ECLI:NL:RBGEL:2014:832

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 januari 2014
Publicatiedatum
10 februari 2014
Zaaknummer
238004
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake hennepkwekerij en bewijsvoering

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Gelderland, is een vonnis uitgesproken op 22 januari 2014 met zaaknummer 238004. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.C.J. Oomen, heeft een rechtszaak aangespannen tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon Landelijk Politiekorps, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.D. Boesveld. De procedure betreft een hennepkwekerij en de bewijsvoering rondom het opsporingsonderzoek. De rechtbank heeft eerder, op 4 september 2013, een tussenvonnis uitgesproken waarin de politie werd bevolen het volledige proces-verbaal van het opsporingsonderzoek in het geding te brengen. De politie heeft echter slechts een gedeelte van het proces-verbaal overgelegd, omdat de strafzaak in hoger beroep nog onder de rechter is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de politie ook foto’s van de inval in de hennepkwekerij heeft gedeponeerd, maar dat de eiser nog geen gelegenheid heeft gehad om daarop te reageren. De rechtbank heeft besloten dat de eiser, na inzage van het depot, in de gelegenheid moet worden gesteld om zijn conclusies te verbinden aan het fotomateriaal. De zaak is verwezen naar de rol van 19 februari 2014 voor akte aan de zijde van de eiser, waarna de politie weer kan reageren. Tot die tijd is iedere verdere beslissing aangehouden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: 238004 / HA ZA 12-893
Vonnis van 22 januari 2014
in de zaak van
[eiser]
wonende te [plaats]
eiser
advocaat: mr. H.C.J. Oomen te Nijmegen
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
het
LANDELIJK POLITIEKORPS
gevestigd te Den Haag
als rechtsopvolger van de
Politieregio Gelderland-Zuid
gevestigd te Nijmegen
gedaagde
advocaat: mr. R.D. Boesveld te Haarlem
Partijen zullen hierna [eiser] en de politie worden genoemd.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 4 september 2013
- de akte van 16 oktober 2013 van de politie
- de antwoordakte van 13 november 2013 van [eiser]
- de akte van 11 december 2013 van de politie, gevolgd door het depot ter griffie op 17 december 2013.
1.2
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1
De rechtbank blijft bij hetgeen zij in het tussenvonnis van 4 september 2013 (hierna: het tussenvonnis) heeft overwogen en beslist.
2.2
In het tussenvonnis heeft de rechtbank de politie bevolen het volledige proces-verbaal van het opsporingsonderzoek betreffende de onderhavige hennepkwekerij bij akte in het geding te brengen. Omdat de strafzaak in hoger beroep nog onder de rechter is heeft de politie volstaan met het in het geding brengen van een gedeelte van het proces-verbaal, waarop [eiser] heeft gereageerd. Daarna heeft de politie alle foto’s die ter gelegenheid van de inval in de hennepkwekerij zijn gemaakt (337 stuks) in twee mappen ter griffie gedeponeerd. [eiser] heeft nog geen gelegenheid gehad daarop te reageren.
2.3
Het bevel tot het in het geding brengen van het volledige proces-verbaal van het opsporingsonderzoek was zo ruim geformuleerd omdat daarin gewoonlijk ook het nodige fotomateriaal is te vinden, waaruit de toestand van de kwekerij ten tijde van het binnentreden daarvan mogelijk is af te leiden. Met het deponeren van alle bij het binnentreden gemaakte foto’s wordt aan die ratio uiteraard nog meer recht gedaan. Nu [eiser] nog geen gelegenheid heeft gehad om aan dat fotomateriaal conclusies te verbinden dient hij, alvorens verder zal worden beslist, daartoe, na inzage van het depot, bij akte in de gelegenheid te worden gesteld. De politie zal daarop dan weer bij akte kunnen antwoorden.
2.4
De zaak zal dus voor akte aan de zijde van [eiser] naar de rol worden verwezen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
verwijst de zaak naar de rol van 19 februari 2014 voor akte aan de zijde van [eiser] over hetgeen onder 2.3 is overwogen, waarna de politie daarop weer bij akte kan antwoorden,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.J. van Acht en in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2014.