onjuist dat verweerder vacaturecijfers buiten de beoordeling heeft gelaten en daarin geen reden behoefde te zien om een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt aan te nemen.
De rechtbank merkt ten slotte op dat verweerder er terecht op heeft gewezen dat het aandeel 55-Plussers, het aandeel allochtonen, het aandeel allochtonen binnen de 55-Plussers en het aandeel eenoudergezinnen als verdeelsleutel wordt gebruikt bij de toekenning van het macrobudget.
12. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.