ECLI:NL:RBGEL:2015:1771

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 maart 2015
Publicatiedatum
16 maart 2015
Zaaknummer
05/840777-14, 05/840765-14, 05/203606-14, 05/256428-14 en
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal, heling en bedreiging in Zutphen

Op 17 maart 2015 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van diefstal, heling en bedreiging. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. De zaak betreft meerdere feiten, waaronder de diefstal van fietsen en bedreiging van een slachtoffer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan schuldheling en diefstal, en heeft hem vrijgesproken van enkele andere tenlastegelegde feiten wegens onvoldoende bewijs. De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte meegewogen. De officier van justitie had een hogere straf geëist, maar de rechtbank oordeelde dat de opgelegde straf passend was gezien de omstandigheden. Daarnaast is er een schadevergoeding toegewezen aan een benadeelde partij, die deels werd toegewezen en deels niet-ontvankelijk werd verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05/840777-14, 05/840765-14, 05/203606-14, 05/256428-14 en
01/188226- 14 (gev.ttz)
Datum uitspraak : 17 maart 2015
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats] aan de [adres 1].
raadsvrouw : mr. H.J. Scholten, advocaat te Zutphen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 maart 2015.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 05/840777-14
1.
Primair
hij op of omstreeks 4 september 2014, in elk geval in de periode van 18 augustus 2014 tot en met 4 september 2014,
in de gemeente Zutphen, althans in Nederland, een fiets (merk Gazelle, framenr. [nr 1]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die
fiets wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door
misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 18 augustus 2014 tot en met 20 augustus 2014, in elk geval in de periode van 18 augustus 2014 tot en met 4 september 2014,
in de gemeente Zutphen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een fiets (merk Gazelle, framenr. [nr 1]), in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte;
2.
Primair
hij op of omstreeks 4 september 2014, in elk geval in de periode van 17 augustus 2014 tot en met 4 september, in de gemeente Zutphen, althans in Nederland, een fiets (merk Koga Myata, type Advance), heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fiets wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 17 augustus 2014 tot en met 27 augustus 2014, in elk geval in de periode van 17 augustus 2014 tot en met 4 september 2014, in de gemeente Zutphen, in elk geval en Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (merk Koga Myata, type Advance), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking; (05.840777.14);
3.
hij op of omstreeks 6 oktober 2014, in de gemeente Zutphen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking; (parketnummer 05.840878-14)
Parketnummer 05/840765-14
hij op of omstreeks 01 september 2014 te Zutphen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Politie Oost Nederland, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 01 september 2014 te Zutphen, althans in Nederland, een fiets
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fiets wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
Parketnummer 05/203606-14
hij op of omstreeks 19 september 2014 te Zutphen [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd :"Kanker op, kankerwijf. Ik hak je kop eraf" en/of "Ik sla je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Parketnummer 05-256428-14
hij op of omstreeks 15 november 2014 te Zutphen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel (gevestigd aan de [adres 2]) heeft weggenomen een set oordopjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
Parketnummer 05-188226-14
hij op of omstreeks 28 augustus 2014 te Zutphen met het oogmerk van wederrechtelijke
toe­eigening heeft weggenomen een (dames)fiets van het merk Koga Miyata, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
art. 310 Wetboek van strafrecht
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen
leiden:
hij in of omstreeks de periode van 28 augustus 2014 tot en met 29 augustus 2014 te Zutphen, althans in Nederland, een (dames)fiets van het merk Koga Miyata, heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of
het voorhanden krijgen van voornoemde (dames)fiets wist, althans had moeten vermoeden,
dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art. 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Aanleiding onderzoek
Verdachte werd aangehouden voor het in bezit hebben van meerdere fietsen die als gestolen stonden geregistreerd.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan schuldheling tenlastegelegd onder feit 2 primair (parketnummer 05/840777-14) en onder feit 1 subsidiair (parketnummer 05/188226-14), diefstal, tenlastegelegd onder feit 1 primair (parketnummer 05/840765-14) en onder parketnummer 05/256428-14 en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht (parketnummer 05/203606-14).
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht verdachte vrij te spreken van de overige hem ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw is met de officier van justitie van mening dat voldoende bewijs in het dossier voorhanden is voor schuldheling tenlastegelegd onder feit 2 primair (parketnummer 05/840777-14) en onder feit 1subsidiair (parketnummer 05/188226-14) en de diefstal (parketnummer 05/256428-14).
Zij verzoekt de rechtbank verdachte vrij te spreken van de overige hem ten laste gelegde feiten nu voor deze feiten onvoldoende bewijs in het dossier voorhanden is. Zij heeft daartoe ten aanzien van het primair tenlastegelegde onder parketnummer 05/840765-14 opgemerkt dat uit het dossier niet blijkt wie degene is die de fiets heeft weggenomen van de plek waar hij door de verbalisant was geplaatst en dat uit het dossier evenmin blijkt hoe verdachte aan deze fiets is gekomen. Ten aanzien van de onder hetzelfde parketnummer subsidiair tenlastegelegde schuldheling is de raadsvrouw van mening dat niet bekend is of verdachte wist dat de fiets afkomstig was van diefstal.
Ten aanzien van de bedreiging tenlastegelegd onder 05/203606-14 heeft de raadsvrouw opgemerkt dat het hier geen bedreiging betreft maar een uiting van machteloosheid. Aangeefster heeft zich geen moment bedreigd gevoeld omdat zij gewend is aan het schreeuwen van verdachte. Zij heeft de politie gebeld omdat ze een einde wilde maken aan het geluidsoverlast.
Beoordeling door de rechtbank
Vrijspraak
Uit de stukken en hetgeen ter terechtzitting naar voren is gekomen, is naar het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 1 tenlastegelegd onder parketnummer 05/840777-14 onvoldoende gebleken dat verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de fiets afkomstig was van diefstal dan wel dat hij deze fiets zelf heeft gestolen.
Ten aanzien van feit 3 tenlastegelegd onder parketnummer 05/840777-14 is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de diefstal van de fiets heeft gepleegd. De rechtbank spreekt verdachte vrij van deze feiten.
De feiten
De rechtbank gaat bij de beoordeling van de overige ten laste gelegde feiten uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Feit 2 (parketnummer 05/840777-14) [1] :
Aangever [2] [benadeelde 2] doet aangifte van diefstal van zijn fiets Koga Miyata Advance, kleur blauw met framenummer [nr 2] in de periode van 17 augustus 2014 tot en met 27 augustus 2014.
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] verklaren in het proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 september 2014 [3] dat zij achter het schuurtje in de tuin van het pand aan de [adres 3] te Zutphen een blauwe Koga Miyata Advance aantroffen met framenummer [nr 2], welke fiets als gestolen stond geregistreerd.
Verdachte [4] verklaart dat hij de Koga Miyata herenfiets voor iemand moest ophalen en dat hij er € 21,50 voor heeft betaald. Verdachte verklaart dat hij van de Koga herenfiets onder andere de zadelpenklem en de pedalen heeft overgezet op een andere fiets. Gelet op de lage prijs heeft verdachte moeten vermoeden dat de fiets van misdrijf afkomstig was.
Feit 1 subsidiair (parketnummer 05-188226-14) [5]
Aangever [benadeelde 3] [6] doet op 29 augustus 2014 aangifte van diefstal van haar fiets, merk Koga Miyata met framenummer [nr 3].
Verdachte [7] verklaart dat hij de fiets heeft gekregen en dat hij er € 25 voor heeft betaald.
Verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] verklaren in het proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 augustus 2014 dat zij bij verdachte een fiets hebben aangetroffen van het merk Koga Miyata met framenummer [nr 3]. Gelet op de lage prijs die verdachte voor de fiets heeft betaald, had hij moeten vermoeden dat deze van misdrijf afkomstig was.
Feit 1 primair (parketnummer 05/840765-14) [8]
Aangever [benadeelde 4] [9] doet aangifte van de diefstal in de periode van 29 augustus 2014 tot en met 1 september 2014 van een lokfiets merk Gazelle, kleur zilver.
Uit het proces-verbaal van bevindingen [10] blijkt dat verbalisant [verbalisant 5] op maandag 1 september 2014, omstreeks 03.30 uur een melding op zijn mobiele telefoon kreeg dat de lokfiets verplaatst was vanaf de plek waar hij door de politie was neergezet. Op maandag 1 september 2014 om 12.30 uur heeft verbalisant [verbalisant 5] de GPS gegevens van de lokfiets via zijn mobiele telefoon uitgepeild en werd de fiets gelokaliseerd op het adres van verdachte.
Anders dan de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat het tijdsverloop tussen het moment van de geregistreerde verplaatsing van de lokfiets op maandag 1 september 2014 om 03.30 uur en het aantreffen van de fiets op maandag 1 september 2014 om 12.30 uur op het adres van verdachte klein genoeg is om aan te nemen dat verdachte degene is geweest die de fiets heeft gestolen. Bovendien heeft verdachte het feit tijdens het 1e verhoor bij de politie bekend en is hij daarna niet met een andere verklaring gekomen voor het in bezit hebben van de gestolen fiets. [11]
Parketnummer 05/203606-14 [12]
Aangever [slachtoffer] [13] doet aangifte van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht danwel zware mishandeling. Verdachte heeft tegen haar gezegd op 19 september 2014: ‘Ik hak je kop eraf’.
Getuige [getuige] [14] heeft verklaard dat hij hoorde hoe verdachte tegen [slachtoffer] zei: ‘ik ruk je kop eraf’ en ‘ik sla je dood’.
De rechtbank is van oordeel dat de bedreiging die verdachte heeft geuit naar aangeefster van dien aard was en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij aangeefster redelijke vrees kon ontstaan dat het misdrijf waarmee verdachte dreigde gepleegd zou kunnen worden. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsvrouw inhoudende dat aangeefster niet bevreesd is geweest, nu niet is vereist dat de bedreiging in het concrete geval op de bedreigde een zodanige indruk heeft gemaakt dat er werkelijk vrees is opgewekt.
Parketnummer 05-256428-14 [15]
Aangeefster [benadeelde 5] [16] doet namens [bedrijf] Zutphen aangifte van diefstal van oordopjes op 15 november 2014.
Verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] verklaren in het proces-verbaal van bevindingen [17] dat zij zagen dat verdachte in het filiaal van [bedrijf] te Zutphen een verpakking met oordopjes uit een stelling pakte, deze verpakking opende en de oordopjes in zijn jaszak deed. Verdachte liep vervolgens langs de kassa zonder te betalen.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 2 primair (parketnummer 05/840777-14), feit 1subsidiair (parketnummer 05/188226-14), feit 1 primair (parketnummer 05/840765-14) en de feiten tenlastegelegd onder de parketnummers 05/203606-14 en 05/256428-14 heeft begaan, te weten dat:
Feit 2 primair (parketnummer 05/840777-14)
hij in de periode van 17 augustus 2014 tot en met 4 september, in de gemeente Zutphen, een fiets (merk Koga Miyata, type Advance), heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fiets redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Feit 1 subsidiair (parketnummer 05-188226-14)
hij in de periode van 28 augustus 2014 tot en met 29 augustus 2014 te Zutphen een damesfiets van het merk Koga Miyata heeft verworven en voorhanden heeft gehad terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde damesfiets had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Feit 1 primair (parketnummer 05/840765-14)
hij op 1 september 2014 te Zutphen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets, toebehorende aan de Politie Oost Nederland;
Parketnummer 05/203606-14
hij op 19 september 2014 te Zutphen [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik hak je kop eraf" en "Ik sla je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Parketnummer 05-256428-14
hij op 15 november 2014 te Zutphen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkel (gevestigd aan de [adres 2]) heeft weggenomen een set oordopjes, toebehorende aan [bedrijf].
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 2 primair (parketnummer 05/840777-14) en feit 1 subsidiair (parketnummer 05-188226-14) telkens:
schuldheling
Ten aanzien van feit 1 primair (parketnummer 05/840765-14) en parketnummer
05/256428-14 telkens:
diefstal
Ten aanzien van parketnummer 05/203606-14:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Niet is gebleken dat verdachte, zoals door de raadsvrouw is betoogd, volledig ontoerekeningsvatbaar is.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht de verdachte te ontslaan van alle rechtsvervolging gelet op het feit dat verdachte al geruime tijd in voorarrest heeft gezeten en gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte als geschetst in het rapport van Reclassering Nederland van 10 december 2014. Subsidiair heeft zij de rechtbank verzocht verdachte een straf op te leggen die gelijk is aan de tijd van het voorarrest.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van onder andere diefstal en heling. Dit zijn vervelende feiten die betrokkenen veel ongemak en schade bezorgen.
Ook heeft verdachte zijn buurvrouw bedreigt. De rechtbank acht dit eveneens een kwalijk feit; men moet zich veilig kunnen voelen in de eigen leefomgeving.
De rechtbank heeft voorts in het nadeel van verdachte meegewogen dat verdachte een uitgebreide documentatie heeft.
De reclassering schat de kans op recidive in als hoog, welke kans alleen in een gesloten klinische setting zou kunnen worden verkleind. Nu de huidige strafbare feiten zich er niet voor lenen een dergelijk traject in te zetten, volstaat de rechtbank met een gevangenisstraf van na te melden duur.
7a. De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [benadeelde 2] te Zutphen heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder feit 2 (parketnummer
05/840777-14) bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 75,35.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, nu hij heeft geëist dat verdachte wordt vrijgesproken van de diefstal van de fiets.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering, nu de vordering samenhangt met de diefstal van de fiets en zij de rechtbank heeft verzocht verdachte vrij te spreken van dit feit.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het (onder parketnummer 05/840777-14) bewezen verklaarde handelen tot een deel van het gevorderde bedrag te weten een bedrag van € 27,40, (zijnde de kosten van de zadelpenklem, de pedalen en de helft van de opgevoerde arbeidskosten) schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. Deze schade is immers veroorzaakt toen de verdachte de fiets onder zich had. De vordering is derhalve deels voor toewijzing vatbaar.
De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering en kan derhalve haar vordering voor het overige slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 36f, 57, 285, 310 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf van 2 (twee) maanden;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
 veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 2 subsidiair (parketnummer 05/840777-14) tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [benadeelde 2], van een bedrag van
€ 27,40(zevenentwintig euro en veertig cent);
 verklaart de
benadeelde partij [benadeelde 2] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij
[benadeelde 2]een bedrag
te betalen van € 27,40met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal 1 dag hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
Dit vonnis is gegeven door mr. A.A.M. Bögemann, voorzitter, mr. C.J.M. van Apeldoorn en
mr. C.H.M. Pastoors, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. van Erp-Noordenbos, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 maart 2015.
mr. C.H.M. Pastoors is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, district Achterhoek, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0640-2014120844, gesloten op 4 september 2014 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal aangifte [benadeelde 2] te Zutphen
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 september 2014.
4.Proces-verbaal verklaring verdachte d.d. 5 september 2014.
5.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, district Achterhoek, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0640-2014118692, gesloten op 31 augustus 2014 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld.
6.Proces-verbaal aangifte [benadeelde 3] te Brummen
7.Proces-verbaal verklaring verdachte d.d. 30 augustus 2014
8.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, district Achterhoek, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0640-201419053, gesloten op 2 september 2014 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld.
9.Proces-verbaal aangifte [benadeelde 4] d.d. 1 september 2014
10.Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 1 september 2014
11.Proces-verbaal verklaring verdachte d.d. 1 september 2014
12.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, district IJsselstreek, Team Zutphen, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL06002014128353, gesloten op 20 september 2014 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld.
13.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer]
14.Proces-verbaal getuigenverhoor [getuige]
15.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, district IJsselstreek, Team Zutphen, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL06002014167416 gesloten op 15 november 2014 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld.
16.Proces-verbaal aangifte Gunther te Zutphen
17.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 november 2014