ECLI:NL:RBGEL:2014:7796
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstand en opleggen maatregel wegens tekortschietend besef van verantwoordelijkheid bij eisers
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 18 december 2014, hebben eisers, een echtpaar, beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe. Dit besluit, genomen op 6 januari 2014, volgde op een eerder besluit van 2 juli 2013 waarin de bijstand van eisers op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb) werd ingetrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers, voorafgaand aan hun bijstandsaanvraag op 20 juli 2011, beschikten over een aanzienlijke spaarrekening bij de Rabobank met een saldo van € 30.143,04. De rechtbank oordeelt dat eisers een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid hebben betoond door dit vermogen op een onverantwoorde wijze te besteden, wat hen verhinderde om rechtmatig bijstand te ontvangen.
De rechtbank heeft de argumenten van eisers, dat het saldo op de spaarrekening toebehoorde aan hun zoons en dat zij slechts beheerders waren, verworpen. De rechtbank oordeelt dat het aan eisers was om aan te tonen dat zij niet over het saldo konden beschikken, wat zij niet hebben gedaan. De rechtbank concludeert dat de maatregel, die een verlaging van de bijstand inhoudt over de periode van 1 augustus 2011 tot en met 31 oktober 2011 met 100% en van 1 november 2011 tot en met 9 december 2012 met 50%, rechtmatig is opgelegd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.