ECLI:NL:RBGEL:2015:1958

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 maart 2015
Publicatiedatum
20 maart 2015
Zaaknummer
2451381
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van hoofdsom en buitengerechtelijke incassokosten in een geschil over een telecommunicatieovereenkomst

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Gelderland, heeft de kantonrechter op 25 maart 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen Intrum Justitia Nederland B.V. en een gedaagde partij over een telecommunicatieovereenkomst. De procedure volgde op een tussenvonnis van 10 december 2014, waarin werd geoordeeld dat de overeenkomst tussen T-Mobile en de gedaagde partij nietig was voor wat betreft de koop op afbetaling van een iPhone 4S, maar dat de overeenkomst voor de telecommunicatiediensten in stand bleef. De overeengekomen maandkosten voor de diensten bedroegen € 74,73.

Intrum werd toegelaten om bewijs te leveren van de verkoopwaarde van de iPhone 4S, die volgens hen € 599,00 was. De kantonrechter oordeelde dat Intrum in dit bewijs was geslaagd, mede omdat de gedaagde partij niet had gereageerd op het overgelegde bewijs. Intrum voerde ook aan dat de kosten van het abonnement inclusief de telefoon hoger waren dan zonder telefoon, en dit werd door de kantonrechter als tegenbewijs erkend.

De kantonrechter concludeerde dat de gedaagde partij € 514,76 moest betalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 2 augustus 2012. Daarnaast werden buitengerechtelijke incassokosten van € 77,21 toegewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat beide partijen hun eigen kosten droegen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 2451381 \ CV EXPL 13-15655 \ 475
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap
Intrum Justitia Nederland B.V.
gevestigd te 's-Gravenhage
eisende partij
gemachtigde mr. P.L.J.M. Guinee
rolgemachtigde [naam rolgemachtigde] (AGC gerechtsdeurwaarders & incasso Apeldoorn)
tegen
[gedaagde partij]
wonende te [woonplaats]
gedaagde partij
gemachtigde mr. M.M. de Jonge
Partijen worden ook hierna weer Intrum en [gedaagde partij] genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 10 december 2014
- de akte van Intrum met producties

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis is geoordeeld dat de tussen T-Mobile en [gedaagde partij] gesloten telecommunicatieovereenkomst nietig is voor zover de overeenkomst ziet op de koop op afbetaling van de telefoon (iPhone 4S) en dat deze voor wat betreft de telecommunicatiedienst in stand kan blijven. De overeengekomen maandkosten bedroegen € 74,73 (inclusief btw) per maand. Teneinde te bepalen welk deel van die bedrag ziet op de telecommunicatiediensten is
Intrum toegelaten:
  • bewijs te leveren van haar stelling dat de bij het aangaan van de tussen partijen gesloten overeenkomst (r.ov. 2.1.) ter beschikking gestelde iPhone 4S een verkoopwaarde had van € 599,00;
  • tegenbewijs te leveren tegen de voorshands bewezen geachte stelling dat T-Mobile in de met [gedaagde partij] gesloten overeenkomst 10% rente en kosten in rekening heeft gebracht over de verkoopwaarde van de in de overeenkomst genoemde iPhone 4S.
2.2.
Intrum heeft daartoe bij akte overgelegd een screenshot van de website Tweakers, die naar zij zegt onafhankelijk is. Hieruit blijkt dat de waarde van een iPhone 4S zwart 16 Gb in maart 2012 ongeveer € 600,- was. [gedaagde partij] heeft hierop niet gereageerd. De kantonrechter is van oordeel dat Intrum – bij gebreke van tegenbewijs en/of commentaar van [gedaagde partij] op het overgelegde bewijsmiddel (screenshot) – in dit bewijs is geslaagd.
2.3.
Intrum heeft voorts een vergelijking gemaakt tussen de kosten van een telecommunicatieabonnement exclusief telefoon (onder overlegging van een overzicht met tarieven voor abonnementen zonder telefoon) en onderhavig, vergelijkbaar contract maar dan inclusief de iPhone 4S. Dit verschil bedraagt volgens Intrum € 24,99 en op basis van de looptijd van 24 maanden wordt dan voor de telefoon € 599,76 betaald. Intrum heeft hiermee naar het oordeel de kantonrechter, mede nu [gedaagde partij] op een en ander niet heeft gereageerd, bedoeld tegenbewijs geleverd.
2.4.
De conclusie is dat [gedaagde partij] moet betalen de helft van: € 54,45 maal 24 maanden minus 1,5 maal € 54,45 (zijnde de drie maanden 50% korting) en minus de btw (zie rapport Ambtshalve Toetsing II 2014, par. 3.4.9). Dit is in totaal € 514,76 (€ 612,56 minus 19% btw) Dit bedrag wordt vermeerderd met wettelijke rente. De meegevorderde rente van € 155,77 kan niet worden toegewezen nu slechts een deel van de hoofdsom wordt toegewezen. Als onbetwist staat vast dat [gedaagde partij] vanaf 2 augustus 2012 (uiterste betaaldatum van de zogeheten uitfactureerfactuur d.d. 23 juli 2012) in verzuim is. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf die datum.
2.5.
De buitengerechtelijke incassokosten – de veertiendagen brief (art. 6:96 lid 6 BW) is verzonden –worden toegewezen over € 514,76 zijnde € 77,21.
2.6.
Partijen worden over en weer (deels) in het (on)gelijk gesteld. De proceskosten worden daarom gecompenseerd in die zin dat partijen elk de eigen kosten dragen.

3.Beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde partij] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Intrum te betalen € 514,65 hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 2 augustus 2012 en om te betalen € 77,21 (buitengerechtelijke incassokosten);
3.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
compenseert de proceskosten in die zin dat partijen elk de eigen kosten dragen.
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. B.J. Engberts en in het openbaar uitgesproken op