Uitspraak
[verdachte]
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Het onderzoek ter terechtzitting
“ Als de verdachte afstand heeft gedaan van zijn recht op consultatiebijstand en hij nadien in verzekering wordt gesteld, laat de politie een melding van de inverzekeringstelling uitgaan aan de piketcentrale. De politie hoeft dan de komst van de raadsman niet af te wachten om met het verhoor te beginnen c.q. het verhoor voort te zetten. De raadsman is in dit geval overigens niet gehouden binnen twee uur na de melding op het politiebureau aanwezig te zijn.”De rechtbank is van oordeel dat op basis van de informatie in het dossier niet met zekerheid is vast te stellen dat de melding van inverzekeringstelling daadwerkelijk aan de Raad voor de Rechtsbijstand is gefaxt. Dit had volgens de Aanwijzing wel moeten geschieden. Er is derhalve sprake van een vormverzuim. Het faxen van de melding van inverzekeringstelling aan de piketcentrale betreft op grond van de Aanwijzing echter een formaliteit, die niet leidt tot het stilleggen of het niet aanvangen van het verhoor van verdachte, nu verdachte, naar het oordeel van de rechtbank: ondubbelzinnig, afstand had gedaan van zijn recht op consultatiebijstand, hetgeen door de verdachte ter terechtzitting ook is bevestigd. Ook indien er met zekerheid zou kunnen worden vastgesteld dat er een fax was verstuurd, hadden verbalisanten verdachte zonder tussenkomst van een advocaat mogen verhoren. Om die reden volstaat de rechtbank met het vaststellen dat sprake is van vormverzuim en zal zij hier geen consequenties aan verbinden, nu de verdachte door dit verzuim niet in zijn belangen is geschaad. Aldus zal de verklaring van verdachte, zoals afgelegd in het vierde verhoor, niet worden uitgesloten van het bewijs.
- het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] d.d. 30 augustus 2013, p. 886 t/m 888, met bijlagen, p. 889 t/m 891;
- het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] d.d. 28 oktober 2013, p. 993 en 994;
- een tapgesprek d.d. 11 september 2013, p. 1003;
- een tapgesprek d.d. 22 oktober 2013, p. 1035;
- het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] d.d. 2 oktober 2013, p. 1168 t/m 1170, met bijlage, p. 1171;
- een tapgesprek d.d. 25 september 2013, p. 1172;
- een afschrift van een sms-bericht d.d. 25 september 2013, p. 1174;
- het proces-verbaal Bevindingen navraag [bedrijf] i.v.m. im-/export van voertuigwrakken contra [verdachte]
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 19 februari 2015.
(de rechtbank begrijpt: [bedrijfsnaam 2])en meldt hij dat hij weer 9 katalysatoren heeft. Ze maken een afspraak dat verdachte de volgende dag om 7 uur bij [bedrijfsnaam 2] zal zijn. [12]
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De motivering van de sanctie(s)
Gelet op de aard en ernst van het bewezenverklaarde acht de rechtbank een werkstraf, zoals is geëist door de officier van justitie als uitgangspunt passend en geboden. Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank echter ook rekening met het feit dat verdachte nog steeds werkzaam is in dezelfde branche. Om die reden acht de rechtbank een stok achter de deur in de vorm van een voorwaardelijk strafdeel passend en geboden.
7.De toegepaste wettelijke bepalingen
8.De beslissing
80 (tachtig) urenniet zullen worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
90 (negentig) dagen, waarvan
50 (vijftig) dagenzien op het onvoorwaardelijk opgelegde deel van de werkstraf en
40 (veertig) dagenop het voorwaardelijk deel van de opgelegde werkstraf.
2 (twee) uren, zijnde 1 (één) dag hechtenis.