ECLI:NL:RBGEL:2015:2313

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 april 2015
Publicatiedatum
7 april 2015
Zaaknummer
06/950910-12
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorbereiding en bevordering van de productie van synthetische drugs en het voorhanden hebben van een wapen

Op 7 april 2015 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het voorbereiden van de productie van synthetische drugs, met name amfetamine, en het voorhanden hebben van een wapen. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk bereiden en bewerken van amfetamine in de periode van 4 juli 2012 tot en met 18 december 2012 in de gemeente Voorst. Tijdens de doorzoeking van een door de verdachte gehuurde loods werden laboratoriumopstellingen en materialen aangetroffen die bestemd waren voor de productie van synthetische drugs. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk materialen had aangeschaft en laboratoriumopstellingen had opgebouwd, en dat hij informatie had gezocht over de synthese van amfetamine en andere drugs. De verdachte ontkende echter dat hij de laboratoriumopstelling gebruikte voor het bereiden van drugs en stelde dat hij bezig was met het opstarten van een bedrijf in laboratoriummateriaal.

De rechtbank achtte de verklaringen van de verdachte niet geloofwaardig en concludeerde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de voorbereidingen voor de productie van synthetische drugs. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het tweede tenlastegelegde feit, namelijk het voorhanden hebben van munitie, maar achtte het derde feit, het voorhanden hebben van een werpmes, wel bewezen. De rechtbank legde een werkstraf op van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank hield rekening met de overschrijding van de redelijke termijn in de strafprocedure, wat invloed had op de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 06/950910-12
Datum uitspraak : 7 april 2015.
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende te [adres 1], [woonplaats]
raadsman: mr. A.C. Huisman, advocaat te Deventer.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 24 maart 2015.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks 4 juli 2012 tot en met 18
december 2012, te Wilp, gemeente Voorst, althans in de gemeente Voorst,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel
10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken,
verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van
Nederland brengen van (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende
amfetamine, zijnde amfetamine, een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst I en/of (een) ander(e) middel(en) vermeld op de bij de
Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen en/of -(telkens) zich of een ander gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot
het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of -(telkens) (een) voorwerp(en) en/of (een) vervoermiddel(len) en/of (een)
sto(fen) en/of gelden voorhanden heeft/hebben gehad, waar hij/zij wist(en),
althans ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het
plegen van dat/die feit(en), immers heeft/hebben verdachte en/of verdachte's mededader(s), (telkens)
opzettelijk daartoe (een) materia(a)l(en), bestemd voor de productie van
amfetamine en/of (een) ander(e) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst I, te weten (onder andere) een aantal verwarmingsmantels en/of
rondbodemkolven en/of destilleer koelers en/of RVS statieven en/of RVS
platformen en/of glazen bochten 29/32 en/of spiraalkoelers en/of (glazen)
afscheiders en/of erlenmeyers en/of maatbekers en/of pipetten en/of
halsrondbodemkolven en/of kunststofslangen en/of spiraalkoelers en/of
speciekuipen met dompelpompen en/of vaten en/of roerstaven en/of
temperatuurmeters en/of rubberen stoppen en/of reageerbuisjes en/of glazen
verloopstukken en/of glazen stoppen en/of een glazen T-stuk en/of
inductieplaten en/of jerrycans en/of een RVS mal met logo en/of zakken met
TRIS (tris-hydroxymethyl aminomethaan) en/of een gaswasinstallatie met een
water-zeepvat en/of een koolstoffilter en/of een koolstoffiltervat en/of een
aantal jerrycans met zoutzuur en/of procursoren (oa BMK (Benzylmethylketon)
en/of (iso)safrol), alhans voorwerpen en/of goederen aangeschaft en/of
voorhanden gehad en/of met (een gedeelte van) voornoemde goederen een 3-tal laboratoriumopstellingen (o.a. een tweetal dubbele refluxopstelling en/of een scheitrechteropstelling) geassembleerd en/of opgebouwd en/of -via internet- informatie gezocht over de Leuckart synthese en/of amphetamine synthese en/of Synthesis-II how to make ectasy en/of organic Chemistry en/of Modern drug synthesis en/of the organic chemistry of drugs synthesis en/of synthesis of essential drugs en/of PIKHAL a chemical love story, Uncle Fester
practical LSD manufacture en/of Uncle Fester secrets of methaphetamine
manufactureen en/of die informatie op te slaan op een lap-top (onder de file
"kookboek") en/of -informatie gezocht en/of opgeschreven over platina black en/of formamide
en/of ketamine en/of MDMA en/of over prijzen en/of over (de aanschaf van) een
granulator, althans aantekeningen en/of (een) notitie(s) voorhanden gehad met
betrekking tot de productie van synthetische drugs en/of daarbij te gebruiken
stof(fen) en/of -een loods gehuurd en/of die geïsoleerd en/of verbouwd en/of voorzien van een
kachel en/of luchtafvoer en/of ingericht voor de productie van amfetamine
en/of (een) ander(e) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst
I.
2.
hij op of omstreeks 18 december 2012, te Apeldoorn, voorhanden heeft gehad
een aantal (3) knal/gaspatronen en/of een aantal (50) (.320 volmantel)
patronen, in elk geval munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van
categorie III.
3.
hij op of omstreeks 18 december 2012, te Apeldoorn, (een) wapen(s) van
categorie II onder 5°, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische
stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden
toegebracht en/of een wapen van categorie III onder 3, te weten een werpmes,
voorhanden heeft gehad.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Ten aanzien van feit 1
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte huurde in de periode medio 2012 t/m 18 december 2012 loods nr. 19-1 aan de [adres 2] in de gemeente Voorst op het voormalige Mobilisatie en Munitie Complex. [2] Op 18 december 2012 zijn door verbalisanten in de verdachte gehuurde loods laboratoriumopstellingen aangetroffen. [3] Deze laboratoriumopstellingen waren eigendom van verdachte. [4]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 tenlastegelegde. De officier van justitie wijst in dit kader onder meer op de in de loods aangetroffen goederen, in combinatie met de bestanden die zijn aangetroffen op de in de loods aangetroffen Compaq laptop. Daarnaast zijn in de woning van de vriendin van verdachte op een stoel op de ouderslaapkamer, gelegen onder herenkleding, diverse belastende goederen aangetroffen. Een Nokia telefoon, die de politie linkt aan verdachte met daarin vage berichten en contacten en briefjes waarop onder meer een aantal kilo’s en de afkorting ‘MDMA’ stonden. Dat verdachte de loods zelf op deze manier heeft ingericht, volgt, naast uit de verklaring van verdachte hieromtrent, volgens de officier van justitie onder meer uit foto’s, afkomstig van de Blackberry telefoon van verdachte.
In het bijzonder wijst de officier nog op pagina 198-1-G, deel uit makend van het proces-verbaal van de Landelijke Eenheid, Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen op p. 198-1-A t/m 198-1-H van het dossier.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat zijn cliënt dient te worden vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde feit. Hij is van mening dat minst genomen het overtuigende bewijs ontbreekt voor het feit dat verdachte bezig was met het voorbereiden van – kort gezegd – het produceren van drugs. Hij heeft in dit kader onder meer aangevoerd dat (zakelijk weergegeven) de aangetroffen situatie past bij de verklaring van zijn cliënt, namelijk dat hij bezig was met het opstarten van zijn eigen bedrijf in laboratoriummateriaal. Daarnaast wordt betwist dat de in de loods aangetroffen laptop van verdachte is. Evenmin kan worden vastgesteld dat het briefje met daarop ‘MDMA’ van zijn cliënt is. Het briefje is in het huis van zijn vriendin gevonden en zijn vriendin is daaromtrent niet nader gehoord. Daarnaast heeft geen schriftkundig onderzoek plaatsgevonden.
De beoordeling door de rechtbank
Anders dan de raadsman acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich aan het onder 1 tenlastegelegde schuldig heeft gemaakt. Zij overweegt hiertoe als volgt.
Op de zolderruimte van de loods werden door verbalisanten van de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (hierna: LFO) een drietal laboratoriumopstellingen aangetroffen, te weten een tweetal dubbele refluxopstellingen en een scheidtrechter opstelling. [5] De verbalisanten geven dit als volgt weer:
‘Wij zagen dat er een tweetal dubbele refluxopstellingen van 2000ml rondbodemkolven met thermometer in een elektrische verwarmingsmantel merk Chemland stonden, alsmede een 1000ml erlenmeyer aangesloten onder een 1000ml scheidtrechter. Wij zagen dat de waterkoelverbindingen tussen de twee op elkaar gekoppelde refluxopstellingen met elkaar waren verbonden.’ (…) Wij zagen dat de linker refluxopstelling aan de bovenzijde met een stuk slang gekoppeld was aan de zelf vervaardigde zig-zag gemonteerde gaswasinstallatie.Wij zagen dat de gaswasinstallatie gekoppeld was aan een blauw kunststof vat, welke voor 2/3e gevuld was met een water-zeep oplossing. Aan de bovenzijde van het eerste blauwe vat met de water-zeep oplossing was een flexibele slang aangesloten, die weer gekoppeld was aan een ernaast staand identiek blauw kunststof vat waarin zich een koolstoffilter bevond. De lucht uit het eerste vat werd dus via dit koolstoffilter weer verder geleid via een mechanische afzuiginstallatie die was aangesloten op een PVC-afvoerpijp die naar beneden leidde. Wij zagen dat er tevens een groot model koolstoffilter in de zolderruimte aan de rechterzijde was opgehangen welke via een frequentieregelaar kon worden afgeregeld om vervuilde lucht uit de zolderruimte af te voeren via eveneens de eerder genoemde PVC-pijp naar beneden.Wij zagen dat deze PVC-pijp beneden door de vloer liep tegen de achterzijde van de linker muur en verborgen werd door de materialen in de open stellingkast. Wij zagen dat de afvoerpijp aangekomen bij de vloer linksaf boog en vervolgens aan het zicht door een muurtje en hout aangesloten was op de rookgasafvoer van de houtkachel die via één schoorsteen door het dak naar buiten leidde. [6]
In loods 19-1 is tevens een Compaq mini laptop aangetroffen. [7] De zoekgeschiedenis van de laptop is onderzocht en geconstateerd is dat voornamelijk gezocht is naar informatie over het vervaardigen van amfetamine. [8] Ook stond op het bureaublad een file genaamd ‘kookboek’ opgeslagen. [9] In deze map zijn bestanden aangetroffen met onder andere de volgende namen: ‘Amphetamine Synthesis’, ‘Synthesis II (How To Make Ecstacy)’, ‘Organic Chemistry’, ‘Modern Drug Synthesis’, ‘The organic chemistry of drug synthesis’, Synthesis of Essential Drugs’, PIHKAL A Chemical Love Story’, ‘Uncle Fester – Practical LSD Manufacture’ en ‘Uncle Fester – Secrects of Methamphetamine Manufacture’. [10] Al deze namen verwijzen naar het (produceren van) synthetische drugs.
De rechtbank overweegt voorts het volgende. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij bezig was om een onderneming in laboratorium materialen op te starten en dat hij de laboratoriumopstelling gebruikte om goud te winnen uit oude mobiele telefoons en printplaten door het gebruik van koningswater. Bij de politie heeft hij daarentegen verklaard dat hij de laboratoriumopstelling gebruikte om het glaswerk en de verwarmingsmantels te testen voordat hij het zou doorverkopen. Daarnaast ontkent verdachte dat de in de loods aangetroffen laptop van hem is. Verdachte heeft verklaard dat hij de loods huurde, dat hij de loods heeft ingericht en dat de aangetroffen laboratorium materialen van hem zijn.
Juist van de laptop, waarop voor verdachte belastende bestanden zijn aangetroffen, stelt verdachte niets af te weten. Op de vraag van wie de laptop wel zou zijn, kon verdachte naar het oordeel van de rechtbank geen duidelijk antwoord geven. Verdachte verklaarde dat de dag voor de doorzoeking zeven mensen op bezoek waren geweest en dat de laptop, die nota bene in het “keuken”kastje van verdachte is aangetroffen, waarschijnlijk van één van hen is. De rechtbank acht deze verklaring, zonder nadere onderbouwing – die ontbreekt – in het licht van het dossier niet geloofwaardig. Ook acht de rechtbank in dit kader niet geloofwaardig dat verdachte een legitieme onderneming wilde opzetten en de laboratoriumopstelling wilde gaan gebruiken voor andere doeleinden dan het bereiden van synthetische drugs.
Dat verdachte voornemens was om synthetische drugs te bereiden, vindt naar het oordeel van de rechtbank voorts steun in het volgende.
De telefoon van verdachte, merk Blackberry, is onderzocht. Naast foto’s waarop een nieuw geplaatst plafond en een ogenschijnlijk nieuwe kachelpijp in de loods van verdachte te zien zijn, zijn ook afbeeldingen aangetroffen van een granulator op een Poolse site. [11] Zichtbaar zijn de woorden ‘Peleciarka’ en ‘Brykieciarka’, wat vertaald naar het Nederlands respectievelijk ‘pelletmachine’ en ‘briketteren’ betekend. Een ander woord voor ‘pellet’ is: ‘korrel’, ‘tablet’, of ‘kogeltje’. [12] Een dergelijke machine kan worden gebruikt in het productieproces voor het produceren van drugs. [13] Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij deze machine wilde gebruiken voor het maken van ‘pellets, kleine tabletjes voor in de kachel’. Deze verklaring acht de rechtbank, met in achtneming van het voorgaande en in het licht van het dossier ongeloofwaardig.
Voorts is bij de doorzoeking op het adres van de vriendin van verdachte in de ouderslaapkamer, naast het bed, herenkleding gevonden met daaronder een mobiele telefoon van het merk Nokia en twee briefjes. Op deze briefjes stonden respectievelijk kilo’s met daarachter diverse bedragen en de teksten ‘Platina Black’, ‘Fromamide’, ‘Ketamine’ en ‘MDMA’. [14] Het is de verbaliserend agent in kwestie ambtshalve bekend dat ‘MDMA’ een bepaalde soort drugs is. [15] Daarbij is het de rechtbank ambtshalve bekend dat dit een drugsoort is die tot de amfetaminen behoort.
Op de mobiele telefoon van het merk Nokia zijn meerdere sms-berichten aangetroffen. Te zien is dat gecommuniceerd werd met codenamen. Zo worden er nagenoeg geen plaatsnamen genoemd, maar wordt vooral gesproken over afspreken in ‘de winkel’ en ‘het bos', zonder deze locaties nader te expliciteren. [16] Op de telefoon stonden ook contactpersonen opgeslagen onder namen als ‘Wormer lab’, ‘Lab Zut’ en ‘Jonny Lab’. [17] Deze manier van communiceren wordt vaak gebruikt bij personen die handelen in verdovende middelen, aldus de relaterende verbalisant. [18] Verdachte ontkent dat de telefoon en de briefjes van hem zijn. Hij heeft gesteld dat deze spullen evengoed van een andere man kunnen zijn.
De rechtbank acht in het licht van het dossier niet aannemelijk dat voormelde spullen van iemand anders zijn dan van verdachte, temeer nu de spullen op een specifieke persoonlijke plek, namelijk onder een stapel herenkleding op de ouderslaapkamer van de vriendin van verdachte, zijn aangetroffen. Dat de vriendin van verdachte niet als getuige is gehoord of dat geen verder onderzoek aan de briefjes heeft plaatsgevonden voor wat betreft het handschrift, doet daaraan naar het oordeel van de rechtbank niets af. Het dossier bevat immers, zoals hierboven uiteengezet, meerdere aanwijzingen voor het feit dat het verdachte is geweest die zich bezig heeft gehouden met het voorbereiden van de productie van synthetische drugs.
Aldus kan van toevalligheden naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen sprake zijn. De door verdachte afgelegde verklaringen zijn, zoals reeds verwoord, in dat licht dan ook niet geloofwaardig.
Resumerend acht de rechtbank gelet op het vorengaande, alles in samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 tenlastegelegde. De rechtbank merkt voorts nog het volgende op.
Nu verdachte op 4 juli 2012 al aanwezig was op het terrein waar de loods is gevestigd en verdachte heeft verklaard dat hij toen en daar aanwezig was om de loods te huren [19] , neemt de rechtbank die datum als startpunt van de pleegperiode.
Ten aanzien van feit 2
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte de betreffende patronen voorhanden heeft gehad nu daartoe onvoldoende bewijs voorhanden is. De rechtbank zal verdachte om die reden vrijspreken van het onder 2 tenlastegelegde.
Ten aanzien van feit 3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd, nu niet wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat het verdachte is geweest die het elektrische stroomstootwapen en het werpmes voorhanden heeft gehad.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit, nu niet kan worden bewezen dat zijn cliënt de tenlastegelegde wapens voorhanden heeft gehad. Niet precies duidelijk is waar de wapens zijn aangetroffen, of zijn cliënt bekend was met de aanwezigheid van de wapens en of hij er ook daadwerkelijk zeggenschap over had.
De beoordeling door de rechtbank
Stroomstootwapen
Bij de doorzoeking in het huis van verdachte aan de [adres 1] in Apeldoorn is op 18 december 2012 een stoomstootwapen in beslag genomen. Het dossier bevat geen proces-verbaal van inbeslagneming. Wel bevat het dossier een kennisgeving van inbeslagneming dat ziet op het stroomstootwapen. Het wapen is volgens de kennisgeving aangetroffen in de kast op slaapkamer 2 op de 2e verdieping. Onduidelijk blijft echter welke slaapkamer dit precies betreft. Verdachte heeft verklaard dat hij vermoed dat hiermee de slaapkamer van zijn vader wordt bedoeld. Zijn vader woont tijdelijk bij hem in en hij weet niet wat voor spullen zijn vader verzamelt. Daarnaast heeft verdachte ter terechtzitting een ondertekende schriftelijke verklaring van zijn vader, [naam], overgelegd, waarin deze verklaart dat het aangetroffen wapen van hem is.
Nu niet is komen vast te staan waar het wapen precies is aangetroffen en of verdachte daadwerkelijk beschikkingsmacht had over het stroomstootwapen, zal de rechtbank verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
Werpmes
Ook is bij dezelfde doorzoeking op 18 december 2012 een mes in beslag genomen. Volgens de kennisgeving inbeslagneming is deze aangetroffen in de middelste lade van de keuken op de eerste verdieping. [20] Het blijkt te gaan om een werpmes, zijnde een wapen in de zin van artikel 2 lid 1, categorie III onder 3 van de Wet wapens en munitie. [21]
Hoewel de (zojuist aangehaalde) schriftelijke verklaring van verdachtes vader ook ziet op het werpmes, is de rechtbank evenwel van oordeel dat verdachte dit wapen voorhanden heeft gehad. Het mes lag immers in de keukenlade van verdachtes huis, waarvan verdachte wist dat daar meerdere messen in lagen. [22] Verdachte had vrije toegang tot de keukenlade en kon daarom beschikken over het mes. Om die reden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het werpmes voorhanden heeft gehad. Dat het mes feitelijk mogelijk eigendom was van verdachtes vader, is in dit kader niet relevant.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het 1 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode 4 juli 2012 tot en met 18
december 2012 in de gemeente Voorst, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel
10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken,
van (een) hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of andere middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen en/of
-(telkens) zich gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot
het plegen van die feit(en) heeft getracht te verschaffen en
-voorwerpen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist,
dat zij bestemd waren tot het plegen van die feiten, immers heeft verdachte opzettelijk daartoe materialen, bestemd voor de productie van amfetamine en/of ander(e) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, te weten (onder andere) een aantal verwarmingsmantels en/of
rondbodemkolven en/of RVS statieven en/of erlenmeyers en/of maatbekers en/of pipetten
en/of kunststofslangen en/of vaten en/of roerstaven en/of temperatuurmeters en/of reageerbuisjes en/of glazen verloopstukken en/of een gaswasinstallatie met een
water-zeepvat en/of een koolstoffilter voorhanden gehad en/of met (een gedeelte van) voormelde goederen een 3-tal laboratoriumopstellingen (o.a. een tweetal dubbele refluxopstelling en/of een scheidtrechteropstelling) geassembleerd en/of opgebouwd en
-via internet- informatie gezocht over de Leuckart synthese en amphetamine
synthese en Synthesis-II how to make ectasy en organic Chemistry en
Modern drug synthesis en the organic chemistry of drugs synthesis en
synthesis of essential drugs en PIKHAL a chemical love story, Uncle Fester
practical LSD manufacture en Uncle Fester secrets of methaphetamine
manufacture en die informatie op te slaan op een lap-top (onder de file
"kookboek") en
-informatie gezocht en/of opgeschreven over platina black en formamide
en ketamine en MDMA en over prijzen en over (de aanschaf van) een
granulator, althans aantekeningen en/of notitie(s) voorhanden gehad met
betrekking tot de productie van synthetische drugs en
-een loods gehuurd en verbouwd en voorzien van een
kachel en luchtafvoer en ingericht voor de productie van amfetamine
en/of ander(e) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst
I.
3.
hij op of omstreeks 18 december 2012, te Apeldoorn, een wapen van categorie III onder 3, te weten een werpmes, voorhanden heeft gehad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen door zich gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit te verschaffen
en
Een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen door voorwerpen voorhanden te hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Ten aanzien van feit 3:
Handelen in strijd met artikel 26, lid 1 van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 55, lid 1 van de Wet wapens en munitie.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden is die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
7.a. Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis en daarbij een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht. De officier van justitie heeft bij het bepalen van zijn strafeis rekening gehouden met het grote tijdsverloop van de zaak, dat niet aan de verdediging kan worden toegerekend. Om die reden eist hij geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de overschrijding van de redelijke termijn moet worden verdisconteerd in de strafmaat. Zijn cliënt heeft geen actuele justitiële documentatie en moet om die reden worden gezien als een first offender. Het totaal van de omstandigheden leent zich volgens de raadsman voor het opleggen van een werkstraf.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 9 februari 2015;
- een reclasseringsadvies van Reclassering Nederland, gedateerd 20 maart 2015.
De rechtbank overweegt als volgt.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorbereiden van productie van synthetische drugs en het voorhanden hebben van een wapen. Dit zijn ernstige feiten. Dat het niet gekomen is tot daadwerkelijke productie van synthetische drugs, is te danken aan het optreden van politie en niet aan verdachte zelf.
Bij het bepalen van de strafmaat heeft de rechtbank rekening gehouden met het feit dat de redelijke termijn is overschreden. Uit vaste jurisprudentie van het EHRM en de Hoge Raad volgt dat de redelijke termijn aanvangt op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het Openbaar Ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. In dit geval is de redelijke termijn aangevangen op het moment dat verdachte in verzekering is gesteld, op 18 december 2012. Als uitgangspunt dient te gelden dat de behandeling van de zaak ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn is aangevangen. Van uitzonderingen op deze regel is in deze zaak geen sprake. De rechtbank constateert dat de overschrijding niet toe te rekenen is aan verdachte, nu de reden voor deze overschrijding is gelegen in onderbezetting van het LFO, zoals door de officier van justitie ter zitting toegelicht. De rechtbank ziet aanleiding om de overschrijding van de redelijke termijn te verdisconteren in de strafmaat.
De rechtbank komt tot een andere bewezenverklaring dan door de officier is gevorderd, nu zij ook bewezen acht dat verdachte een werpmes voorhanden heeft gehad. Nu de rechtbank rekening houdt met de overschrijding van de redelijke termijn zal zij evenwel aansluiten bij de door de officier van justitie geformuleerde eis. De rechtbank acht een voorwaardelijke vrijheidsbenemende straf als stok achter de deur passend en geboden.
7.b. Overwegingen ten aanzien van het beslag
Het standpunt van de officier van justitie
De officier verwijst naar de beslaglijst (aangehecht als bijlage I aan dit vonnis) en is van mening dat de nummers 1 t/m 28 en de nummers 40 t/m 83 kunnen worden onttrokken aan het verkeer. De nummers 29 t/m 36, 38 en 39 dienen volgens de officier van justitie teruggegeven te worden aan verdachte. Voorts dient nummer 37 te worden verbeurdverklaard.
Het standpunt van de verdediging
Nu de raadsman primair vrijspraak heeft bepleit, heeft hij de rechtbank verzocht om ten aanzien van alle onder zijn cliënt in beslag genomen goederen de teruggave te gelasten.
De rechtbank kan volgens de raadsman geen beslissing nemen over de in beslag genomen wapens, nu deze niet onder zijn cliënt in beslag zijn genomen. Nu de raadsman primair vrijspraak heeft bepleit, verzoekt hij de rechtbank de wapens niet te onttrekken aan het verkeer, nu dit nadelig kan zijn voor het verkrijgen van een eventuele schadevergoeding.
De beoordeling van de rechtbankDe rechtbank zal in haar beoordeling verwijzen naar de aan dit vonnis gehechte beslaglijst (bijlage I).
De in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, met behulp waarvan het
onder 1bewezenverklaarde is begaan, genummerd in bijlage I als:
1 t/m 19, 38, 40 en 57 t/m 83dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
Het na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, genummerd in bijlage I als:
37, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp is met behulp waarvan het
onder 1bewezenverklaarde is begaan.
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de voorwerpen, zoals in bijlage I genummerd:
20 t/m 36, 39 en 45 t/m 56aan de veroordeelde.
Het in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, met betrekking tot welk het
onder 3bewezenverklaarde is begaan, genummerd in bijlage I als:
43dient te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
Ten aanzien van de voorwerpen, genummerd in bijlage I als:
41, 42 en 44, overweegt de rechtbank voorts als volgt.
Artikel 36b, eerste lid onder 3 bepaalt dat onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen voorwerpen kan worden opgelegd bij de rechterlijke uitspraak waarbij, niettegenstaande vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging, wordt vastgesteld dat een strafbaar feit is begaan. Op grond daarvan is de rechtbank van oordeel dat de hiervoor vermeldde nummers (41, 42 en 44) dienen te worden onttrokken aan het verkeer.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 24, 27, 33, 33a, 36b, 36c, 57 en 91 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 10, 10a, 13 en 13a van de Opiumwet en de artikelen 2, 26, 55 en 56 van de Wet wapens en munitie.

9.De beslissing

De rechtbank:
 Spreekt verdachte vrij van het onder 2 tenlastegelegde feit.
 verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een
werkstrafgedurende
240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de werkstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht, in deze strafzaak zijnde 6 uren;
en veroordeelt verdachte tevens tot
een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden;
bepaalt, dat deze gevangenisstraf
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de proeftijd die op twee jaren wordt bepaald;
dat de veroordeelde zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
 beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, genummerd in bijlage I als:
1 t/m 19, 38, 40 t/m 44 en 57 t/m 83;

verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, genummerd in bijlage I als:
37;
 gelast de
teruggavevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde, te weten:
20 t/m 36, 39 en 45 t/m 56.
Dit vonnis is gegeven door mr. D.E. Schaap (voorzitter), mr. C.J.M. van Apeldoorn en mr. J.C. van der Hooft rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Kolkman, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 april 2015.
mr. J.C. van der Hooft is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Noord- en Oost Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0630 2012149706, gesloten op 1 maart 2013 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 24 maart 2015 en het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 november 2012, p. 130 en het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige], p. 305, een na laatste alinea.
3.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 januari 2013, p. 196, derde alinea en p. 197, vierde alinea en het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 maart 2013, p. 198-1-D, derde alinea van onder.
4.De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 24 maart 2015 het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 317, eerste drie alinea’s.
5.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 maart 2013, p. 198-1-D, derde alinea van onder.
6.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 maart 2013, p. 198-1-D, laatste drie alinea’s en p. 198-1-E, eerste en tweede alinea.
7.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 januari 2013, p. 261, bovenaan.
8.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 januari 2013, p. 262, eerste tabel.
9.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 januari 2013, p. 262, tweede tabel.
10.Bijlage 2 bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 januari 2013, p. 291 t/m 295.
11.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 januari 2013, p. 225 en de foto’s 1 en 2 op p. 226 en de foto’s 13 t/m 17 op p. 232 t/m 234 en de foto’s 18 en 19 op p. 235 en de foto 20 op p. 236.
12.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 januari 2013, p. 225 en de foto 15 op p. 233.
13.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 januari 2013, p. 225.
14.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 december 2012, p. 223 en het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 328, vierde alinea en het document op p. 329.
15.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 december 2012, p. 223.
16.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 januari 2013, p. 243 en de documenten inhoudende afschriften van sms-berichten, p. 247 t;/m 255.
17.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 januari 2013, p. 243 en het document inhoudende een lijst van contactpersonen, p. 257.
18.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 januari 2013, p. 243.
19.De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 24 maart 2015 en het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 november 2012, p. 128 en 129.
20.Een kennisgeving van inbeslagneming, p. 71.
21.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 januari 2013, p. 335 aanhef en p. 336, bovenste helft en de fotobijlage op p. 338.
22.De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 24 maart 2015.