Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
In het bijzonder wijst de officier nog op pagina 198-1-G, deel uit makend van het proces-verbaal van de Landelijke Eenheid, Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen op p. 198-1-A t/m 198-1-H van het dossier.
‘Wij zagen dat er een tweetal dubbele refluxopstellingen van 2000ml rondbodemkolven met thermometer in een elektrische verwarmingsmantel merk Chemland stonden, alsmede een 1000ml erlenmeyer aangesloten onder een 1000ml scheidtrechter. Wij zagen dat de waterkoelverbindingen tussen de twee op elkaar gekoppelde refluxopstellingen met elkaar waren verbonden.’ (…) Wij zagen dat de linker refluxopstelling aan de bovenzijde met een stuk slang gekoppeld was aan de zelf vervaardigde zig-zag gemonteerde gaswasinstallatie.Wij zagen dat de gaswasinstallatie gekoppeld was aan een blauw kunststof vat, welke voor 2/3e gevuld was met een water-zeep oplossing. Aan de bovenzijde van het eerste blauwe vat met de water-zeep oplossing was een flexibele slang aangesloten, die weer gekoppeld was aan een ernaast staand identiek blauw kunststof vat waarin zich een koolstoffilter bevond. De lucht uit het eerste vat werd dus via dit koolstoffilter weer verder geleid via een mechanische afzuiginstallatie die was aangesloten op een PVC-afvoerpijp die naar beneden leidde. Wij zagen dat er tevens een groot model koolstoffilter in de zolderruimte aan de rechterzijde was opgehangen welke via een frequentieregelaar kon worden afgeregeld om vervuilde lucht uit de zolderruimte af te voeren via eveneens de eerder genoemde PVC-pijp naar beneden.Wij zagen dat deze PVC-pijp beneden door de vloer liep tegen de achterzijde van de linker muur en verborgen werd door de materialen in de open stellingkast. Wij zagen dat de afvoerpijp aangekomen bij de vloer linksaf boog en vervolgens aan het zicht door een muurtje en hout aangesloten was op de rookgasafvoer van de houtkachel die via één schoorsteen door het dak naar buiten leidde. [6]
Juist van de laptop, waarop voor verdachte belastende bestanden zijn aangetroffen, stelt verdachte niets af te weten. Op de vraag van wie de laptop wel zou zijn, kon verdachte naar het oordeel van de rechtbank geen duidelijk antwoord geven. Verdachte verklaarde dat de dag voor de doorzoeking zeven mensen op bezoek waren geweest en dat de laptop, die nota bene in het “keuken”kastje van verdachte is aangetroffen, waarschijnlijk van één van hen is. De rechtbank acht deze verklaring, zonder nadere onderbouwing – die ontbreekt – in het licht van het dossier niet geloofwaardig. Ook acht de rechtbank in dit kader niet geloofwaardig dat verdachte een legitieme onderneming wilde opzetten en de laboratoriumopstelling wilde gaan gebruiken voor andere doeleinden dan het bereiden van synthetische drugs.
Op de mobiele telefoon van het merk Nokia zijn meerdere sms-berichten aangetroffen. Te zien is dat gecommuniceerd werd met codenamen. Zo worden er nagenoeg geen plaatsnamen genoemd, maar wordt vooral gesproken over afspreken in ‘de winkel’ en ‘het bos', zonder deze locaties nader te expliciteren. [16] Op de telefoon stonden ook contactpersonen opgeslagen onder namen als ‘Wormer lab’, ‘Lab Zut’ en ‘Jonny Lab’. [17] Deze manier van communiceren wordt vaak gebruikt bij personen die handelen in verdovende middelen, aldus de relaterende verbalisant. [18] Verdachte ontkent dat de telefoon en de briefjes van hem zijn. Hij heeft gesteld dat deze spullen evengoed van een andere man kunnen zijn.
De rechtbank acht in het licht van het dossier niet aannemelijk dat voormelde spullen van iemand anders zijn dan van verdachte, temeer nu de spullen op een specifieke persoonlijke plek, namelijk onder een stapel herenkleding op de ouderslaapkamer van de vriendin van verdachte, zijn aangetroffen. Dat de vriendin van verdachte niet als getuige is gehoord of dat geen verder onderzoek aan de briefjes heeft plaatsgevonden voor wat betreft het handschrift, doet daaraan naar het oordeel van de rechtbank niets af. Het dossier bevat immers, zoals hierboven uiteengezet, meerdere aanwijzingen voor het feit dat het verdachte is geweest die zich bezig heeft gehouden met het voorbereiden van de productie van synthetische drugs.
Nu verdachte op 4 juli 2012 al aanwezig was op het terrein waar de loods is gevestigd en verdachte heeft verklaard dat hij toen en daar aanwezig was om de loods te huren [19] , neemt de rechtbank die datum als startpunt van de pleegperiode.
Nu niet is komen vast te staan waar het wapen precies is aangetroffen en of verdachte daadwerkelijk beschikkingsmacht had over het stroomstootwapen, zal de rechtbank verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
3.Bewezenverklaring
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
De rechtbank kan volgens de raadsman geen beslissing nemen over de in beslag genomen wapens, nu deze niet onder zijn cliënt in beslag zijn genomen. Nu de raadsman primair vrijspraak heeft bepleit, verzoekt hij de rechtbank de wapens niet te onttrekken aan het verkeer, nu dit nadelig kan zijn voor het verkrijgen van een eventuele schadevergoeding.
1 t/m 19, 38, 40 en 57 t/m 83dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
37, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp is met behulp waarvan het
onder 1bewezenverklaarde is begaan.
20 t/m 36, 39 en 45 t/m 56aan de veroordeelde.
onder 3bewezenverklaarde is begaan, genummerd in bijlage I als:
43dient te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
41, 42 en 44, overweegt de rechtbank voorts als volgt.
Artikel 36b, eerste lid onder 3 bepaalt dat onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen voorwerpen kan worden opgelegd bij de rechterlijke uitspraak waarbij, niettegenstaande vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging, wordt vastgesteld dat een strafbaar feit is begaan. Op grond daarvan is de rechtbank van oordeel dat de hiervoor vermeldde nummers (41, 42 en 44) dienen te worden onttrokken aan het verkeer.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
werkstrafgedurende
240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de proeftijd die op twee jaren wordt bepaald;
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, genummerd in bijlage I als:
1 t/m 19, 38, 40 t/m 44 en 57 t/m 83;
verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, genummerd in bijlage I als:
37;
teruggavevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde, te weten:
20 t/m 36, 39 en 45 t/m 56.