Op 30 maart 2015 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Zutphen het verzoek tot wraking van rechter M.C.J. Heessels afgewezen. Verzoeker, die gedaagde was in een aanhangige civiele zaak, had op 2 maart 2015 een wrakingsverzoek ingediend, omdat hij het oneens was met enkele rechtsoverwegingen in een eerder vonnis van 23 september 2010. Verzoeker stelde dat de rechter onvolledig had geciteerd uit een akte en dat dit ernstige gevolgen voor hem had. De rechter heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat het wrakingsverzoek niet kan worden gebaseerd op een vermeende onjuistheid in een citaat en dat er geen sprake is van vooringenomenheid. Tijdens de zitting op 23 maart 2015 heeft verzoeker zijn standpunt toegelicht, maar de rechter is niet verschenen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een rechter gewraakt kan worden op basis van feiten die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. De rechtbank oordeelde dat de door verzoeker aangevoerde argumenten vooral betrekking hadden op de inhoud van het eerdere vonnis en geen zwaarwegende aanwijzingen opleverden voor een vooringenomenheid van de rechter. Verzoeker had ook verklaard geen vertrouwen te hebben in de rechter, maar dit werd niet als een uitzonderlijke omstandigheid beschouwd. De rechtbank concludeerde dat verzoeker geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar konden brengen, en wees het verzoek tot wraking af.