Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 23 juli 2014
- de akte van Markerink.
2.De verdere beoordeling
“Neerlandic zoals ik dat ken, is dezelfde als de afzender die ik op de email zie”.Uit dat e-mailbericht mocht Markerink derhalve afleiden dat de opdracht afkomstig was van NSFI. Dat de heer [naam 5] bij e-mailbericht van 20 juni 2012 vervolgens, na afloop van de laatste reparatiewerkzaamheden, heeft verzocht de facturen op naam van Neerlandic Tankers VIII B.V. (thans [gedaagde sub 2]) te stellen doet daaraan niet af. Uit de zinsnede
“Graag nieuwe facturen sturen”in dat e-mailbericht kan immers worden afgeleid dat er eerst facturen op een andere naam waren gesteld en het enkele verzoek tot een andere tenaamstelling, betekent nog niet dat de opdracht ook moet geacht te zijn gegeven door een andere vennootschap.
“Die opdrachten waren een vervolg van elkaar. Zij zaten ook kort bij elkaar qua tijdsbestek”.Nu het gaat om de vervolgopdrachten om de oorzaak van de gebreken aan de motor van mts [gedaagde sub 2] te achterhalen en te repareren, is de rechtbank van oordeel dat Markerink ervan uit mocht gaan dat de vervolgopdrachten zijn gegeven door NSFI. Dat deze na het e-mailbericht van 19 maart 2012 telefonisch gegeven zijn door de heer [naam 4] doet daaraan niet af, nu, zoals hiervoor is overwogen, voor Markerink niet duidelijk was en/of behoefde te zijn dat de heer [naam 4] niet voor NSFI kon optreden. Bovendien blijkt uit voormeld het e-mailbericht van 20 juni 2012 dat de heer [naam 5] (namens NSFI) op de hoogte was van de vervolgopdrachten.
2.316,00(4.0 punten × tarief € 579,00)