Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
Nog los van de vraag of zich een aanmerkelijke kans zou hebben voorgedaan is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de verklaringen van verdachte hierover, niet kan worden gesteld dat verdachte die kans ook bewust heeft aanvaard. Uit zijn eigen verklaringen volgt veeleer dat hij er niet bij heeft stilgestaan dat kogels zouden kunnen ricocheren.
De rechtbank is van oordeel dat, wanneer onder deze omstandigheden plotseling schoten klinken, het aannemelijk is dat bij de cafébezoekers redelijke vrees ontstaat dat men mogelijk voor zijn of haar leven heeft te vrezen. De door de getuigen beschreven schrik, paniek en chaos duiden daar ook op. In tegenstelling tot wat de raadsvrouw van verdachte heeft aangevoerd, moet worden vastgesteld dat verdachte een dreigende situatie heeft veroorzaakt.
De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
3.Bewezenverklaring
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit en van de verdachte
Evenmin is aannemelijk geworden dat verdachte in de veronderstelling heeft geleefd dat hij zichzelf dan wel zijn partner heeft moeten of mogen verdedigen. Daarnaast is niet duidelijk geworden waartegen verdachte zichzelf of zijn partner moest verdedigen. Het dreigende gevaar, dat verdachte naar zijn zeggen waarnam, is naar het oordeel van de rechtbank veeleer (mede) ingegeven door het forse alcoholgebruik. De gekozen reactie van verdachte was dan ook niet noodzakelijk. De rechtbank verwerpt, gezien het hiervoor overwogene, ook het beroep op putatief noodweer.
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.8. De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur
van 6 (zes)maanden;
5 (vijf) maanden, niet ten uitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde;
taakstraf, te weten:
werkstrafgedurende
240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen.
- beveelt de
- gelast de