ECLI:NL:RBGEL:2015:2034

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 maart 2015
Publicatiedatum
24 maart 2015
Zaaknummer
05/720187-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deels voorwaardelijke gevangenisstraf voor overval op snackbar met bedreiging

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 24 maart 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een overval op een snackbar in Zevenaar op 26 april 2013. De verdachte, samen met twee anderen, heeft de snackbar binnengegaan met bivakmutsen en heeft de aanwezigen bedreigd met wapens, waaronder een taser en een mes. De tenlastelegging omvatte onder andere het wegnemen van een geldbedrag van ongeveer 537 euro, waarbij geweld en bedreiging met geweld tegen de slachtoffers [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] werd gepleegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan de feiten zoals ten laste gelegd. De rechtbank heeft daarbij de verklaringen van de slachtoffers en het proces-verbaal van de politie als bewijs gebruikt.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die als first offender werd beschouwd. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht en een drugsverbod, en heeft de reclassering belast met het toezicht op de naleving van deze voorwaarden.

Daarnaast heeft de rechtbank de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] beoordeeld. De vorderingen zijn deels toegewezen, waarbij de rechtbank heeft geoordeeld dat de immateriële schade van [benadeelde 1] niet rechtstreeks voortvloeide uit het strafbare feit. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partijen, met wettelijke rente vanaf de data van de overval.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/720187-14
Datum uitspraak : 24 maart 2015
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende te [adres], [woonplaats]
raadsvrouw: mr. C.L. Pas, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 25 november 2014 en 10 maart 2015.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 26 april 2013 te Zevenaar tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag van ongeveer 537 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] (en/of [benadeelde 2]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, immers is/zijn en/of heeft/hebben verdachte en/of diens mededader(s)
- met bivakmuts op en/of bedekte kleding die snackbar binnengegaan en/of
- aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] de woorden toegevoegd: "Overval, dit is een overval." en/of "Geld, geld, geld." en/of
- op de toonbank en/of balie gesprongen en/of
- een taser, althans een daarop gelijkend voorwerp getoond en/of
- een mes, althans een daarop gelijkend voorwerp getoond en/of dicht(bij) de keel van die [slachtoffer 1] gehouden en/of
- die [slachtoffer 3] tegen het lichaam geduwd;
EN/OF
hij op of omstreeks 26 april 2013 te Zevenaar tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van ongeveer 537
euro, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] (en/of [benadeelde 2]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of diens mededader(s)
- met bivakmuts op en/of bedekte kleding die snackbar is/zijn binnengegaan en/of
- aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Overval, dit is een overval." en/of "Geld, geld, geld." en/of
- op de toonbank en/of balie is/zijn gesprongen en/of
- een taser, althans een daarop gelijkend voorwerp heeft/hebben getoond en/of
- een mes, althans een daarop gelijkend voorwerp heeft/hebben getoond en/of
dicht(bij) de keel van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gehouden en/of
- die [slachtoffer 3] tegen het lichaam heeft/hebben geduwd;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 3], p. 66;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 maart 2015.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 26 april 2013 te Zevenaar tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag van ongeveer 537 euro, toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/gemakkelijk te maken welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen,
- met bivakmuts op en/of bedekte kleding die snackbar zijn binnengegaan en
- aan die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Overval, dit is een overval." en "Geld, geld, geld." en
- op de toonbank en/of balie is/zijn gesprongen en
- een taser heeft/hebben getoond en
- een mes heeft/hebben getoond
EN
hij op 26 april 2013 te Zevenaar tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 3], heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van ongeveer 537 euro toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en diens mededaders
- met bivakmuts op en/of bedekte kleding die snackbar zijn binnengegaan en
- aan die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] de woorden hebben toegevoegd: "Overval, dit is een overval." en "Geld, geld, geld." en
- op de toonbank is gesprongen en
- een taser hebben getoond en
- een mes hebben getoond en dichtbij de keel van die [slachtoffer 1] hebben gehouden.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Voortgezette handeling van
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
medeplegen van afpersing

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarden meldplicht, ambulante behandeling, een drugsverbod en een locatieverbod voor Zevenaar, en voorts met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De verdediging heeft verzocht aan verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 20 januari 2015;
- voorlichtingsrapportages van Reclassering Nederland gedateerd 21 augustus 2014 en 24 november 2014, betreffende verdachte;
- een voortgangsverslag toezicht aan opdrachtgever, gedateerd 5 maart 2015, betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft samen met twee anderen een snackbar overvallen. Een medewerker en een klant werden daarbij met wapens bedreigd. Dit is een ernstig feit. Dergelijke delicten grijpen diep in het leven van de slachtoffers in, wat in dit geval ook is gebleken uit de schriftelijke slachtofferverklaringen. Daarnaast versterken deze feiten gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Gelet op de ernst van het feit en gelet op hetgeen doorgaans in vergelijkbare gevallen wordt opgelegd is naar het oordeel van de rechtbank een andere straf dan een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet aan de orde. De rechtbank heeft het feit dat er twee wapens zijn gebruikt en de overval door drie personen is gepleegd, als strafverzwarend meegewogen. In het voordeel van verdachte houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte first offender is.
Alles afwegende acht de rechtbank de door de officier van justitie geëiste straf passende en zal zij deze dan ook opleggen.
De rechtbank ziet, gelet op verdachtes persoonlijke omstandigheden, aanleiding aan het voorwaardelijk gedeelte de bijzondere voorwaarden te verbinden zoals door de reclassering geadviseerd.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen [benadeelde 1], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde feit. [benadeelde 1] vordert een bedrag van € 1.636,-, vermeerderd met de wettelijke rente, [slachtoffer 2] een bedrag van € 1.088,47 vermeerderd met de wettelijke rente en [slachtoffer 3] een bedrag van € 1.000,- vermeerderd met de wettelijke rente.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen van [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2]. Ten aanzien van de vordering van [benadeelde 1] refereert de officier van justitie zich aan het oordeel van de rechtbank.
De verdediging heeft verzocht [benadeelde 1] en [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering. De verdediging acht de vordering van [slachtoffer 3] toewijsbaar.
De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank acht de
materiëleschade van de benadeelde partij
[benadeelde 1]voldoende onderbouwd en zal de vordering voor dit gedeelte toewijzen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de
immateriëleschade niet te beschouwen als rechtstreeks toegebracht door het gepleegde feit. De rechtbank zal de benadeelde partij voor dat gedeelte niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. Hij is weliswaar eigenaar van de overvallen snackbar, maar was niet zelf aanwezig bij de overval. Hij is dus zelf niet bedreigd en heeft derhalve niet zelf rechtstreeks immateriële schade ondervonden van de bedreiging met geweld. Dat [benadeelde 1] zich het lot van zijn medewerkers als goed werkgever zeer aantrekt, is op zichzelf te waarderen, maar maakt niet dat de rechtbank de wettelijke regeling zo ver kan oprekken dat zijn immateriële schade kan worden beschouwd als gevolg van de bedreiging. De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 9 december 2014.
Aan de benadeelde partij
[slachtoffer 3]is door het bewezenverklaarde strafbare feit rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet uit vermogensschade bestaat. Dit is aan verdachte toe te rekenen. Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. Het gevorderde bedrag is naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd. De rechtbank zal de vordering dan ook toewijzen. De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 26 april 2013.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 2]overweegt de rechtbank als volgt. [slachtoffer 2] bevond zich op het moment van de overval in de niet afgesloten keuken van de snackbar, waar zij niet werd gezien door de daders. Zij hoorde het geschreeuw dat met de overval gepaard ging en zag wat er gebeurde via de camerabeelden op een beeldscherm in de keuken.
Artikel 51f van het Wetboek van Strafvordering bepaalt dat degene die rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit (dus het slachtoffer) zich als benadeelde partij in het strafproces kan voegen. Artikel 51a van het Wetboek van Strafvordering bepaalt dat als slachtoffer wordt aangemerkt degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of ander nadeel heeft ondervonden.
Doordat [slachtoffer 2] zich tijdens de overval in de snackbar bevond en alles van de overval meekreeg, is zij op directe wijze geconfronteerd met de overval en het agressieve gedrag waarmee deze overval gepaard ging. Op die wijze heeft zij naar het oordeel van de rechtbank als rechtstreeks gevolg van het bewezenverklaarde feit nadeel geleden dat niet uit vermogensschade bestaat, ook al is zij niet rechtstreeks door de daders bedreigd. Dit is aan verdachte toe te rekenen. Dat verdachte en zijn mededaders [slachtoffer 2] niet konden zien doet daaraan niet af.
Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. Naar maatstaven van billijkheid wordt deze schade begroot op € 750,- aan immateriële schade en € 88,47 aan materiële schade.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 26 april 2013 (de immateriële schade) dan wel 3 juni 2013 (de materiële schade).
De rechtbank zal op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partijen.
De gevorderde en toegewezen rente is daar niet bij inbegrepen.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 36f, 47, 56, 57, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden
bepaalt, dat van deze gevangenisstraf
10 (tien) maanden,
niet ten uitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde(n);
stelt de proeftijd vast op 2 (twee) jaren onder de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
en onder de bijzondere voorwaarde(n) dat de veroordeelde:
- zich uiterlijk 3 dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis zal melden bij Reclassering Nederland en gedurende de proeftijd zich zal blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zolang de instelling dat noodzakelijk acht;
- zich laat onderzoeken en indien de instelling dit noodzakelijk acht, onder behandeling zal stellen van forensische psychiatrische polikliniek, waarbij de veroordeelde zich houdt aan de aanwijzingen die de veroordeelde in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar worden gegeven;
- geen drugs gebruikt, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht en ten behoeve van de naleving van dit verbod meewerkt aan bloedonderzoek of urineonderzoek;
- zich niet zal bevinden in de gemeente Zevenaar met uitzondering van de momenten waarop hij op aanwijzing van de reclassering zijn moeder mag bezoeken. De reclassering bepaalt hierbij de dag van reizen, de tijdstippen alsmede de wegen die hij moet nemen teneinde op het adres van zijn moeder te kunnen komen. Hij zal dan worden vergezeld door zijn zus en schoonbroer als extra controle factor.
Overige bezoekplekken in de gemeente Zevenaar zijn niet geoorloofd.
Als de reclassering het noodzakelijk acht om voor een doelmatige uitvoering van het toezicht op de naleving van de bijzondere voorwaarden de periode, tijd of locatie aan te passen dan zal zij hiervoor een verzoek indienen bij de opdrachtgever. Het locatieverbod wordt gecontroleerd door middel van elektronisch controle met GPS, zolang de reclassering dit nodig acht.
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht).
Beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voor zover medeverdachten betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer 3] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [slachtoffer 3] te betalen € 1.000,- (eenduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 april 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voor zover medeverdachten betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer 3] zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3], te € 1.000,- (eenduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 april 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 20 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover medeverdachten betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [benadeelde 1] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [benadeelde 1] te betalen € 136,20 (eenhonderdenzesendertig euro en twintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 december 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
  • Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
  • Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover medeverdachten betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [benadeelde 1] zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1] te betalen € 136,20 (eenhonderdenzesendertig euro en twintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 december 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 2 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere betalingsverplichting doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer 2] te betalen € 838,47 (achthonderdachtendertig euro en zevenenveertig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 april 2013 over € 750,= (zevenhonderdvijftig euro) en vanaf 3 juni 2013 over € 88,47 (achtentachtig euro en zevenenveertig cent) tot aan de dag der algehele voldoening.
  • Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
  • Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] te betalen € 838,47 (achthonderachtendertig euro en zevenenveertig cent) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 april 2013 over € 750,= (zevenhonderdvijftig euro) en vanaf 3 juni 2013 over € 88,47 (achtentachtig euro en zevenenveertig cent) tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 16 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere betalingsverplichting doet vervallen.
Dit vonnis is gegeven door mr. C. van Linschoten (voorzitter), mr. N.C. van Lookeren Campagne en mr. F.J.H. Hovens, rechters in tegenwoordigheid van mr. C.T.P.M. van Aarssen, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 maart 2015.
mr. N.C. van Lookeren Campagne is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Eenheid Oost Nederland, district Gelderland-Midden, Overvallenteam opgemaakte proces-verbaal, zaaknummer 2014075735, gesloten op 9 september 2014 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.