ECLI:NL:RBGEL:2015:1729

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 maart 2015
Publicatiedatum
16 maart 2015
Zaaknummer
05/227053-14 en 05/840903-14 (gev. ttz)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Kleinrensink
  • mr. Bak
  • mr. Van Santen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor meerdere vernielingen aan de apotheek van haar ouders

Op 16 maart 2015 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die is beschuldigd van meerdere vernielingen. De verdachte, geboren op een onbekende datum en wonende te een onbekende woonplaats, heeft op 14 oktober 2014 en in de periode van 16 tot 17 oktober 2014 opzettelijk en wederrechtelijk schade aangericht aan de apotheek van haar ouders in Dinxperlo, gemeente Aalten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met een hard voorwerp, een grote stok, de inboedel en inventaris van de apotheek heeft vernield, evenals ruiten van een woning en twee auto’s. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van vier maanden geëist, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, en een werkstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis. De rechtbank heeft de verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd, maar heeft desondanks de gevorderde straffen opgelegd. De benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering, omdat zij geen schadebedrag hebben vermeld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en een werkstraf van 100 uren, met een proeftijd van twee jaren.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers : 05/227053-14 en 05/840903-14 (gev. ttz)
Datum uitspraak : 16 maart 2015
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende te [adres 1], [woonplaats]
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 maart 2015.
Ter terechtzitting heeft de rechtbank in het belang van het onderzoek de voeging bevolen van de bij afzonderlijke dagvaardingen onder de parketnummers 05/227053-14 en 05/840903-14 tegen verdachte aangebrachte zaken.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 05/227053-14
zij op of omstreeks 14 oktober 2014, te Dinxperlo, gemeente Aalten, opzettelijk en wederrechtelijk een (of meer) computer(s) en/of een (of meer) printer(s) en/of een kopieerapparaat en/althans de gehele inboedel/inventenaris, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of "[benadeelde 2]", in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt
door toen aldaar met een (grote) stok, althans een hard voorwerp de apotheek is doorgegaan en/of (daarbij) op/tegen de gehele inventaris/inboedel heeft geslagen;
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
Parketnummer 05/840903-14
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 oktober 2014 tot en met 17 oktober 2014 te Dinxperlo, althans in de gemeente Aalten, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk een (aantal) ruit(en) van een woning (gelegen aan [adres 2]) en/of een (aantal) ruit(en) van twee, althans een of meer, auto('s) (een Mercedes en/of een BMW) en/of een (aantal) ruit(en) van een tuinhuisje en/of een (bronzen) beeld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3] en/of [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in haar verdediging geschaad.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Aanleiding onderzoek
Op 14 oktober 2014, 16 oktober 2014 en 17 oktober 2014 heeft [benadeelde 1] aangifte gedaan tegen verdachte, zijnde haar dochter.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder parketnummers 05/227053-14 en 05/840903-14 ten laste gelegde vernielingen. Ter terechtzitting heeft zij de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft ter terechtzitting de ten laste gelegde vernielingen bekend. Zij heeft geen bewijsverweer gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
Parketnummer 05/227053-14 en parketnummer 05/840903-14
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1] [1] , p. 3-5;
- de processen-verbaal van aangifte van [benadeelde 1] [2] , p. 4-5 en p. 21-22;
- de verklaringen van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 2 maart 2015.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 05/227053-14 en 05/840903-14 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer 05/227053-14
zij op of 14 oktober 2014, te Dinxperlo, gemeente Aalten, opzettelijk en wederrechtelijk computers en printers en een kopieerapparaat en de gehele inboedel/inventaris, toebehorende aan [benadeelde 1] of "[benadeelde 2]", heeft vernield door toen aldaar met een (grote) stok, de apotheek door te gaan en (daarbij) op/tegen de gehele inventaris/inboedel te slaan;
Parketnummer 05/840903-14
zij op tijdstippen in de periode van 16 oktober 2014 tot en met 17 oktober 2014 te Dinxperlo, gemeente Aalten, telkens opzettelijk en wederrechtelijk een aantal ruiten van een woning (gelegen aan [adres 2]) en ruiten van twee auto's (een Mercedes en een BMW) en een ruit van een tuinhuisje en een (bronzen) beeld, toebehorende aan [benadeelde 3] en [benadeelde 1], heeft vernield of beschadigd.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het parketnummer 05/227053-14:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen
Ten aanzien van het parketnummer 05/840903-14:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen en opzettelijk wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort beschadigen, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Door drs. [psychiater 1], psychiater, onder supervisie van drs. [psychiater 2], psychiater NIFP, is op 17 januari 2015 een rapport over verdachte opgemaakt. In dit rapport wordt – onder meer – het volgende geconstateerd/geconcludeerd.
Betrokkene lijdt aan een waanstoornis met religieuze inhoud. Zij heeft verregaande religieuze denkbeelden waarbij echter ook de realiteitszin is aangedaan. Er zijn kritiek- en oordeel stoornissen daaruit voortkomend. Er zijn aanwijzingen voor persoonlijkheidsproblematiek met afhankelijke, angstige en ontwijkende trekken. Indien het tenlastegelegde bewezen wordt geacht, is het aannemelijk dat betrokkene ernstig werd beïnvloed door een ziekelijke stoornis van haar geestvermogens die haar vrijheid tot het maken van keuzes en handelen mede heeft bepaald en beperkt. Er is sprake van een waanstoornis die betrokkene beïnvloedt in haar denken en handelen in de maatschappij. Er is een psychotische gedachtegang waarbij betrokkene alleen haar eigen realiteit en haar overtuiging volgt. Geadviseerd wordt betrokkene verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
De rechtbank neemt voormelde bevinding en conclusie van de psychiater over. De rechtbank zal verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar beschouwen.
De verminderde toerekenbaarheid sluit de strafbaarheid van de verdachte niet uit. Nu ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit, is zij strafbaar.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder parketnummers 05/227053-14 en 05/840903-14 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en voorts tot het verrichten van 100 uren werkstraf, te vervangen door 50 dagen hechtenis met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht. De officier van justitie heeft bij haar eis rekening gehouden met het blanco strafblad van verdachte en de verminderde toerekeningsvatbaarheid. Zij heeft een voorwaardelijke gevangenisstraf geëist, omdat aangeefster en haar echtgenoot, de ouders van verdachte, hebben verzocht om geen onvoorwaardelijke vrijheidsstraf op te leggen. De onvoorwaardelijke werkstraf is door de officier van justitie gevorderd om recht te doen aan het personeel van de apotheek die door het onder parketnummer 05/227053-14 tenlastegelegde zeer angstige momenten hebben moeten doorstaan. Om die reden vindt de officier van justitie dat er vergelding dient plaats te vinden, in die zin dat ook een onvoorwaardelijke straf dient te worden opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 24 januari 2015;
- een psychiatrisch rapport van dr. [psychiater 1], psychiater, onder supervisie van drs. [psychiater 2], psychiater, gedateerd 17 januari 2015.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een voorwaardelijke vrijheidsstraf en een onvoorwaardelijke werkstraf van na te melden duur leiden - dat verdachte de woning, de auto’s en de inboedel/inventaris van de apotheek van haar ouders heeft vernield dan wel beschadigd. Verdachte heeft forse schade aangericht aan de inboedel/inventaris van de apotheek door met een stuk hout op de inboedel/inventaris te slaan. Voor het aanwezige personeel zijn deze gedragingen van verdachte een zeer angstige ervaring geweest en moet gesproken worden van ernstige feiten.
De rechtbank houdt rekening met voormeld psychiatrisch rapport, waarin is opgenomen dat het recidiverisico als verhoogd moet wordt beschouwd. Er zijn echter geen aanbevelingen voor interventies. Betrokkene staat hier niet voor open, het ziektebesef ontbreekt en er is geen lijdensdruk.
Alle omstandigheden in aanmerking nemend ziet de rechtbank aanleiding om de door de
officier van justitie gevorderde voorwaardelijke gevangenisstraf en werkstraf te volgen, in die zin dat wordt opgelegd een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met een proeftijd van 2 jaren en een werkstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 3] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 0,-.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de benadeelde partijen niet ontvankelijk in hun vordering te verklaren, nu in het voegingsformulier geen schadebedrag is vermeld.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank merkt allereerst op dat de benadeelde partijen bij brief van 26 februari 2015 hebben aangegeven dat zij de vordering enkel en alleen ter kennisgeving hebben ingediend. Het gevorderde bedrag bedraagt € 0,-. Door middel van het voegingsformulier willen zij aangeven dat de gevolgen van de vernielingen zowel materieel al immaterieel bijzonder groot zijn, maar dat zij daar geen bedrag aan willen koppelen. Een eventuele toewijzing van de vordering door de rechtbank zou een beletsel kunnen vormen voor een mogelijk herstel van de relatie met hun dochter. De benadeelde partijen vinden het belangrijk dat de schade en de gevolgen van de vernielingen onder de aandacht te brengen van alle betrokkenen in deze zaak
De rechtbank is van oordeel dat van een vordering in civielrechtelijke zin geen sprake is. Immers, de benadeelde partij heeft weliswaar een voegingsformulier ingediend maar geen schadebedrag vermeld. Enige beslissing is dan ook niet nodig.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 27, 57 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
Ten aanzien van het parketnummer 05/227053-14:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen;
Ten aanzien van het parketnummer 05/840903-14:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen en opzettelijk wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort beschadigen, meermalen gepleegd;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden;
 bepaalt, dat deze gevangenisstraf
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde;
 stelt de proeftijd vast op 2 (twee) jaren onder de voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
 veroordeelt de verdachte tot de navolgende
taakstraf, te weten:
een
werkstrafgedurende
100 (honderd) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 50 (vijftig) dagen;
beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de werkstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht;
 verklaart de
benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 3]niet-ontvankelijkin hun vordering.
Dit vonnis is gegeven door mr. Kleinrensink (voorzitter), mr. Bak en mr. Van Santen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Buitenhuis, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 maart 2015.
Mr. Van Santen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1], surveillant van de politie Noord en Oost Gelderland, district Achterhoek, team Berkelland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2014140373, gesloten op 24 oktober 2014 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 2], brigadier van politie van de politie Noord en Oost Gelderland, district Achterhoek, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2014142523, gesloten op 19 oktober 2014 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.