Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van
[bedrijf]. te [vestigingsplaats], eiseres,
Procesverloop
,inhoudende dat eiseres binnen één week alle zonder watervergunning door of in haar opdracht geplaatste kreeftenkorven met metalen vleugels danwel vistuigen uit de kernzone van A-watergangen in zijn beheersgebied dient te verwijderen en verwijderd dient te houden, op straffe van een dwangsom van € 100,- per week voor iedere kreeftenkorf dan wel vistuig die in de kernzone van een A-watergang wordt aangetroffen, met een maximum van € 100.000,-.
Overwegingen
.Ter zitting is gebleken dat niet in geschil is dat eiseres op de door verweerder genoemde data zonder de daartoe vereiste vergunning kreeftenkorven heeft geplaatst in de door verweerder in de besluiten genoemde A-watergangen. Daarmee heeft eiseres gehandeld in strijd met de verbodsbepaling van artikel 3.1, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Keur om zonder vergunning werken of voorwerpen in de zin van die bepaling in de watergangen te plaatsen. Of verweerder van bepaalde delen van de betreffende A-watergangen al dan niet eigenaar is, is - anders dan door eiseres is betoogd - niet van belang voor de vraag of artikel 3.1, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Keur is overtreden, nu deze bepaling een publiekrechtelijk voorschrift betreft. Gezien het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder bevoegd was om aan eiseres een dwangsom op te leggen.